Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 24 van 32

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32
[10] Je denkt Mij op aarde in de vorm van brood in jouw handen gedragen te hebben. Toen heb je Mij echter niet gedragen. Maar je hebt Me wel verscheidene malen in het geheim in jouw hart gedragen, maar je geloofde niet helemaal dat je Mij droeg. Maar Ik zeg je dat je Mij juist daar alleen echt hebt gedragen. Welnu, in deze situatie plaatste de Heer het nog onduidelijke `misschien', omdat in de prior nog geen volledige zekerheid over de oneindige liefde, ontferming en zachtmoedigheid van de Heer aanwezig was. Daarom gaf Hij hem ook te verstaan dat, als het op dragen aankwam, Hij gemakkelijker en eerder de prior, dan de prior Hem zou dragen.
Hoofdstuk 101: Leiden, trekken en dragen in geestelijke betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Als het zover is gekomen, dan is de derde hel ook al een feit. Hoe zij zich langs deze weg ontwikkelt, moeten onze leerlingen op de weg der goddelijke, beschermende voorzienigheid in het geheim mee observeren en dan in de onderste hel alles, tot op de eigenlijke bodem van het kwaad, langs de weg der ervaring leren doorzien. Hoe zich echter tenslotte in deze onderste en meest kwaadaardige van alle hellen de eigenlijke oorzaak van het kwaad openbaart, zal het vervolg laten zien.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] De gast zegt verder: beste vriend, sta me nog één vraag toe: is deze bodem alleen hier in de omgeving van deze tafel zo stevig, of is hij overal zo? De bediende zegt: vriend, waarom vraag je naar dingen die je niet aangaan? Hier, waar jij jouw zaligheid geniet, zie je heel goed dat de bodem voor eeuwigheden stevig genoeg is. De uitgestrekte tuin hoef je bovendien niet te betreden; waarom zou jij je om zijn stevigheid bekommeren. Omdat je mij echter gevraagd hebt, wil ik je wel zeggen dat de tuin overal dezelfde stevige ondergrond heeft, anders zou hij ons immers niet dragen als we voortdurend overal de overvloedige vruchten voor deze eeuwige tafel verzamelen en ze hiernaartoe brengen.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Volgens deze maatstaf zou het vierde gebod op een zeer wankele bodem gebaseerd zijn en de ouders zouden er werkelijk beroerd aan toe zijn als hun kinderen al met zo'n filosofie op aarde geboren zouden worden; de kinderen zelf zouden namelijk met zulke inzichten weinig reden hebben om hun ouders te gehoorzamen. Bovendien kan men bij dit gebod nog de volgende kritische kanttekening maken: zoals het gebod luidt, heeft het slechts een tijdelijke basis en geeft dus enkel de plicht van kinderen ten opzichte van hun ouders weer.
Hoofdstuk 77: Het vierde gebod in de vierde zaal (in geestelijke zin) - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ja, mijn lieve vrienden en broeders, de bedenkingen die jullie uitspreken met betrekking tot de beperktheid van jullie begripsvermogen en jullie woordenschat zijn inderdaad heel begrijpelijk, maar desondanks moeten jullie over alles wat jullie gezien hebben toch zoveel vertellen als met jullie begripsvermogen en woordenschat mogelijk is; want willen jullie van mijn uiteenzetting geestelijk profijt hebben, dan moeten jullie steeds voor ogen houden dat jullie je hier eigenlijk op eigen bodem bevinden. Zeg ik jullie, zonder dat jullie vooraf je verhaal hebben gedaan, wat jullie gezien hebben, dan haal ik jullie daarmee de grond onder de voeten weg en vanaf dat moment bestaat er geen aanknopingspunt meer tussen mijn uiteenzetting en jullie innerlijke opnemingsvermogen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wat gebeurt er echter na verloop van tijd met deze uitgegroeide mens? Hij wordt uit zijn wankele bodem gehaald en begraven op de begraafplaats achter de lanen der beproeving. Of begrijpelijker gezegd: alles wat tot de materie behoort, wordt weer door de materie verzwolgen en niemand bekommert zich om de vruchten welke de door de materie weer opgenomen materie nog een tijdlang voortbrengt. Alleen de vruchten welke de boom in de bakken droeg, worden bewaard als zijnde hoogwaardig.
Hoofdstuk 37: Vierde verdieping. De gewone mens en de goddelijk-geestelijke mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Een blik in deze galerij, die vlammend straalt in duizend schitterende kleuren, laat ons overduidelijk zien van welk een onuitsprekelijke schoonheid deze vierde galerij is; de eigenaardige bak in het zuilenrondeel verdient echter extra aandacht. Bekijk hem eens goed van alle kanten, en dan zullen jullie tenslotte moeten zeggen: waarlijk, dat lijkt eerder op een schip dan op een of andere bloembak. Toch is deze op een schip gelijkende bak gevuld met roodachtig-blauw glinsterende aarde, waaruit in het midden van de bak een flinke boom is gegroeid. Zijn stam is verblindend wit en glad als gepolijst zilver, terwijl de takken en bladeren veel op de takken en bladeren van een vijgenboom op aarde lijken; alleen zijn de takken glanzend rood als koraal op de bodem van de zee en de bladeren zijn blauwgroen, aan de randen met kleine goudglanzende strookjes afgezet en boven de bladeren vertonen zich warempel al knoppen, waarvan er enkele op het punt staan open te breken.
