Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 24 van 139

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[4] Geloof me: Iets wat groter, verhevener en God meer waardig is dan Davids psalmen en Salomo's hooglied is er op aarde sinds Noach niet geschreven en gezongen. Maar daarom zijn David en Salomo Mij niet meer waard en. welgevalliger geworden! Salomo heeft zichzelf uiteindelijk geheel bulten Mijn genade geplaatst, en David werd niet door zijn psalmen een man naar Gods hart, maar alleen doordat hij Mijn wil heeft erkend en er vrijwillig naar heeft gehandeld. En pas omdat hij dat deed, kregen zijn psalmen waarde voor Mij. Je ziet nu dus, wat alleen waarde voor Mij heeft. Doe dat dus, en je zult Mij daardoor het meest eren, tot Mijn ware vreugde en tot waar heil voor je ziel!
Hoofdstuk 127: De liefde als meest ware lofprijzing van God. De Heer geeft gelijkenissen over de aarde en het planten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wanneer jullie, en dus ook jullie leerlingen, je voortaan onveranderd aan deze norm houden, dan zal er ook nooit een gericht over jullie kunnen komen, omdat jullie dan immers boven het gericht staan. Maar als jullie je op het een of andere vlak iets gelegen laten liggen aan een oude, uitwendige wet en op een of andere manier nog aan een oude, uiterlijke formaliteit hangen, zullen jullie je ook weer aan een gericht blootstellen en de dood zal in dezelfde mate bezit van jullie nemen als jullie jezelf onder een oude, formele wet hebben geplaatst!"
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Wel, als dieren die geen verstand hebben, maar slechts een instinctmatige intelligentie, zich al wreken op een bedrieger, hoeveel temeer is dat dan te verwachten bij de verstandige mensen en hoeveel meer nog bij de geesten, voor wie geen bedrog meer plaats kan vinden omdat hun inzicht en onderscheidingsvermogen daar te helder voor is geworden!"
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) "Je ziet dus, dat aan gene zijde alles zichtbaar wordt en ook moet worden, omdat anders de talloze verschillende verenigingen van geesten onmogelijk zouden kunnen bestaan. En nu is het dus de vraag wat voor gezicht iemand aan gene zijde zal zetten, die hier bij de mensen hoog in aanzien stond vanwege zijn wonderbaarlijke daden, en bij wie aan gene zijde maar al te duidelijk zichtbaar wordt dat al zijn wonderdaden in feite heel gewoon bedrog waren; en al was het bedrog zelf nog zo goed bedoeld, het moest wel betaald worden en het werd als echte waar aan de blinde koper verkocht -en dat vaak voorheel veel geld!
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Voor wat voor werkzaamheden zouden dan tenslotte zulke geesten gebruikt kunnen worden? Ik zegje: De bomen in het bos en de rotsen in het gebergte zouden er in hun zelfwerkzaamheid, die voor een vrij leven strikt onontbeerlijk is, vele malen beter aan toe zijn dan een mens die reeds vanaf zijn geboorte in ieder opzicht geheel volmaakt zou zijn!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ja, hier is een groot licht dat er nog nooit is geweest, dat zie, voel en geloof ik; maar de even grote nacht die op dit licht zal volgen, zal niet uitblijven! Geluk voor degenen die zich vandaag in dit licht kunnen koesteren; maar des te meer ongeluk voor degenen, die ingehaald worden door de nacht die op deze dag volgt! Ze zullen zeer luid om licht gaan roepen en daardoor de geesten van de nacht wekken en flink toegetakeld worden. Ik heb nu gesproken en jullie als machthebbers staat het vanzelfsprekend vrij om mij volgens jullie wil te berechten!"
