Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

453 resultaten - Pagina 24 van 31

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31
[28] Ja. Het leven dringt dóór de dood heen. De uiterlijke geboorte is de dood; de andere is het Leven, hetwelk door het vuur des toorns èn door de liefde bestaat. De derde geboorte is het geheiligde Leven. De aarde, naar haar uiterlijke verschijningsvorm is verdorven en dood; dat verstaat ieder mens. De Salniter is echter ook door de toorn teniet gedaan; dit kunt ge niet ontkennen, want ge kunt niet loochenen, dat de toorn Gods in de aarde aanwezig is, anders zou zij niet zo hard, bitter, zuur en vergiftig zijn. En dan zou zij ook niet zulke vergiftige en boze gedierten voort­brengen. Zo ge echter zoudt zeggen, dat Gode deze met voorbedachte rade zo geschapen heeft, zo zou zelfs de boosheid zeggen: zeg mij, waar­om werd de duivel verstoten? Ge zult zeggen: wegens zijn hovaardigheid. Hij wilde méér zijn dan God.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[30] In den Salniter der aarde vertoefde hij voor de tijden der Schepping, toen de ruimte dezer wereld nog dun en doorzichtig was en de Hemelse heiligheid slechts bestond en aanwezig was in de ruimte, waar het koninkrijk dezer wereld eens zou wezen. Toen waren daar geen aarde en geen sterren. Er was slechts een Hemels zaad, hetwelk uit de zeven Oergeesten der natuur geboren was. Hemelse vruchten en verschijnings­vormen openbaarden zich aldaar, welke dienstig konden zijn tot een vreugdevol spel der Engelen. Toen echter de toorn daarin ontbrandde, zo werd de Salniter teniet gedaan. Dit is echter niet zó te verstaan, dat de aarde geheel dood zou zijn. Want hoe zou iets in God geheel kunnen sterven? Iets, dat van eeuwigheid aan leven heeft gehad. Neen, de uiterlijke geboorte, het uiterlijk aanzijn is verbrand, bevroren en versteend. De andere geboorte echter doet temidden van die eerste dood wederom nieuw leven geboren worden en de derde geboorte vindt plaats tussen de eerste en de tweede, d.w.z. tussen Hemel en hel, te midden van het vuur des toorns en de geest dringt door in dat vuur des toorns en brengt het geheiligde Leven voort, hetwelk bestaat en stand houdt in en uit der liefde kracht. En in deze zelfde geboorte zullen de doden opstaan, die het heilige zaad gezaaid hebben. Zij echter, die in het vuur des toorns gezaaid hebben, zullen ook opstaan in het vuur des toorns. Want de aarde zal wederom levend worden, nademaal zij God in Christus wederom tot nieuw leven heeft geroepen door Zijn vleeswording en nademaal Christus ter rechterhand Gods zit. Maar het vuur des toorns blijft. Zoudt ge nu zeggen, dat er geen leven in de aarde is, zo zoudt ge spreken als een blinde, want ge ziet toch, dat kruid en gras uit de aarde opgroeit. Wanneer ge nu zoudt zeggen, dat er slechts één soort geboorte zou zijn, zo zoudt ge ook spreken, als één, die niet onderscheiden kan, want het kruid en het hout, hetwelk opwast uit de aarde, is niet de aarde. Ook is de vrucht van de boom niet het hout; ook de kracht der vrucht is niet God, maar God is in het middelpunt der innerlijke geboorte in alle drie natuurlijke geboorten verborgen en wordt niet gekend, dan slechts in de geest der mensen; ook kan de uiterlijke geboorte van de vrucht Hem niet bevallen en vasthouden, maar God houdt de uiterlijke geboorte vast en brengt ze ook tot stand.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[34] De ganse goddelijkheid met al haar krachten en werkingen, met haar eigen wezen, haar opstijgen en doordringen der dingen en haar ver­anderingen, is de algehele wording, baring. Alles wordt omvat en is be­grepen in den Geest des Woords. Zoals de geest het woord vormt en het woord uitzendt, zo is er ook in de natuur een doordringen, opstijgen, worstelen en overwinnen en wel in dezelfde mate. Want toen de mens in de zonde viel, werd hij uit de innerlijke geboorte overgezet in de twee andere, voornoemde geboorten. Deze omvingen hem al spoedig en waren één met hem, alsof de mens hun eigendom was; de mens ontving al spoedig den Geest en alles, wat voortkwam uit de siderische en uiterlijke geboorte. Daarom