Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 24 van 90

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[5] Eensdeels, als een kind heel slechte en verdorven ouders heeft, lijkt dit voorschrift helemaal terecht, maar als een kind, dat vaak van nature lichtzinnig is, heel goede en waardige ouders heeft, die voor God en alle mensen alle achting, liefde en eer van hun kinderen verdienen, lijkt mij dit veel te tempels hebzuchtig uitziende voorschrift weer helemaal niet terecht. Het hele voorschrift heeft een erg menselijk geurtje en het straalt bar weinig goddelijks uit, maar dan staat er ook weer ergens: 'Naar hen, die zitten op de stoelen van Mozes en Aiiron, moet je altijd luisteren en je moet doen wat zij je voorschrijven!'
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, het is waar dat er een gebod is, echter pas uit de tijd van de Richteren, waar bij monde van een ziener geboden wordt te luisteren naar degenen die op de stoelen van Mozes en Aäron zitten en te doen wat zij door Gods geest voorschrijven, maar slechts dan, als hun werken goed zijn. Als hun werken slecht zijn, moeten zij van de stoelen verstoten worden door de meest waardige nakomelingen van Levi.
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar degenen, die op de genoemde stoelen zaten, wisten hun werken zeer te verdoezelen. Er zaten en zitten nog, inplaats van waardige opvolgers van Mozes en Aäron, slechts verscheurende wolven in schaapskleren op de heilige stoelen en als zodanig hebben zij, onder het mom van Gods wil, wetten temidden van het volk geslingerd, waarvan zelfs de wereld moet huiveren!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar dat voorschrift is ook een echte kameel waarop de Farizeeën al heel veel valse en slechte waren als echte de tempel hebben binnengesmokkeld, die het volk tegen de hoge prijs van zijn morele vrijheid voor volkomen echt moet kopen. Dat is een kwalijke zaak. Mij lijkt zo'n voorschrift, dat slechts aan bepaalde mensen een exclusief voorrecht geeft, een duivels gat waardoor de satan altijd binnen kan komen in het heiligdom. Deze bevoorrechte heiligen overschatten zichzelf, worden eerst in zekere zin op een vrome wijze trots en met een heilig geurend profetenaureool omgeven, maar later worden zij dan in volle ernst heerszuchtig en tiranniek, hoogmoedig en mateloos trots, - maar zitten nog steeds op de zetels van Mozes en Aäron! Ik vind echter broeder, - weet je, zo onder vier ogen! -dat dan de satan maar beter zelf meteen deze heilige zetels in beslag zou kunnen nemen! En door zulke ware plaatsvervangers van de satan op de zetels van Mozes en Aäron zijn heel kwade, menselijke voorschriften in de plaats gekomen van de goddelijke en wij moesten ze slikken, omdat het kameelachtige 'hellegat' voorschrift beveelt te luisteren naar hen, die op de heilige zetels zitten en te doen, wat zij bevelen.
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ja, de wet op zich zou wel goed zijn, als men de zekerheld had, dat op de heilige stoelen altijd slechts de waardigste opvolgers van Aäron en Mozes zouden prediken, maar wat voor echt drakevolk heeft er al niet op de heilige stoelen gezeten en daar niet zelden het ziende volk de schandelijkste wetten als scherp zand in het gezicht geslingerd, waardoor dit dan voor het grootste deel verblind moest worden! En zulke, alle waanzin te bovengaande voorschriften blijven vervolgens als een grot,e kwelling van de mensheid bestaan en niemand heeft meer de moed dit juk af te schudden. Dan gaat het zuivere verstand zich toch afvragen of God daar iets van weet en of er eigenlijk wel een God bestaat die zo'n verschrikking kan aanzien in Zijn heiligdom!