Hoofdstuk 36: Derde verdieping. Het karakter van de verstandsontwikkeling in overeenstemmende vormen en kleuren - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Heeft hij eenmaal de eerste graad van klaarheid bereikt, dan is het goed om hem in een ander, schoon vat over te hevelen, waar dan op de bodem geen onzuivere droesem meer ligt die de geestelijke kracht van de wijn afzwakt. Hij zal dan op een zuivere bodem op zichzelf, dus op eigen kracht aangewezen zijn en zich door deze krachtoefening steeds meer versterken.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ja, jullie kunnen hier bekijken wat je maar wilt, toch zullen jullie overal de meest volmaakte en nauwe overeenstemming met de uiterlijke en innerlijke toestanden van de mens aantreffen. Zo is ons de weg vanaf onze laatste laan heel eentonig voorgekomen. Er was niets anders dan de mooie bodem en een rij, uit een spaarzaam aantal bestaande, niet bepaald aanzienlijke piramiden, gevolgd door de verheugende verandering van de, eerder door ons als hinderlijk ervaren, ringmuur in een ruime zuilengalerij, waarboven in het midden het halve hoofdgebouw zichtbaar was. Dat was dan ook alles wat we op onze reis door de open vlakte tegenkwamen.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, zojuist treedt onze oudste weer naar voren en spreekt alle aanwezigen als volgt toe: geliefde kinderen en kindskinderen, jullie weten waar we de stenen vandaan halen die als lichtgevende sterren zo prachtig in de andere kostbare bouwstenen zijn ingelegd. Het is de bodem van de grote, zeer diepe wateren waaruit onze goedgeoefende duikers ze omhooghalen. Zo ligt alles wat prachtig, groot en kostbaar is in moeilijk toegankelijke diepten verborgen; zo zijn ook wij oppervlakkig beschouwd door God de Almachtige zo geschapen dat we goed geschikt zijn om diepe wijsheid te bevatten.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] Het is waar, er liggen nog miljarden en miljarden sterren en werelden in jullie, maar uit deze miljarden is er slechts één vrijgekomen. Deze staat voor ons en ligt onder onze voeten als een heerlijk hemels vaderland. Maar wij vragen: waar sta jij, heerlijke wereld, in jouw grote werkelijkheid? Vanuit welke omgeving uit de wijde hemelen trof jouw machtige straal jouw evenbeeld in ons en plaatste dit als een prachtige weerschijn naar buiten? Maar wij weten niet waar jouw straal vandaan kwam!
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Op elk hemellichaam bevinden zich in deze drie regionen talloze levende wezens. Op de vaste bodem grovere, materiële, in de wolkenregionen meer geestelijke en lichtere en in de derde regionen heel etherisch lichte en volkomen onzichtbare. En toch staan deze drie soorten wezens op elk hemellichaam voortdurend met elkaar in verbinding.
Hoofdstuk 4: De drie hemelen - hun structuur - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Als ze daarmee klaar zijn, gaan zij naar de zon, waarop ze eveneens eerst al diezelfde planetaire eigenschappen tot op de bodem moeten ondervinden. Eerst na het beëindigen van zo'n school worden ze dan de geringste oppassers van de kleine kinderen.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Weet echter dat voor Mij gemakkelijk is wat jullie zwaar lijkt, en zwaar wat jullie gemakkelijk lijkt. Jullie heersende vrijheid is jullie weliswaar liever, maar Ik heb toch alleen maar welgevallen aan de eenvoud en de nuttige ondergeschikte dienstbaarheid van Mijn kinderen. Want er bestaat geen heer die liever een andere heer zou zien dan zijn eigen knecht, die voor hem altijd een getrouwe dienaar is. Daarom geeft de ene heer de andere slechts het overeengekomen verplichte deel, maar de knecht wordt door zijn meester beloond. Maar Mijn kinderen zijn ook Mijn knechten en daarom krijgen ze als knechten ook Mijn loon en als kinderen Mijn erfdeel! Houd dit altijd in gedachten: als eens het nieuwe hout op jullie altaar weer begint te branden, weet dan dat een vader beter is dan een heer! - Ga nu echter in vrede dan zal de vlam van Mijn wil doven, opdat die van jullie mag heersen op jullie wereld. Evenwel slechts tot aan die gebieden waar de vlammen van Mijn wil vanuit de eindeloze diepten opstijgen; laat niemand zich daarheen wagen. Alleen de vruchtbare bodem blijft jullie onderdanig maar het vuur is van Mij. Amen!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Maar hier vooraan ontdek ik zojuist een uitgestrekte zuilengalerij. De zuilen bestaan uit louter geslepen diamanten, de prachtige bogen boven de zuilen uit louter robijnen, het gedeelte dat boven langs de bogen loopt uit blinkend goud, de galerij uit het zuiverste doorzichtige goud en de spangen van de galerij uit het fijnste witte goud. Dat noem ik nog eens pracht! En onder de gang die gelijkvloers tussen de zuilen ligt, zie ik zoiets als een kanaal waar de mooiste bruggen overheen lopen. Kijk daar eens: aan de overkant van het kanaal ligt een bijzonder groot, open plein. De bodem van dit plein is een vlakte die uit het fijnste doorzichtige goud bestaat. Daar, al dicht bij het prachtige gebouw zie ik tot aan de hemel reikende zuilen van wit gesteente en op de top van elke zuil wappert een grote driekleurige wit, rood, groene vlag.
Hoofdstuk 12: Het echte bouwen - ontwikkeling van hetgeen in jullie is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32