spreekt de mens alle woorden uit, zoals de natuur het hem ingeeft, want de geest des mensen, die wortelt in de siderische geboorte en van één hoedanigheid is met de ganse natuur, is zoals de natuur zelf. Wanneer hij iets ziet, zo geeft hij dat de naam naar zijn eigenschap. Doet hij dit echter, dan moet hij zich ook in een dergelijke vorm indenken en zich zo gedragen, als datgene, wat hij benoemen wil, zich gedraagt. Dit is de kern van het ganse goddelijke verstand. Ik schrijf dit niet, en ik breng dit ook niet aan het licht, opdat onmiddellijk iemand mij zou naschrijven en het, naar zijn goeddunken, zou openbaren en als heilige waarheid zou uitspreken. Hoort toe. Daarvoor is iets meer nodig. Uw animalische geest moet vooraf met de innerlijke geboorte in God in overeenstemming zijn en in het Licht staan, opdat hij de siderische geboorte juist kan onderscheiden en vrije toegang heeft tot alle drie de geboorten. Anders kunt ge geen heilige en klare filosofie schrijven, maar ge zult bevonden worden een spotter te zijn. Ik wil gaarne aannemen, dat de duivel verheugd zou zijn, wanneer hij slachtoffers zou maken. Menigeen heeft door hem moeten lijden en hij probeert talloze malen, of hij over de mensen kan zegevieren. Maar ik zal niet ophouden, bekend te maken, wat ik moet bekend maken. Het is nu de tijd, dat de waarheid zich baan zal breken. Wie nu slapen wil, zal toch worden wakker geschud door het grimmige stormweder. Opdat nu een ieder acht geve, wil ik dit alles, naar de wil en de stuw­kracht des geestes getrouwelijk mededelen.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] De toorn groeit ook in het huis van de duisternis, en houdt menige edele tak, door zijn besmetting met de grimmigheid, in de dood gevangen. Dat is nu de samenvatting of inhoud van de siderische geboorte, waarover ik u schrijven wil.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Nu wordt er gevraagd: wat zijn dan de sterren en waaruit zijn zij ge­worden. Zij zijn de kracht van de zeven Oergeesten Gods. Toen de toorn Gods door de duivel in deze wereld was aangestoken, is het gehele wereldhuis in de natuur of in de buitenste geboorte als in de dood ver­zonken, waaruit de aarde en de stenen zijn voortgekomen. Toen al die harde zelfstandigheden tot een klomp samengedreven waren, werd de diepte zuiver, maar geheel donker, want het licht was in de toorn onder­gegaan. Nu kon het lichaam Gods van deze wereld niet in de dood blijven en daarom bewoog God zich met zijn zeven Oergeesten tot een nieuwe geboorte.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Zijn bedoeling was namelijk om uit dit huis weer een andere Engelen­schaar te scheppen. Hij wilde een Engel scheppen, die Adam zou zijn. Deze zou uit zich schepselen geboren doen worden, gelijk aan hem, die dan het huis der nieuwe geboorte zouden bezitten. Midden in de tijd zou hun koning uit het lichaam van een mens geboren worden, die bezit zou nemen van het nieuw geschapen rijk in de plaats van de verdorven en verstoten Lucifer.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[39] Het woord dag vindt zijn oorsprong in het hart; het gaat de mond uit door de wrange en bittere eigenschap, die evenwel hierdoor niet wordt aangedaan, maar het gaat van de plaats, waar het gevormd is en die achter­aan bij het geHemelte is, naar voren, onbegrijpelijk voor de wrange en bittere eigenschap. Wanneer het woord dag dan op de tong komt, zo sluit de tong met het verHemelte de mond af; wanneer dan de geest de plaats der tanden bereikt en naar buiten wil, zo laat de tong de mond weer open gaan en wil als 't ware ook naar buiten dringen vol vreugde. Wanneer nu het woord naar buiten breekt, uitgesproken wordt, zo gaat de mond inwendig wijd open, en het woord met zijn klank wordt nog eenmaal tezamen gevat en wekt de zure, wrange en bittere kwaliteit alsof deze slaperiger waren, die in de duisternis sliepen. Dan verlaat het woord de mond. Dan wordt de wrange kwaliteit als 't ware verscheurd, naar buiten getrokken, als één, die uit de slaap wordt opgeschrikt, maar de geest der bitterheid, welke uitgaat van de vuurbliksem, het licht, blijft op zijn zelfde plaats. Hij komt niet in beweging en merkt niets op. Dit zijn belangrijke zaken. Dat de geest zich ten eerste in het hart op­maakt tot zijn tocht en door alle wachten heendringt tot hij de plaats der tong heeft bereikt, beduidt, dat het Licht, uit het hart van God, door de uiterlijke, verdorven, grimmige, dode, bittere en wrange geboorte in de natuur dezer wereld is te voorschijn gekomen, onbegrijpelijk voor dood en duivel.