Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 24 van 215

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[20] De SPREKER zegt: " Jullie God zal jullie op de jongste dag zien komen! Geen mens weet er ook maar iets van of God, zoals wij Hem uit de Schrift kennen, ooit een mens uit de dood in het leven teruggeroepen heeft! Omdat geen mens dat ooit heeft beleefd en aan het einde van zijn korte aardse leven alleen maar de zekere dood voor ogen had, werd hij erg bang en begon met een bedroefd gemoed angstig te vragen: 'Wat ben ik, en waar kom ik terecht als dit leven eindigt?' En omdat het aan zogenaamde Godsknechten, die wij de bespottelijk slechte eer hebben om te zijn, nooit heeft ontbroken, moesten die als troost voor de vele vragenden en ten bate van hun eigen belang toch iets uitdenken, dat de vele moeilijke vragenstellers wat rustiger zou maken. Zo ontstond dan de opwekking op de jongste dag, die de hemel waarschijnlijk nooit zal laten aanbreken. Wij denkende dwazen laten ons daarmee ook nog voor de gek houden, en zijn daardoor blind voor de ongelofelijke daden en gebeurtenissen, die voor onze ogen, neuzen en oren plaats vinden! Is het dan werkelijk zoiets groots voor een man, als hij zich als grijsaard nog steeds niet kan losmaken van de reeds geheel beschimmelde kindersprookjes?
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De beide ENGELEN zeggen: "Zo wil Hij het Zelf, want de kinderen hebben altijd al het recht om naar hartelust met de Vader te spreken! Praat daarom niet over domme dingen en omstandigheden, want aan jou ligt het niet dat je een mens bent, maar alleen aan Hem, die jou zo, zoals je bent, uit Zich Zelf heeft geschapen en Zich daarbij door niemand heeft laten raden dan alleen door Zichzelf. Hoe zou Hij dan ook iets aan een ander dan slechts Zich Zelf hebben kunnen vragen, terwijl er buiten Hem geen enkel wezen in de gehele oneindigheid bestond?!
Hoofdstuk 58: De omgang van de aardse mens met de hemelse Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Met vuur, zwaard en veel bloedvergieten heeft het kwade bijgeloof zich nog altijd de weg en de toegang tot de wereld verschaft, maar als het zuivere woord van God zich nu ook op die manier toegang zou verschaffen, zou dan ooit een mens, die met een beetje geest begenadigd is, het als een woord van vrede van God uit de hemel kunnen herkennen? Zou hij niet moeten zeggen: 'God, is het voor U dan niet voldoende dat de mensheid vreselijk door de satan geplaagd wordt en moet U, Almachtige, nu óók nog op satanische manier de arme en zwakke mensen benaderen?'
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Neem maar van ons aan: Zolang een mens niet bij alle mogelijke zaken en omstandigheden met geheel eigen macht de satan van het gevechtsterrein verdrijven kan, is hij nog geen volledig kind van God! Maar hoe zou hij ooit de overwinnaar van deze vijand kunnen worden, als men hem alle gelegenheid zou ontnemen om ook maar met een haar van de vijand in aanraking te komen? Ja, het ware rijk van God kost veel strijd terwille van de algehele vrijheid van het eeuwige leven, en daarom moeten jullie tussen hemel en hel gelegenheid krijgen om te vechten!"
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Wij zeggen je: Niets kan je een waarheidsgetrouwer getuigenis geven over de goddelijke bestemming van de mens, dan de ergste zonde tegenover de grootste deugden der mensen, want daaruit wordt pas zichtbaar welke oneindige vermogens de mensen van deze aarde gegeven zijn! De weg van de mens gaat van de allerhoogste hemel van God, die zelfs voor de engelen ontoegankelijk is, tot in de diepste hel, en als dat niet zo was, zou hij nooit een kind van God kunnen worden!
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Dat is dan de ware verbreiding van de heilige leer in de hemelse orde; alle verdere franje is uit den boze en brengt de planten van Gods hemel weinig of geen zegen. -Heb je alles goed begrepen?"
