Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 24 van 85

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[1] AZIONA zegt: 'Wel, dat hangt er in eerste instantie vanaf, of ik dat geheel en al wil! Inderdaad nemen we niet gemakkelijk iets aan, als we van te voren niet opvallende verschijnselen gezien hebben. En aan de zichtbare werking van de door u aan mij bekend gemaakte reden ontbreekt het hier absoluut niet; mijn voorraadkamer is vol etenswaren, en nu hier deze wijn uit het puurste water! Dat zouden dan toch, zoals men zegt, aardig tastbare bewijzen ervoor zijn! Maar het komt er nu op aan om duidelijk te weten of jullie misschien niet toch heimelijk een of andere specificum bezitten dat in nog zo geringe hoeveelheid toegevoegd ieder zuiver water in wijn moet veranderen! Dat zal waarschijnlijk wel niet het geval zijn; maar die gedachte moet wel bij iemand opkomen, als hij dit zuivere wonder ziet; en zolang men die gedachte niet kan tegenhouden, is er geen sprake van dat er helemaal geen twijfel is, en werkt het door u goed beschreven volledige geloof ook niet! En daarom zie ik bij voorbaat maar al te goed in, dat niemand van ons, bewoners van deze plaats, ooit in staat zal zijn om ook maar een druppel water de smaak van wijn te geven!
Hoofdstuk 175: De stoïcijnse wereldvisie van visser Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Dat ergerde jou en je gezelschap zeer, en je begon tengevolge van je ervaringen, als een wijze met de Grieken om te gaan en je vond spoedig veel toehoorders die jou voor wat je vertelde graag zelfs meerdere munten betaalden; want niemand luistert zo graag naar iemand die van zijn reizen vertelt als juist de reislustige Grieken. Toen je dus een tijdlang met de Grieken was omgegaan, maakte je kennis met een soort wijzen die aanhangers waren van de leer van een zekere Diogenes. Die bevielen jou, omdat ze ondanks hun zichtbare armoede zeer opgewekt en goed gehumeurd waren. Het leek jou vreemd dat mensen die in de diepste armoede verkeerden, wijze redevoeringen hielden, en wat eten en drinken betreft steeds uiterst matig waren, zo opgewekt en tevreden konden zijn. Jij begon steeds meer te vragen naar de reden daarvan, en het werd je duidelijk gemaakt.
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Daarom heb Ik jullie immers die voorbeelden gegeven, opdat jullie de hierop volgende uitleg over satan en zijn engelen gemakkelijker kunnen begrijpen; luister daarom nu verder naar Mij!
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] PETRUS zei: 'Heer, in de Schrift staat ergens: 'De zielen van de gestorven mensen worden in alle rust in de schoot der aarde bewaard tot de Jongste Dag, waarop zij dan weer uit hun lange rust opgewekt worden door de machtige bazuinen van de engelen. Dan zullen de goeden opstaan tot het eeuwige leven in Gods hemelrijk, maar de slechten zullen voor eeuwig verstoten worden naar het rijk van de hel en voortaan gepijnigd worden door de duivels."'
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar IK zei: 'Pas op dat jullie niemand van deze kleintjes verachten! Want Ik zeg jullie: Hun engelen in de hemel zien altijd het aangezicht van Mijn Vader in de hemel!" (Matth. 18,10)
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] PETRUS zei: 'Hebben wij dan geen engelen meer in de hemel die ook altijd het aangezicht van Uw Vader in de hemel zien? Ook zei U eens dat Uw Vader in U woont en volledig één is met U, en nu verplaatst U Hem weer naar de hemel die eindeloos ver hier vandaan is! Nee, dat kunnen we nu weer niet met elkaar verenigen! Hoe moeten we dat dan nu weer opvatten? Is Uw Vader dan afwisselend nu eens in U, dan weer in de hemelen? En hoezo bent Uzelf de ene keer de Vader Zelf en de andere keer weer slechts Zijn Zoon? -Wilt U ons hierover ook een helderder licht geven dan wij tot nu toe hadden?"
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] IK zei: 'Natuurlijk hebben jullie ook je engelen in de hemel, en wanneer jullie die niet zouden hebben, zouden jullie Mijn leerlingen niet zijn! Maar die kleintjes hebben ze ook, en daarom moeten jullie hen niet verachten; want ze zijn volledig gelijkwaardig aan jullie! En Ik zeg jullie dat, omdat Ik maar al te goed weet dat jullie geen kindervrienden zijn.