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] In het evangelie van Johannes staat geschreven in het eerste hoofdstuk: Het Licht scheen in de duisternis en de duisternis heeft hetzelve niet be­grepen. Dat echter de tong, met het bovengedeelte van het verHemelte de mond afsluit, wanneer de geest de tong bereikt, beduidt, dat de zeven Oergeesten der natuur in deze wereld ten tijde der schepping door de goddelijke toorn niet waren teniet gedaan, maar levendig en wakker waren, want de tong stelt het leven voor het leven der natuur, waarin de ziele-geboorte of heilige geboorte plaats vindt. Dat echter de geest de tong dan spoedig aandoet, aansteekt, wanneer hij haar bereikt, het­geen de tong aangenaam is, en haar bijna, vóór de geest, de mond doet verlaten, beduidt, dat de zeven Oergeesten der natuur, welke de siderische geboorten vertegenwoordigen, zoals liet Licht Gods, hetwelk dag heet, zich openbaren, en goddelijk leven en willen ontvangen hebben en vol van vreugde zijn, evenals de tong in de mond.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[41] Dat het voorste gedeelte van het verHemelte zich inwendig verwijd en als 't ware ruimte geeft aan de Geest naar Zijn welgevallen, beduidt, dat de gehele siderische geboorte zich ten volle en vol vriendschap in het Licht heeft geopenbaard en de boosheid is niet opgewekt. Dat zich echter de geest, wanneer hij de mond verlaat, eerst nog éénmaal als 't ware tezamen ook op de tong in het achtergedeelte van het verHemelte, en de wrange kwaliteit opwekt als ware hij een slaper en daarna snel de mond verlaat, dit beduidt dat de geest der wrangheid wel is waar alles in de gehele natuur vormen en behouden moet, maar eerst dan, wanneer de Geest des Lichts het geschapen heeft. Dan wekt hij de geest der wrangheid, der zuurheid en geeft het hens, opdat deze het beware en verzorge. En dit moet zo zijn, anders zou er niets lichamelijks kunnen bestaan; zo zou ook de samengevoegde massa, die aarde geworden is en de stenen niet kunnen bestaan en zou er wederom een dikke, duistere en ver­scheurde Salniter ontstaan, die in de ruimte rond zweefde. Dit betekent ook, dat deze Salniter ten laatste, wanneer de geest zijn scheppingen en andere werkingen in deze wereld zal hebben volvoerd, ten jongste dage wederom zal worden opgewekt ten leven. Dat de geest gestalte aanneemt en niet de wrange eigenschap wekt, be­duidt, dat de natuur het Licht Gods niet zo zonder meer zal begrijpen, maar zich in het licht der genade zal verheugen en door hetzelve opge­wekt, de wil van het Licht zal uitdragen, zoals liet dierlijke lichaam der mensen de wil des geestes volvoert en niettemin zijn dit geen twee ver­schillende zaken. Dat echter de geest der bitterheid zwijgt en het werk des geestes niet hoort en verstaat wil zeggen, dat liet bittere vuur des toorns, hetwelk zijn oorsprong vindt in liet licht des toorns, ten tijde van het ontstaan van het licht en ook later door het Licht zelf niet gewekt wordt en hetzelve niet berijpt. Het ligt gevangen in de uiterlijke geboorte en moet de Geest des Lichts zijn arbeid in de natuur laten verrichten, zoals hij wil, en hij kan de werken des lichts zien, horen, noch verstaan. Daarom denke niemand, dat de duivel de werken des Licht uit zijn hart zou kunnen verwijderen; hij kan ze zien noch verstaan. En of hij nu al in het vlees raast en tiert als in een roofslot, versaagt niet. Breng niet zelf de werken des toorns in uw hart, dat liet Licht moet ontvangen. Zo gij hem weerstaat, zo zal uwe ziel beveiligd zijn voor de dove, stomme en blinde duivel. Ge moet niet denken, dat dit een waan is, waarover ik schrijf.