Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1169 resultaten - Pagina 24 van 78

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[5] DE HOOFDMAN was erg blij over de openhartigheid van de tien en zei: 'Dat jullie daarin volkomen gelijk hebben, spreekt vanzelf; maar wanneer jullie al, zoals ik vast heb kunnen stellen, alle hoofdbeginselen van de leer volledig onder de knie hebben en precies weten watje te doen en te laten hebt, zou het volgens mij voor jullie ook tijd zijn om je onder de heidenen begeven en hun mogelijkerwijs ook over het grote genadelicht van God te vertellen dat jullie ten deel is gevallen. -Wat denken jullie daarvan?'
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[37] Niemand durfde echter te openlijk iets tegen Mij te laten horen, uit angst voor al die joden die vast in Mij geloofden en op Mij hoopten. (Joh. 7, 13)
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[33] EEN KNECHT zei: 'Ja, vervloekt of niet, -wanneer het vervloekte volk ons en jullie er dan vast en zeker voor stenigt, wat dan?! Vandaag scheelde het al niet veel! Als wij de tempel niet zo snel verlaten hadden, zou het ons niet zo erg best zijn vergaan! Het vervloekte volk zou ons zeker de vloek die wij hen gegeven hebben met woeker hebben teruggegeven! Wat vandaag echter nog niet is gebeurd, kan gemakkelijk morgen of overmorgen gebeuren. Het lijkt ons beter om die man met rust te laten! Als hij een profeet is, ons door God gezonden, zullen wij met al onze macht niets tegen hem uit kunnen richten; is hij het echter niet, dan zal de zaak vanzelf wel doodbloeden.'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maarbij Bethanië zei IK tegen de broeders: 'Gaan jullie nu vast vooruit en vraag aan Lazarus of hij een goed middagmaal klaar wil maken; maar spreek nog niet over Mij! Daarna zal Ik komen, en dat zal hem een groot plezier doen.'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Of is het vandaag soms anders? Gaat het domme, blinde volk niet naar de tempel om de Schrift te aanbidden? Maar van wat daarin staat, weet het weinig of niets, en het heeft ook geen behoefte om dat te weten, want het stelt er zich al volkomen tevreden mee dat de gewijde priester van God dat begrijpt, en dat de gewone mens niets anders nodig heeft dan wat de priester hem vertelt en te doen wat de priester wil; want de priester weet vast wel waarom.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] De latere opvolgers zullen echter, hoewel zij geenszins alwetend zijn, door berekeningen zulke verschijnselen nog veel preciezer vast kunnen stellen en daarom is het ook niet zo belangrijk als jullie denken.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei tegen hen: 'Waarom vinden jullie dat zo wonderlijk? Kijk, net als Ik, had een ander wijs en verstandig mens jullie dat ook kunnen voorspellen als hij uit lange ervaring met zekerheid zou weten hoe de hebzuchtige tempeldienaren zich bij zulke gelegenheden gedragen, en hoe zij met al zulke natuurverschijnselen steeds hun voordeel weten te doen! Iets vast te stellen wat voor ieder die goed nadenkt volkomen voor de hand ligt, is helemaal niet zoiets bijzonders; maar zonder berekening bepalen wanneer zo 'n verschijnsel optreedt, is heel wat uitzonderlijker, hoewel de Essenen het ook door berekening tamelijk precies van tevoren kunnen bepalen, en van deze geheime rekenkunst ook altijd gebruik hebben gemaakt.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Daarop gingen wij rusten en sliepen vast tot het al weer licht was.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Men zegt weliswaar: God doet ieder mens de juiste kennis van waar en onwaar en van goed en kwaad toekomen; maar wanneer gebeurt dat? Volgens mijn ervaring vaak pas dan, wanneer de mens reeds zo vast zit in alles wat verkeerd en kwaad is, dat geen enkele ware leer hem ooit meer kan helpen. Wanneer de mensen ettelijke honderden jaren zonder enige voelbare goddelijke invloed gebleven zijn, gaan zij God noodzakelijkerwijs steeds meer vergeten en maken dan eigen wetten en levensvoorschriften, waardoor ondanks heel strenge navolging het geluk van de mensen niet tot stand gebracht kan worden. Zodra de mensheid dan tenslotte helemaal verdierlijkt is, komen er, aanvankelijk slechts kleine, openbaringen door geroepen mensen. En werpen die geen vruchten af, dan volgen er pas grotere. En hebben ook die geen uitwerking, dan volgt er al een strafgericht. Heer, waarom dat nu eigenlijk zo moet zijn, begrijp ik zelf nog lang niet!
