Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 24 van 128

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[5] Toen bogen DE BEIDE PROFETEN zich diep en zeiden als met één stem: 'O Heer, Uw wil alleen is heilig en geschiede altijd en eeuwig zoals bij ons in de hemelen ook bij alle mensen en geesten op aarde! Wij beiden waren toen wij op aarde leefden groot, en stonden in hoog aanzien omwille van Uw naam; maar wij zouden liever nu met U samen zijn op aarde, zoals deze drie en nog die anderen die niet hier zijn, ofschoon ze nu en nog lange tijd omwille van Uw naam veracht en vervolgd worden!"
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En in dat opzicht zou U inderdaad een Messias zijn die niets meer te wensen over liet, omdat U het erfelijk kwaad vanuit de wortel het beste kent! Nu, misschien vergis ik me hierin wel; maar ik ben toch weer van mening dat een andere Messias ook geen andere leer aan de mensen zou kunnen geven dan U, aan wie waarlijk alle dingen, zaken en omstandigheden van alle mensen en schepselen bekend zijn en aan wie ook alle krachten van de natuur en alle geesten en goden van alle luchtstreken geheel en al trouw, gehoorzaam en onderdanig zijn. Eerlijk gezegd, voor ons hier bent U en die jonge man daar een volledig ware Messias; wat de andere vele mensen van de aarde betreft, die gaan ons nog minder dan niets aan. Als U niet goed genoeg voor hen bent, dan moeten ze er maar een uit Indië, Perzië of Egypte over laten komen!
Hoofdstuk 205: De verklaring van het begrip Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zouden er slechts één, twee of ook drie zo denken en voelen, en zouden de anderen meer deemoedige en inschikkelijke geesten zijn, dan zou dat een soort monarchie in het rijk der geesten opleveren waar er één gebiedt en miljoenen hem gehoorzamen. Maar daar is dat niet zo; want daar wil ieder een monarch zijn en op tirannieke wijze zijn even heerszuchtige buren beheersen. En zo'n slechte hartstocht heeft dan een bijna onblusbare onderlinge haat tot gevolg, constante ruzie, twist, strijd, vervolging en een letterlijke oorlog, waarbij weliswaar niemand gedood kan worden, -maar waar de onderlinge grenzeloze haat en toorn de vorm aanneemt van een woedend verwoestend vuur dat uit de strijders oplaait, met welk vuur ze zich dan wederzijds kwellen en bestrijden.
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Wanneer het er voor de vreemde naties en volkeren werkelijk zo uit zou zien als jij het in je vraag stelt, zou het wel wat treurig gesteld zijn met het zieleheil van de mensen op aarde; maar het ziet er toch wel een beetje anders uit, en derhalve is aan ieder mens de gelegenheid gegeven om zich, van welk geloof hij ook is, meer op het geestelijke dan op het materiële te richten. Als dit het geval is, kan een ziel aan gene zijde al niet meer helemaal door de materiële pool worden aangetrokken, maar verkeert met haar altijd volkomen vrije wil in een soort zweeftoestand, waarin ze noch tot de ene, noch tot de andere pool behoort. Deze toestand van de zielen noem Ik een middenrijk, waarin de zielen door reeds voleindigde geesten meestal naar de betere pool geleid worden.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[21] Daarop kwamen Mijn leerlingen bij Mij en vroegen Me: 'Heer, vertel ons nu waarom wij niet in staat zijn geweest om deze geest uit te drijven; we hebben immers enkele andere geesten in Uw naam uitgedreven?" (Matth. 17,19)
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Wie dat doet zal ook gerechtvaardigd zijn en Gods aangezicht aanschouwen; maar dergelijke zalige geesten zullen op een veel lager niveau staan dan zij die hun wereldse wijsheid ook door woorden en daden tot een goddelijke hebben verheven.
Hoofdstuk 245: Verklaring van de beelden over ergernissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik zeg jullie: Alles, bomen en planten en alle dieren van de aarde, is ervoor bestemd om de gerichte geesten uit de harde materie te verlossen, en dat gaat van stap tot stap tot aan de mens toe. Wat er dan met de mens gebeurt weten jullie nu inmiddels, en zodoende hoef Ik over het natuurverschijnsel dat wij hier zien verder niets meer uit te leggen. -Maar roep Petrus nu naar binnen; dan zal Ik hem en jullie iets mededelen!"
