Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36089 resultaten - Pagina 24 van 2406

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[7] Wij hebben alles gedaan om het licht te zoeken, en zijn nu meer dan blij dat wij het eindelijk gevonden hebben, - en zij hebben het in hun land voor ogen en lopen er van weg, verachten en vervolgen het! O, dat moeten toch erg slechte en totaal blinde mensen zijn, die de naam 'mens' niet eens verdienen! Omdat het er zo met deze mensen voorstaat, is het ook heel juist dat U, o Heer, al het licht van hen wegneemt en het aan de heidenen geeft, die het kennelijk meer waard zijn; want daaruit blijkt Uw eeuwige gerechtigheid, die vol is van het grootste licht, en dat is voor ons weer een nieuw bewijs, dat U Diegene bent die wij zo lang tevergeefs gezocht hebben.'
Hoofdstuk 123: Het aannemen van het woord van de Heer in Indië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De blinde zei: 'Dat bij God alle dingen mogelijk zijn, weten en geloven wij beiden; maar God doet nu geen wonderen meer, omdat de mensen te slecht en boosaardig zijn geworden, te beginnen bij de hogepriester tot aan ons toe. Want Gods geboden heeft men verworpen en daarvoor in de plaats andere gegeven, die slecht en miserabel zijn; als de wetten echter slecht zijn, dan worden ook de mensen die zich aan de slechte wetten moeten houden, slecht, want zoals de leer is, is ook het geloof en zijn de inzichten van de mensen. De mensen hebben zodoende God verworpen en vereren nu weer het gouden kalf, en daarom heeft God hen ook verworpen en zal Hij weldra een boos gericht over hen laten komen; want mijn gids, die kan zien, heeft mij de tekenen in de nacht van eergisteren beschreven, en die duiden werkelijk op niets goeds voor de mensen die God volledig de rug hebben toegekeerd. En zo ziet u, vriendelijke man, want naar uw stem te oordelen bent u dat, dat God nu in deze kwade tijd heel zeker geen wonderen meer zal doen en dat ook niet kan en wil!'
Hoofdstuk 131: Op weg naar Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Stel je nu de menselijke ziel eens voor! Als die in de goede en ware verhouding tot haar lichaam staat, bevindt zij zich ook in de juiste levensharmonie, en die harmonie geeft aan de ziel haar schoonheid, die natuurlijk pas volledig zichtbaar wordt, wanneer de ziel zich buiten het lichaam in Mijn rijk zal bevinden. Wie echter reeds in het lichaam op deze wereld zijn aandacht richt op goede en daarnaast ook op slechte mensen, zal al gauw gewaar worden dat een goed mens ook altijd uiterlijk een lieflijke en vriendelijke vorm laat zien, terwijl een slecht mens al van verre aan iemand die hem ontmoet iets afstotends, onvriendelijks en dus ook iets lelijks laat zien, dat hij niet gemakkelijk kan verbergen. De oorzaak daarvan ligt in de innerlijke zieleharmonie of bij slechte mensen - disharmonie.
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Kijk eens hoe ontzettend blind, dom en onnozel jullie zijn en daardoor ook uiterst boos en wraakzuchtig! Een echt wijs man is dat nooit; hij zal de dwazen hun slechte streken wel ten strengste verbieden en hen pas door een gericht tuchtigen, wanneer zij al zo verstokt, boos en kwaadaardig zijn geworden dat er geen kans op verbetering bestaat, zoals bij Jullie, dienaren van de tempel, volledig het geval is. Wat zou mij kunnen gebeuren als Ik jullie door deze dieren, die mij volkomen gehoorzamen, liet verscheuren? Ik zeg je: niet het geringste!