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Daarom zullen er velen komen en hier hun lichamelijk heil zoeken en ook vinden. Met je kinderen zul je deze vele gasten niet voldoende kunnen bedienen; daarom zul je dienstbare helpers aan moeten nemen. Daar zal Mijn dierbare vriend Cyrenius je in het begin bij helpen. Later zul je dienstbare geesten in overvloed hebben, want alle werkelozen en brodelozen zullen je weten te vinden. Wie komt om werk te zoeken, moet je dit naar mogelijkheid geven; en aan allen moet ook Mijn evangelie gepredikt worden, opdat de dienende slaven ook vrije mensen worden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Men heeft hier voor ons zelfs vallen geplaatst om ook ons door geweld of list los te maken van de tempel en daarom laat men ons een wonder zien, dat in een ogenblik tot stand moet zijn gekomen, maar waar men in het geheim heel goed enkele jaren voor nodig gehad kan hebben, en daarmee probeert men ons nu voor de gek te houden; maar omdat wij ook mensen zijn die al heel wat ervaring hebben, zal dat werkelijk niet zo gemakkelijk gaan! Voor het blinde volk wonderen te verrichten is gemakkelijk, -maar voor een scherpziende Farizeeër is dat heel moeilijk! Wij weten wat we zijn en wat de wereld is, en hoe deze altijd en overal met alle mogelijke middelen in haar eigen voordeel weet te handelen en daarom zeggen wij: Dit badhuis met de buitengewoon prachtig ingerichte tuinen en deze haven strekt de heren Romeinen als uiterst goede architecten tot eer, zonder dat wij het beschouwen als een wonder dat in een enkel ogenblik tot stand is gebracht!'
Hoofdstuk 162: Cyrenius onthult de mening van de Farizeeër over de wonderwerken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Na een poosje zei de FARIZEEËR eindelijk: 'Nee, hier zijn waarlijk geen natuurlijke dingen in het spel! Ik wil van hetgeen ik openlijk met Marcus in de haven besproken heb, niets zeggen -want het zou immers kunnen zijn dat er iemand is die zo'n scherp gehoor heeft, dat hij op afstand ons gesprek kon verstaan -; maar om nu ook te horen wat ik heimelijk bij mezelf heb gedacht, dat gaat de diepste menselijke kennis te boven! Dat is een wonder; waar echter een wonder van de hoogste soort mogelijk is, daar is ook de mogelijkheid voor al het andere aanwezig, en ik begin nu ook al serieus te geloven dat dit prachtige huis op wonderbaarlijke wijze is ontstaan! Meer kan ik nu niet zeggen. Als dit echter allemaal door de macht van de beroemde Nazarener is gebeurd en nog steeds gebeurt, dan moet hij zonder meer een hoger wezen zijn, een God in volle ernst, aan wie alle geesten van de lucht, de aarde, het water en het vuur onderdanig gehoorzamen en waar geen enkele menselijke macht zich tegen kan verzetten.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Zie, beste en zeer achtenswaardige vrienden, jullie kunnen doen wat jullie willen en kunnen, en evenzo allerlei wijsheid spreken, schrijven en onderwijzen, het is toch allemaal ijdel! Alleen datgene, wat ik jullie vanuit mijn zeker eenvoudige en onbaatzuchtige armzaligheid gezegd heb, is en blijft waar. Want dat leert de mens de dagelijkse ervaring, en deze kent als de oeroudste leraar van alle schepselen beslist geen enkele uitzondering, omdat zij aan alle schepselen zo eigen is als deze beide ogen mij eigen zijn zolang ik leef Alle andere wijzen en profeten hadden hun wijsheid en hun kennis weer van hun voorgangers en wilden het daarmee opnemen tegen de oude ervaring; maar het is allemaal puur voor niets en ijdel! Daar beneden zijn ze reeds lang vergaan en niets is er van hen overgebleven dan hun lege, wijze leringen en sommige van hun grote daden. Alleen zwakke geesten die nog sterk aan dit onbeduidende leven hangen, kunnen in dergelijke hersenspinsels nog enig behagen scheppen en er soms zelfs nog een ijdele troost in vinden.