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Tenslotte zullen er nog heel veellater nogmaals, vlak voor een groot gericht, zieners gewekt en toegelaten worden, die de korte, grote inspanning op moeten brengen om de zeer onzuiver geworden leer te zuiveren, opdat deze behouden en niet door de meer verlicht denkende mensheid als oud priesterbedrog verworpen wordt. Deze derde groep arbeiders in Mijn wijnberg zullen niet door grote wonderdaden, maar alleen door het zuivere woord en de Schrift werken, zonder een andere opvallende openbaring te krijgen dan slechts het innerlijke, levende woord in het gevoel en in de gedachten van hun hart, en zij zullen vol zijn van helder, verstandig geloof en zo, zonder wonderen, de verdorde mensenwijnstokken in Mijn wijngaard oprichten, en dan van Mij ook hetzelfde loon krijgen dat jullie als arbeiders voor een hele dag zullen krijgen; want het zal voor hen veel moeilijker zijn om vast en zonder twijfel datgene te geloven wat meer dan duizend jaar vóór hen hier is gebeurd.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij zullen echter binnenkort nog meer gasten krijgen, namelijk echte Romeinen en Grieken. Zij zullen hier eten en waarschijnlijk hier ook overnachten, want beneden is er in de hele stad vrijwel geen onderdak te vinden, en jij als waard kunt je daarop vast wat voorbereiden.'
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE ROMEIN zei: 'je hebt nu weliswaar heel gepast gesproken, maar wij Romeinen weten maar al te goed hoeveel waarde jullie aan de oude wet hechten. Het gaat jullie er alleen maar om de opbrengst van jullie godsdienst en jullie tempel. Ieder van jullie verkoopt jehova zowel als Mozes en de andere profeten voor een paar pond goud en zilver! Als dat niet zo was, zouden jullie de Samaritanen niet haten en vervolgen omdat zij jullie nieuwe voorschriften niet aannemen en vast bij Mozes en de andere profeten zijn gebleven!
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar EEN VAN DE MEEST ONGELOVIGEN van hen zei: 'Ik geloof, dat die heiden mij geen enkele verstandige vraag kan stellen die ik niet zou kunnen beantwoorden. Ik neem de weddenschap aan; maar er moeten ook scheidsrechters bij zijn, die vast zullen stellen of mijn antwoorden goed en juist zijn.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Dat ligt allemaal echter vast in de oergoddelijke orde, en alles wat maar natuur heet moet zich naar deze wetten voegen. - Nu weet je ook wat kometen zijn, en kun je het ook aan denkende mensen bijbrengen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ja, als Ik nu bijvoorbeeld naar Perzië zou gaan, of naar Indië of Athene of naar Rome, en daar zulke tekenen zou doen als Ik hier al bij jullie heb gedaan, dan zou daar geen mens ooit iets anders durven doen dan wat Ik had voorgeschreven. Zulke puur aardse zielen zouden daar duidelijk in hoge mate hun vrijheid kwijt zijn, en met het beproeven van hun vrije wil zou het dan voor lange tijd helemaal gedaan zijn. Maar Mijn tekenen schaden jullie niet in het minst, omdat jullie absoluut niet lichtgelovig zijn; want voor men jullie zover heeft dat je vast en zeker gelooft, moet men jullie ook al veel hebben laten zien, en zelfs dan zitten jullie nog vol met allerlei twijfels en vragen nu eens dit en dan weer dat. Wie dat echter bij Mij doet, heeft geen gedwongen geloof, maar een vrij geloof; want hij eist volledig in te zien en te begrijpen wat hij gelooft, en wat hij niet inziet en begrijpt, gelooft hij ook niet.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...