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Egyptenaar zei: 'Heus,jullie miserabele vlees zou voor deze dieren te slecht zijn! Maar kijk, daar beneden graast een kudde schapen aan de voet van deze heuvel! Die zijn het eigendom van een zekere Barabe, een uitermate rijke burger van Jeruzalem, die een heel arm gezin, dat zelfs vroeger bij hem in dienst was, daar in die reeds vervallen schaapskooi volledig te gronde heeft laten gaan. Hij gaf hun wel voor korte tijd het recht om in die slechte hut te wonen; maar omdat hun ziekte te lang duurde en de laatste tijd zo erg werd, dat hij niet kon aannemen dat daar ooit een eind aan zou komen, ging de zaak hem te lang duren en werd hem te bezwaarlijk. Onder het voorwendsel dat die hut vanwege de uitbreiding van zijn kudden verbouwd en opgeknapt moest worden, gaf hij bevel dat de arme mensen dezelfde dag nog, meer dood dan levend, de toch al ellendige hut moesten verlaten. O, wat een edele en barmhartige zoon van Abraham, Isaak en Jacob!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dus zullen we er ook in de tempel voor zorgen dat de grote profeet in ieder geval door ons niet meer vervolgd zal worden, doordat wij niet meer deel zullen nemen aan de bijeenkomsten van de hoge en nu eigenlijk slechte raad; maar of de Hoge Raad er daardoor van af zal zien de grote en machtige profeet te vervolgen, weten we werkelijk niet! Maar volgens hetgeen jij en de grote machtige wonderdoener uit Opper-Egypte over hem hebben gezegd, zal hij voor de Hoge Raad nog minder bang zijn dan jullie beiden. Want wat kan de Hoge Raad met al zijn trucjes en besluiten bereiken tegen de macht van een mens die toegerust is met alle macht van Gods geest? - Nu heb ik gesproken en het is nu aan jou om ons te zeggen of ik juist gesproken heb.'
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Jullie wisten in jullie opgeblazen wereldse blindheid weliswaar niet wat jullie deden, en zijn daarom enigszins te verontschuldigen; maar van Mij uit heeft het aan heimelijk in jullie hart gelegde waarschuwingen ook nooit ontbroken, die jullie duidelijk zeiden: 'Vrees God en doe de mensen geen onrecht! ' Maar op deze waarschuwingen letten jullie niet, en de één hield de ander jullie slechte menselijke voorschriften voor en zei: 'Het is verstandiger, streng naar de eenmaal opgestelde voorschriften te handelen, dan zich te pas en te onpas aan zijn eigen barmhartigheids gevoelens over te geven en dan het mikpunt te worden van de spot van de vooraanstaanden en machtigen van het land! ' Dat heeft jullie tenslotte helemaal onmenselijk gemaakt, en jullie werden in je ziel de meest woeste en verscheurende roofdieren. En kijk, dat is nu de moeilijkheid bij jullie! Hoe willen jullie nu van je bloeddorstige ware tijgerzielen mensenzielen maken?'
Hoofdstuk 154: De Heer en de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar zoals bij God alle dingen mogelijk zijn, is het ook voor de meest verstokte wereldse mens en zondaar mogelijk, zich snel en doeltreffend te veranderen als hij oprecht, in het volle geloof en vertrouwen op God, doet wat de goddelijke wijsheid hem aanraadt. Hij moet dan aan zichzelf door een rigoureuze ommekeer van zijn wil een echt wonder verrichten, en wel door een totale zelfverloochening van al zijn vroegere zwakheden, gewoonten, lusten en slechte neigingen, die uit de ongegiste en erg onzuivere natuurgeesten van zijn lichaam in zijn ziel opstijgen en deze verontreinigen en mismaken.
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Wie dus door het vaste en levende geloof, door de liefde tot God en de naaste en door de onwankelbare hoop, alle slechte hartstochten van zijn lichaam kan bestrijden, en zodoende meester is geworden over zichzelf, die zal dan ook weldra heer over de hele zichtbare natuur worden, en dan bevindt hij zich, omdat hij volkomen heer over zichzelf is geworden, ook reeds in de eerste graad van de waarachtige innerlijke levensvervolmaking hoewel het hem nog meermalen niet ontbreken zal aan allerlei verzoekingen, die hem zullen prikkelen tot het begaan van de een of andere lichte zonde.