Hoofdstuk 251: Een zwerm sprinkhanen Aan de overkant van de Jordaan aan de Zee van Galilea (Ev. Matth. hfdst. 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar hier komt nog bij dat ik openlijk moet bekennen, dat u, meester aller meesters, buitengewoon veel lijkt op die werkelijk wonderbaarlijke jongen, vooral in uw gezicht. Ik wil daarmee echter helemaal niet beweren dat u nu de man bent die vroeger deze jongen was, maar het is ook niet bepaald onmogelijk; maar ik wilde hier alleen maar mee zeggen dat het hoogst merkwaardig is, dat verwante grote geesten, wanneer ze één en dezelfde tendens volgen, ook heel vaak in hun gezicht op elkaar lijken.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] DE WAARD zegt: 'Ja, ik begrijp het nu steeds beter en in de loop van de tijd zal ik het hopelijk nog beter begrijpen! Maar nu nog één vraag! Kijk, ik ken toch de Schrift; ik heb daarin vaak over engelen Gods gelezen die pure geesten zouden zijn! Zijn dat soms de geesten die zich met onze zielen moeten verenigen om deze volledig gelijk aan God te maken?"
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen we weer in het dal voor de rotsspleet stonden, legden allen merktekens neer van daar tot aan de eerste huizen, zodat ze de volgende keren deze geheime weg terug zouden kunnen vinden. Wegingen nu in geheel tegengestelde richting naar de veraf wonende buurman, wiens huis op een behoorlijk hoge heuvel stond en ongeveer een half uur van de andere huizen vandaan lag.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De bezitter van het huis bood onmiddellijk aan om er snel naar toe te gaan, omdat het maar amper een kwartier zou vergen, als men snel liep. Hij nam een schep en een vat mee, maakte met gemak enkele stukken van de bergwand los, vulde het vat ermee en bracht het onmiddellijk naar ons toe. Allen proefden het zout en vonden het voortreffelijk. Toen bedankte men Mij weer. Ik zegende dit hooggelegen huis en vervolgens begaven wij ons allen op de terugweg; ook de ver weg wonende buur ging met ons mee en nam zelfs zijn vrouwen een paar volwassen kinderen mee.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen zei IK tegen hem: 'Gedeeltelijk ook wel; maar de mensen die je op die wereld hebt gezien zijn nog lang geen geesten en derhalve ook geen zaligen, maar ze zijn voor die wereld even materiële mensen als jullie hier op deze planeet, alleen met het verschil dat alleen jullie, mensen van de aarde, ertoe geroepen zijn om Gods kinderen te worden, terwijl dat met alle andere mensen op de talloze myriaden hemellichamen over het algemeen niet het geval is, ofschoon ze er niet helemaal van buitengesloten zijn. Maar daar is er veel meer voor nodig dan hier op deze aarde, die er al van meet af aan voor bestemd werd.
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] De volgende dag gingen we naar de ver weg wonende buur en daar brachten we de hele dag alsook de hele nacht door. Hier gebeurde het dat Ik Mij en ook de andere gasten voor allen zichtbaar door de engelen van de hemel liet bedienen. Hun verwondering nam toen al helemaal geen einde meer en de bewoners hadden helemaal het gevoel alsof ze in de hemel waren. Ze spraken ook over velerlei dingen met deze zuivere hemelgeesten ,en loofden hun grote wijsheid en grote macht; want er werden in deze nacht vele wonderen verricht en wel ten behoeve van deze zeer brave bergbewoners.
Hoofdstuk 276: De Heer neemt afscheid van het dorp in de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] De materie is een graf van het gericht en de tijdelijke dood en de dode geesten in deze graven moeten ook Mijn stem horen en Mijn wil gehoorzamen, zoals jullie nu gezien hebben. En zoals deze steen nu plotseling is opgelost, zo zal het ook stukje bij beetje met de hele aarde gaan, en dan zal daaruit een nieuwe, geestelijke, onvergankelijke aarde ontstaan vol leven en geluk voor haar geestelijke bewoners, en er zal gericht noch dood op haar hemelse velden heersen; want zij zal ontstaan uit het leven van allen die uit haar ontstaan en op haar geboren zijn.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zeg: 'Dat begrijpen jullie nu nog niet! Er zijn in de aarde, op de aarde en in de lucht nog niet uitgezuiverde, boosaardige geesten, die er steeds op uit zijn het vlees van de mens te bemachtigen. Zij zijn noodzakelijke uitwassen van het oude gericht van de aarde, die naar gelijkgestemden zoeken onder de kinderen van deze wereld en hun zintuigen heimelijk benaderen. Dat vinden de kinderen van deze wereld prettig en zij volgen de geheime verlokkingen van zulke geesten.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...