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Zie, de sterren zijn uit God samengesteld; gij moet echter het verschil goed begrijpen, want zij zijn niet het hart en de zachte, reine Godheid, die men als God eren en aanbidden moet, doch zij zijn de binnenste en scherpe geboorte, waaruit het hart van God zich steeds openbaart en van waaruit de Heilige Geest uit de aanvang des levens steeds opgaat.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] De scherpe geboorte van de sterren kan noch het hart van God, noch de Heilige Geest bevatten. Maar het licht Gods, hetwelk opgaat in de angst evenals het golven van den Heiligen Geest, blijft geheel vrij, en heerst te midden van de schoot van de verborgen Hemel, die ontstaat uit het water des levens. Vanuit diezelfde Hemel hebben de sterren hunne eerste ontsteking bekomen, en nu zijn zij als een werktuig, dat God voor de openbaring nodig heeft.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Het is met deze geboorte juist als bij de mensen, wier lichaam ook een vader is van de ziel, want de ziel wordt uit de kracht des levens geboren, en als het lichaam zich bevindt in de angstige geboorte van God en niet in grimmige en helse geboorte, dan wordt de ziel van de mensen van dezelfde kwaliteit als van de zuivere Godheid, dus als een deel van zijn lichaam.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Toen God zich in het lijf dezer wereld bewogen had, heeft de angstvallig­heid zich in de geboorte dezer wereld ingedrongen, waardoor de vuur­straal is ontstaan, en het licht der sterren is aangestoken door het water des levens. Tot aan de derde dag, tot de tijd der ontsteking van de toorn Gods in deze wereld, is de natuur in haar angstvalligheid een duister dal geweest, dat midden in de dood stond. Op de derde dag echter is het leven door de dood heengebroken en de nieuwe geboorte heeft zich toen ingezet. Want zolang en geen uur langer heeft ook de nieuw geboren
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Voor de geest staan de poorten des Hemels, maar ook de poorten der hel open. De geest kan doordringen in heide en aanschouwt ze en kan zich door beide laten leiden, want de siderische geboorte staat tussen beide in en moet zich wel laten verdrukken. En al kan de Salniter mij niet van het Licht beroven, zo kan hij het toch wel menigmaal voor mij onzicht­baar maken door middel van de uiterlijke en vleselijke geboorte. Dat zijn de slagen, waarmede liet mosterdzaad wordt getroffen; hierover spreekt ook de apostel Paulus, wanneer hij zegt, dat hens een doorn in 't vlees werd gegeven. Hij heeft de Heer gebeden, dat Hij hem daarvan verlosse, waarop de Heer hem heeft geantwoord: Mijne genade is u genoeg. 2 Cor. 12, vers 7, 8 en 9. Want hij was ook tot op deze plaats genaderd en zou gaarne het Licht zonder verhindering tot zijn eigendom in de siderische geboorte gehad hebben, maar het mocht niet zo zijn, want de toorn is inherent aan de vleselijke geboorte en moet het verderf in het vlees dragen. Wanneer echter de factor “toorn” uit de siderische geboorte zou worden genomen, zo zou hij aan God gelijk zijn en alle dingen weten, evenals God zelf. Hetwelk nu nog slechts gegeven is aan de ziel, die van één hoedanigheid is met het Goddelijk Licht; zij kan het echter niet geheel en al weer in de siderische geboorte terug brengen, want zij is een ander aanzicht; een andere uiting.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[43] Zoals ook de appel ook niet zijn smaak en zijn geur weer kan terug doen keren in de boom of in de aarde, al is de appel als het ware de zoon, het kind van de boom. Zo gaat het evenzo in de natuur. De heilige Mozes had zulk een inzicht en zulk een belevenis in dit Licht, dat ook liet Licht de siderische geboorte verlichtte, hetgeen te zien was aan het verheerlijkte gelaat van Mozes. Hij begeerde ook het Goddelijke Licht in zijn volkomen­heid in de siderische geboorte te zien. Maar dit mocht zo niet zijn, want de grendel des toorns was daarvoor geschoven. Ook kan de natuur der siderische geboorte in deze wereld het Licht Gods niet in bezit nemen. Daarom is het Hart Gods, hetwelk alomtegenwoordig is, en alles ver­staat, verborgen.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31