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarom zijn de verleidingen aan gene zijde veel erger dan hier. En wat zal de ziel kunnen doen om zich uit de harde gevangenschap van haar eigen slechte hartstochten te bevrijden? Zij zal daar veel meer zelf moeten werken, om zich uit de verwarring van haar eigen gedachten, ideeën en voorstellingen te bevrijden; want als zij zelf niet eerst aan het werk gaat, zal zij niet direct geholpen worden door de erbarming van God of enige andere geest, zoals dat ook reeds hier op aarde grotendeels het geval is.
Hoofdstuk 156: Over het klooster - en kluizenaarsleven. Het doel van verleidingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Zoek echter een rechtvaardig tussenpersoon, dat is voor jullie de beste manier; jullie namen blijven onbekend, jullie ontlopen de lof en eer van de wereld, en de armen zijn het best geholpen! Want het is beter bij een rechtvaardig tussenpersoon een voorziening in het leven te roepen voor veel armen, voor het juiste doel, in de juiste maat en naar de juiste behoefte, dan een arme in één keer veel geld in handen te geven; want dat zou de arme, reeds zeer deemoedig geworden mens heel gemakkelijk hoogmoedig maken en zijn geduldige en aan God gewijde ziel bederven.
Hoofdstuk 158: Over de juiste wijsheid en voorzichtigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Als we ons een grote en volkomen geordende gemeenschap van mensen voorstellen, dan heeft die, wil zij in alles goed verzorgd zijn, van oudsher in totaal vijftig hoofdgebieden waarop zij in haar levensbehoeften moet voorzien. Wat daar bovenuit gaat geldt reeds als hovaardij en alles wat minder is geldt als zwakte, gebrek en armzaligheid. Om echter elke afzonderlijke tak van deze levensbehoeften doelmatig te kunnen verzorgen en benutten, moet er ook een kundig hoofdman als voorman en leider aan het hoofd staan, die van A tot Z op de hoogte is van alles wat noodzakelijk is in het hele bestel; als die er niet is en er een ondeskundige op zijn plaats staat, dan zal deze tak van levensbehoeften weldra slechte of zelfs helemaal geen vruchten meer dragen voor de gemeenschap.
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] De woorden van de profeet zijn hier op zichzelf zo helder en duidelijk dat zij geen verdere uitleg nodig hebben; Ik kan jullie alleen maar op de grote en duidelijk zeer slechte gevolgen wijzen, hoewel die ook gemakkelijk vanzelf te vinden zijn. Als in een land bij zo'n verwarring eenmaal alle levensverhoudingen in de grootste wanorde raken en door de nood alle mensen van een gemeenschap erg ontevreden worden, dan volgt ook de ene niets ontziende opstand na de andere. Het volk ontwaakt en staat op en jaagt vorsten en zelfzuchtige hoofdlieden op de vlucht of wurgt ze zelfs. En dat bedoelt men als men zegt: 'Het ene volk trekt op tegen het andere.'
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer) : ' Maar dan is alles verwoest en met de grond gelijk gemaakt. Wie ook maar enige schuld gegeven kan worden dat hij door zijn onbarmhartige zelfzucht ook bijgedragen heeft aan het algemene ongeluk van de volkeren, valt helaas jammerlijk ten offer aan de algemene volkswraak. Maar wat dan? De mensen hebben dan helemaal geen enkele leider, geen goede en ook geen slechte. Ze bevinden zich in de grootste anarchie, waarin uiteindelijk iedereen kan doen wat hij wil; een andere, sterkere, kan hem echter ook naar hartelust straffen.
Hoofdstuk 176: Het ineenstorten van verkeerde geloofssystemen uitgelegd uit Jesaja 3, 6 27 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[29] Ik zei: 'Je hebt zoëven toch gehoord wat Ik tegen deze hier nog aanwezige Damasceners gezegd heb! Maar als de waarden daar helemaal niet mee akkoord gaan, neem jij dan het door Mij vastgestelde bedrag van de Damasceners in ontvangst en verdeel het bij een goede gelegenheid onder de armen! En de slechte waarden moeten in plaats daarvan drie volle dagen in de kerker blijven en dan bij hun vrijlating ernstig vermaand en bedreigd worden; dat zal voldoende zijn om hen voor toekomstige gevallen nuchter en redelijk te stemmen.'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...