Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 24 van 72

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[7] Ik weet dat zeer goed en weet ook maar al te goed hoezeer jullie allemaal geheel en al afgeweken zijn van Gods woord, -en daarom ben Ikzelf nu in het vlees van een mens, zoals beloofd, naar deze wereld gekomen, Ik, die in de geest Dezelfde ben die op de Sinaï aan Mozes de wetten gaf, evenals eens aan Adam en later na de zondvloed aan Noach, Abraham, Isaak en Jacob, en zoals na Mozes ook aan de vele profeten. Ik ben gekomen om jullie allen door Mijn leer en daden uit jullie gericht en dood te verlossen, omdat jullie ondanks alle vaderen, ondanks Mozes en alle profeten in de harde gevangenschap van de zonde en de dood terecht zijn gekomen.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar ter beproeving van zijn vrije wil is de mens ook de traagheid en de eigenliefde aangeboren in zijn vlees, waarin de mens zich op deze wereld het meest behaaglijk voelt.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Uit eigen kracht moet de mens leren inzien, dat dit een euvel is voor zijn ziel en hij moet dit met de hem door God gegeven middelen net zo lang bestrijden tot hij een volmaakt meester is geworden over al zijn lichamelijke hartstochten en neigingen. Maar dit vindt de zinnelijke en trage mens te ongemakkelijk en onbehaaglijk; hij laat zich liever zoveel mogelijk strikken in de netten van zijn groeiende zinnelijke driften en daardoor trekt hij duizenden met zich mee, omdat het ook hun behaagt hun vlees in alle traagheid en wellust te baden.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Wanneer dat bij de mensen eenmaal te algemeen begint te worden, erbarmt God zich over hen en stuurt hun altijd op het juiste moment mensen die hen wakker schudden. Maar als die met hun werk beginnen, worden de vele trage mensen razend op hen, gaan hen te lijf, mishandelen en wurgen hen zelfs in hun blinde woede om weer verder te kunnen slapen in de traagheid, die hun vlees zo behaagt.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar toen Abraham nog in het vlees op de aarde wandelde en de profetie tot hem kwam, dat Ikzelf ooit in het vlees in deze wereld zou komen als een Zoon der mensen - wat nu voor jullie ogen is vervuld - en hem ook beloofd werd dat hij Mijn dag en Mijn tijd in deze wereld zelf zou aanschouwen, vervulde hem dat met grote vreugde.(Joh. 8,56)
Hoofdstuk 197: Jezus en de Sadduceeën; het huwelijk in de hemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, hier zijn er velen die nog in het vlees wandelen en in de geest reeds zijn opgestaan, zij zullen de dood dan ook niet meer voelen en smaken maar voortaan eeuwig leven. Dezen hebben Abraham, Isaak en Jacob ook reeds gezien en gesproken en weten waar ze aan toe zijn. Maar jullie weten nog lang met waar Je aan toe bent, ofschoon jullie leven en ook denken en willen. Hebben jullie Mij begrepen?'
Hoofdstuk 197: Jezus en de Sadduceeën; het huwelijk in de hemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Mozes heeft de joden het vlees van deze onreine dieren alleen maar verboden om te voorkomen, dat ze zelf nog onzuiverder zouden worden dan ze al vanaf hun geboorte waren; maar in geval van nood mochten ook de joden het vlees van de als onrein bestempelde dieren eten. Maar wijzelf waren nooit onrein en zullen ook nooit onrein worden, en zo kan ons ook geen enkele spijs die goed is toebereid verontreinigen.'