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wanneer jullie deze zachtmoedige, lieve kinderen; die zo zuiver zijn als engelen, niet kunnen liefhebben, hoe zullen jullie dan wel je naasten en jullie God liefhebben?
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Daarom zeg Ik jullie, en door jullie alle mensen aan wie dit evangelie gepredikt wordt, nog één keer: Wie zo'n kind opneemt in Mijn naam, neemt Mij op; en heeft hij Mij zo in alle liefde opgenomen, dan heeft hij ook de Vader in de hemel opgenomen en in zijn huis zal het niet aan zegen ontbreken. Want zulke kinderen zijn de echte en ware zegen van God Zelf in een huis waar zij zijn en verzorgd, gevoed en tot ware mensen gevormd worden, en het maakt niet uit of het een jongen of een meisje is; in hun jeugd zijn ze gelijk de engelen van de hemel.
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[19] Toen zei IK: 'Als het al volgens een bepaald getal moet gebeuren, dan is het Mozaïsche getal zeven te weinig, maar zeventig maal zeven maal dient dat te gebeuren! (Matth. 18,22) Want hieruit bestaat immers vooral het hemelrijk, dat er onder de mensen dezelfde liefde, eendracht en vergevingsgezindheid heerst als in de hemelen onder Mijn engelen, waarvan jullie er reeds enkele hebben leren kennen"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zei: 'We zullen een zeer verborgen plaats bezoeken en daar rust nemen; want we hebben tot nu toe hard gewerkt. Op ingespannen arbeid moet ook rust volgen; laten we daarom maar flink doorlopen, dan zullen wij deze verborgen plaats spoedig bereiken! Daar zullen jullie Mijn engelen waarachtig zien opstijgen en neerdalen; laten we dus maar flink doorlopen!"
Hoofdstuk 259: De leerlingen vragen naar het hemelse loon (Ev. Matth. 19, 27 -30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] DE WAARD zegt: 'Ja, ik begrijp het nu steeds beter en in de loop van de tijd zal ik het hopelijk nog beter begrijpen! Maar nu nog één vraag! Kijk, ik ken toch de Schrift; ik heb daarin vaak over engelen Gods gelezen die pure geesten zouden zijn! Zijn dat soms de geesten die zich met onze zielen moeten verenigen om deze volledig gelijk aan God te maken?"
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zei: 'Voor een heel klein deel soms wel, wanneer Mijn ordening hen daar om heel bijzondere redenen voor bestemt; maar zoiets gebeurt altijd maar hoogst zelden. Maar wat vaker gebeurt en ook in de toekomst nog vaker zal gebeuren is, dat ook heel veel engelen de weg van het vlees zo zullen doormaken als Ikzelf deze nu doormaak als de hoogste geest van God, opdat zij dan ware kinderen van God kunnen worden.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Want als dat nooit zou kunnen, dan had Ik zeker geen leerlingen bij Me opdat deze even volkomen zullen zijn als de Vader in de hemel en in Mij volkomen is; want Ik heb toch zeker geen mens nodig als dienaar omdat Ikzelf alle mensen dienen kan en dat ook altijd doe. En als Ik al wezens wilde hebben die Mij zouden dienen, dan hoefde Ik het maar te willen en er stonden in één enkelogenblik talloze scharen van de machtigste engelen tot Mijn beschikking, die Mij op Mijn wenken zouden bedienen. En hieruit kunnen jullie al onfeilbaar de conclusie trekken, dat Ik alleen maar leerlingen tot Mij genomen heb opdat zij van Mij alles zullen leren wat Ikzelf kan, en dat Ik ook om deze zelfde reden naar jullie ben gekomen. - Zeg Me nu, of jullie nu nog niet durven te spreken in Mijn aanwezigheid!"
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] De volgende dag gingen we naar de ver weg wonende buur en daar brachten we de hele dag alsook de hele nacht door. Hier gebeurde het dat Ik Mij en ook de andere gasten voor allen zichtbaar door de engelen van de hemel liet bedienen. Hun verwondering nam toen al helemaal geen einde meer en de bewoners hadden helemaal het gevoel alsof ze in de hemel waren. Ze spraken ook over velerlei dingen met deze zuivere hemelgeesten ,en loofden hun grote wijsheid en grote macht; want er werden in deze nacht vele wonderen verricht en wel ten behoeve van deze zeer brave bergbewoners.
Hoofdstuk 276: De Heer neemt afscheid van het dorp in de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...