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Dat was voor jou een ware bliksem en donderslag. De vrouw werd nu naar voren geleid en op een rustbed geplaatst. De magiër legde haar zijn handen op, waarop ze insliep. Spoedig daarna raakte de maagd in een soort extase en begon met de magiër te praten, waarop deze zei: 'Wie nu iets wil vragen, kan komen, maar altijd hoogstens drie mensen, en onder de voorwaarde dat wanneer zij mensen aanwijst die zich moeten verwijderen, deze hier dan ook zonder meer gehoor aan geven, omdat hun anders iets onaangenaams zou kunnen overkomen! En iemand met een geweten dat niet helemaal zuiver is, moet vooral niet in de buurt van deze vrouw komen, maar via een bemiddelaar de vraag slechts aan mij stellen, dan zal haar door mij heel heimelijk het antwoord ingegeven worden! Deze toestand van de vrouw zal anderhalf uur duren!
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] JOHANNES zegt: 'Veel minder dan voor het bestaan vóór dit leven! Zeker, er is ook wel sprake van een pré-existentie, maar die is niet zo vrij, individueel, als het bestaan na dit leven; want opdat het geestelijk bestaan met voortdurend zeer sterk gebonden blijft aan en in de oergeest van de eeuwige en oneindige Godheid, heeft de Godheid Zelf de materie geplaatst tussen Zichzelf en de geest die mens moet worden, opdat de oorspronkelijk goddelijke mensengeest, als hij een godgelijke zelfstandigheid wil bereiken, uit de meer etherische delen van de ziel een op hemzelf gelijkend wezen maakt, het met een substantiële, maar toch ook geestelijk intelligente ziel tot leven brengt, en deze ziel dan ongemerkt verder ontwikkelt in de grootst mogelijke vrijheid van haar wil. En wanneer deze ziel dan in alle goede kennis en de werkzaamheid die het gevolg daarvan is, zo zeer is gegroeid, dat zij op haar oergoddelijke geest is gaan lijken, -hoofdzakelijk door de ware kennis van de enig ware, eeuwige God, in de liefde tot Hem en daardoor ook tot de naaste -en daarbij vol deemoed, geduld en bescheidenheid is, dan vindt er een voor alle eeuwigheden onscheidbare eenwording plaats van de ziel met haar oereeuwige geest.
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Met mijn verstand zie ik de eigenlijke en boven alles gelukkig makende reden van een eeuwig bestaan na dit leven niet in. En tenslotte begint ons mensen nog de vraag naar ruimte en plaats zeer te benauwen! Wanneer bijvoorbeeld op deze aarde honderdduizend maal honderdduizend jaar achtereen mensen verwekt worden zoals nu, en niet alle zeeën in land veranderen, waar -waar moeten dan alle mensen plaats en voedsel vinden! En welke ruimte zullen al die eeuwig voortlevende geesten nodig hebben? Want ook geesten moeten in een of andere ruimte zijn, omdat buiten de ruimte die volgens Plato oneindig moet zijn, nergens een bestaan denkbaar is.
Hoofdstuk 185: Hirams bezwaren tegen het eeuwige voortbestaan van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En als je reeds aeonen maal aeonen aardse jaren als zuivere, zelfstandige en vrije geest in het meest hemelse gezelschap van aanjou verwante zuivere geesten de steeds grotere wonderen van God zult hebben aanschouwd, dan zal het nog eindeloos lang duren voordat je aan het echte begin ervan staat! Als je dat goed tot je door laat dringen moet je wel een aldoor groeiende vreugde voor het leven voelen en er geen afschuw 'Van krijgen! -Zeg jij me nu maar, hoe dit je bevalt'
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wat zijn het voor geesten, die hun zielen ter ontwikkeling in lichamen van doofstommen plaatsen en in lichamen van mensen die reeds vanaf hun geboorte achterlijk en dwaas zijn? Wat voor geestelijke groei van een mensenziel kan men redelijkerwijs in zulke lichamen verwachten? - Dat is de eerste vraag.
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...