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Op de wereld tijdens ons leven in het lichaam hebben wij allemaal diezelfde straf doorgemaakt en waren vol twijfel over allerlei zaken; alleen de werkelijke scheiding van ons lichaam heeft ons er pas van overtuigd dat men na het afvallen van het vlees voortleeft. En tijdens dit voortleven gaat het alleen met diegene goed, die in zijn lichaam op de wereld rechtschapen was en goede werken heeft verricht; maar met de lasteraars en degenen die niet rechtschapen, hard en geheel liefdeloos waren gaat het slecht, zelfs duizendmaal slechter dan met degenen die hier in de duistere kerkers smachten.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Ze zijn er nog net zo als zoëven; maar je kunt ze nu niet meer zien, horen of spreken omdat je ziel nog te zeer één is met je vlees en nog helemaal niet verenigd is met Gods geest in haar. Maar als je ernaar gaat streven om je te verenigen met de geest in je, zul je ook altijd de geesten die zich om je heen bevinden kunnen zien, horen en spreken. -Heb je dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Cyrenius zei heel vriendelijk: 'Vriend, ik ken je nog van Ostracine en weet dat je je streng houdt aan jullie joodse wetten, en daarom was het nu ook mijn plicht om zo voor jullie te zorgen, dat jullie gemoed er niet door benauwd wordt. Maar wij, Romeinen, zijn gewend aan onze spijzen, die 's avonds meestal bestaan uit het vlees van dieren die jullie niet eten; voel je dus niet bezwaard, dat ik voor jullie speciale spijzen heb laten bereiden!'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Zie, als God de mensen alleen voor deze aarde had geschapen, zou het wel een vreemde liefhebberij van Zijn kant zijn om aan één stuk door te scheppen en het geschapene dan weer te vernietigen; maar omdat Hij de mensen voor een hoger en eeuwig leven heeft geschapen en hen slechts zo lang op deze aarde laat bestaan tot ze de strikt noodzakelijke beproeving van hun vrije wil, of op z'n minst het bestaan in het vlees hebben doorgemaakt, is het een ware en levende liefhebberij van God ten opzichte van Zijn mensen, dat Hij ze op deze jammerlijke wereld slechts zo lang in het vlees laat leven als voor de ene of andere mens hoogst nodig is! Wanneer de eigenlijke mens deze aarde verlaat, zal hij aan gene zijde wel naar scholen gestuurd worden die geschikt zijn om hem tot de hogere en geheel ware levensvervolmaking te brengen. Daar zal hij dan ook wel een ware voorlichting krijgen over de genesis van de eerste mensen van de aarde.
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] In het verre Opper-Egypte leven nog mensen die op de oervaderen lijken. Die zijn nog heer over de natuur, die hen moet dienen volgens hun wil. Maar om heer over de natuur te worden, moet de ware mens zich in zijn ziel niet ónder de natuur maar in de geest bóven alle natuur van de materie en het vlees verheffen. Want in de natuur van alle materie ligt het gericht, de onmacht en de dood; alleen in de geest ligt de eeuwige vrijheid, het ware leven en alle macht en soevereiniteit. En het bewijs dat dat zo is, heb Ik jullie buiten bij de zee geleverd.
Hoofdstuk 221: Adam en Eva, de eerste mensen van de aarde De pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Wat voor zin heeft het als de mens alle schatten van de wereld voor zichzelf zou kunnen verkrijgen maar daardoor grote schade zou lijden aan zijn ziel?! Kennen jullie de korte levensduur van al het vlees op deze aarde nog niet en het uiteindelijke lot van het vlees? Of je nu als keizer sterft of als bedelaar, aan gene zijde maakt dat niets uit! Wie hier veel had, zal aan gene zijde veel moeten ontberen, maar wie hier weinig of niets had, zal aan gene zijde ook weinig of niets te ontberen hebben en zal des te gemakkelijker en eerder de innerlijke en enig ware levende schatten van de geest verwerven.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wie zich in één keer dermate zou kunnen verloochenen, dat hij alles van de wereld opgeeft en -in de juiste mate -zijn schatten aan de armen zou geven alleen uit pure liefde tot God, en zich niet te buiten zou gaan aan het vlees van de vrouwen, zou waarlijk binnen heel korte tijd voleindigd zijn! Maar wie klaarblijkelijk langere tijd nodig heeft om zich van alle aardse slakken en aanhangsels te zuiveren, moet ook langer wachten tot hij de volledig gelukkig makende toestand van de ware geestelijke voleinding bereikt.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Zo is de zuivere liefde ook in de hoogste mate kuis en beleeft geen vreugde aan de geilheid van het vlees, maar des te meer behaagt haar de zuiverheid van hart.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...