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Dat gaat heel gemakkelijk en natuurlijk! Alles wat je je maar denken kunt en wilt, volgens je gevoel in je hersens, komt eerst uit het hart. Want iedere nog zo geringe gedachte moet toch eerst de een of andere prikkel krijgen die hem opwekt. Nadat de gedachte in het hart door de een of andere noodzaak geprikkeld en opgewekt werd, stijgt zij op naar de hersenen om door de ziel onderzocht te worden. Die zet dan de ledematen van het lichaam in de gewenste beweging, zodat de innerlijke gedachte in woord of daad omgezet wordt. Dat een mens ooit met zijn hoofd zou kunnen denken is echt een onmogelijkheid! Want een gedachte is een zuiver geestelijke schepping en kan daarom nergens anders ontstaan dan alleen in de geest van de mens, die in het hart van de ziel woont en van daaruit de ganse mens bezielt. Hoe zou nu ooit door de een of andere nog zo fijne materie iets geschapen kunnen worden! Alle materie, dus ook de hersenen van de mens, is toch alleen maar schepping en kan dan toch nooit scheppér zijn?! - Begrijp je dat nu wel en voel je soms al dat geen mens iets in zijn hoofd kan bedenken?"
Hoofdstuk 62: Het denken in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Heeft God dan niet alles geschapen wat de mens tot teken dient? Maar als God alles geschapen heeft, dan zal Hij toch wel blijvend Heer daarover zijn en alles leiden en besturen! En als God alleen de Heer en Bestuurder van alle geschapen dingen en verschijningen is, hoe moeten die dan zonder Hem iets aan kunnen geven? Zijn ze daartoe echter niet in staat, dan moet de mens toch aan God, die alleen alles kan, vragen wat de tekenen beduiden! Is dat niet troostvoller dan duizend van de betrouwbaarste wichelarijen?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De VROUW huilt van vreugde en dankbaarheid en zegt: "Heer, waarachtige meester, uit de hemel ons gegeven! Ik bezit veel; de helft wil ik meteen schenken aan de werkelijk armen, en de andere helft zal ik voor hen beheren, zodat zij bij mij altijd iets achter de hand zullen hebben. Want volgens mij is dat beter, omdat ik weet dat de armen een groter vermogen niet goed kunnen beheren, meestal te veel ineens uitgeven en in tijden van nood dan weer niets hebben!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] O mensen, neem allen aan mij een voorbeeld! Ook ik was een zondares, en God liet Zijn altijd heilige tuchtroede verschrikkelijk op mij neerkomen, maar ik wankelde niet in mijn vertrouwen, had berouw over mijn zonden en bad vurig tot de Vader in de hemel, en zie, Hij, Hij alleen heeft mijn smeken gehoord en hielp mij wonderbaarlijk uit de grootste en verschrikkelijkste nood!
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] De JONGEN keek Mij verwonderd aan en bekeek Mij van top tot teen en zei na wat dieper en beter in zijn herinnering gezocht te hebben: "Hij is toch Degene, die mij bij dat prettige gezelschap wegriep en tegen mij zei: ' Josoë, kom, want je moet op aarde voor Mij getuigen dat Mij alle macht in de hemel en op aarde is gegeven!'
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] En ik volgde Hem gewillig, want ik merkte direkt dat Hij van God gezonden is en de volheid van de goddelijke kracht in Zich draagt en macht heeft over alles in de hemel en op de aarde. Want precies zoals Hij hier is, zag ik Hem eerder in de geestenwereld, waarin ik stellig was toen ik door Hem werd geroepen om in deze wereld terug te keren.
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: " Als Ik dat wilde, dan zou Ik wel in Rome in plaats van in Nazareth ter wereld gekomen zijn! Doe slechts datgene, wat Ik van jullie verlang! Alles wat je meer doet, is heidens en zondig. Weet je dan nog niet dat 'God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf' onuitsprekelijk meer is, dan voor de Heer van hemel en aarde tempels van steen en hout bouwen?
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als, zoals Salomo sprak, de hemelen en aarden al te klein zijn om de majesteit van God te bevatten, wat moet je dan met een armzalig stenen huis van gehouwen of gebakken stenen, terwijl immers de gehele aarde evenals de gehele oneindigheid door God is geschapen?!
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar JAÏRUS zei tegen hem: "Beste neef, je moet nu niet zo gulzig eten, want het kan best zijn dat je in zekere zin nieuw geschapen maag toch nog niet in staat zou zijn om een grote hoeveelheid van deze aardse spijzen te verdragen!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...