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar herinner je eens, hoe vaak Ik deze valse afstammelingen van Mozes en Aäron door de mond van geheiligde profeten heel ernstig heb laten vermanen en hoe vaak Ik hen met de strengste roede heb getuchtigd! Wat heeft dat echter voor nut gehad? Het ging een poosje weer beter, maar daarna al gauw weer nog slechter dan vroeger, tot het nu zo slecht is geworden dat het wel nooit meer slechter kan worden. Zij hebben de maat van alle slechtheid vol gemaakt, nog slechts een paar druppels en dan zal het overlopen en allen, als een zondvloed van Noach, de ondergang brengen. Daar kun je volledig van verzekerd zijn!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Zoals met veel andere, is het ook gegaan met het voorschrift van het offer in de tempel dat in de plaats is gekomen van het Mozaïsche voorschrift van de kinderplichten ten opzichte van de ouders. In het begin leek het heel goed en rechtvaardig en had het alleen betrekking op die kinderen waarvan de ouders, zoals vaak het geval is, echt uitvaagsel van de mensheid waren. Deze ouders hadden merkwaardig genoeg vaak heel goede en brave kinderen, die vertrouwend op God, het oerslechte van hun lijfelijke ouders zeer wel onderkenden en inzagen. De eisen die hun slechte ouders aan hen stelden, deden hun haren te berge rijzen, maar in het onbegrepen voorschrift van Mozes stond, dat de ouders vóór alles door gehoorzaamheid geëerd moesten worden!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Tot zover en tot dan was dit voorschrift geheel van goddelijke oorsprong. Maar in de loop der tijd hebben de boosaardige wolven, die in schaapsvel gehuld op de stoelen van Mozes en Aäron zaten, dit voorschrift een algemenere strekking gegeven en toen konden ook ontaarde kinderen van goede en brave ouders zich door offers loskopen van de gehoorzaamheid aan hun ouders, om daarn3: geheel vrij en gewetenloos te kunnen zondigen!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Verder is het zo, dat alleen hij de wet van Mozes geheel vervult, die zich in alles zo gedraagt als Ik het eerder aan de oude koning Ouran heel duidelijk heb uiteengezet. -Hebben jullie dat nu goed begrepen?"
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] JURAH zegt: "Ach ja, hier zijn licht, liefde en de hoogste waarheid in één punt verenigd! Ja, Heer en Meester van eeuwigheid, zo zou ik graag de gehele wet van Mozes belicht willen zien, dan zou men pas volkomen vast in Uw eeuwige orde kunnen leven en verkeren! Dan zou de satan daarna beslist geen gat meer vinden waardoor hij, als een in een schaapsvel vermomde wolf, in Uw helder verlichte heiligdom zou kunnen binnensluipen en van Uw heilige geboden menselijke wetten maken!"
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik wil bijvoorbeeld slechts dat gebod van Mozes noemen, waarmee hij de onkuisheid als zonde verbiedt. Wat is nu eigenlijk precies onkuisheid? Bestaat die alleen daarin, dat men met een ongewassen lichaam gemeenschap heeft met een vrouwelijk wezen en zich na de bijslaap wéér niet wast? Of verstaat men daaronder de geilheid van de begeerte, en de gemeenschap met een vrouwspersoon, een maagd, een hoer, een concubine of een jonge weduwe?
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Laten we ons maar eens herinneren waartoe Elia en Mozes allemaal in staat waren, dan zullen wij ons daardoor ook kunnen voorstellen hoe deze twee juist door dezelfde almachtige geest hun onbegrijpelijke wonderdaden altijd met volledige zekerheid volbrengen!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wel, wat betekent dat dan?! Als wij weten dat alleen de almachtige geest van God dingen mogelijk zijn, die alle mensen onmogelijk zijn, dan is heel eenvoudig diezelfde geest van God werkzaam, die eens de aarde uit het niets tot aanzijn riep en later door Mozes en Elia de wonderbaarlijkste dingen deed!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] JURAH zegt: "Heer, waarom dan? Als alle mensen het licht slechts zo zien als ik nu, krijgt de satan en al zijn boosaardigheid een eeuwige rustdag op aarde! Onze kinderen en kindskinderen zullen gewetensvol in hetzelfde licht opgevoed worden en daar ook tot het einde der wereld in blijven. Dat zal door alle tijden heen net zo vast en onveranderlijk zijn als de aanname, dat twee gelijksoortige eenheden plus nog twee dezelfde eenheden in alle eeuwige tijden vier gelijksoortige eenheden zullen blijven! Daaraan twijfelt geen mens op de gehele aarde omdat dat een onomstotelijke en concrete waarheid is. Uw uitleg van de tien geboden van Mozes maakt elk daarvan tot een mathematische grondregel. En wie kan er in dat geval dan in de verste verte op de gedachte komen zo'n waarheid op enigerlei wijze in twijfel te trekken?!
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Nu vraag ik, of de op het punt van kuisheid zwakke mens niet in ieders ogen veel vóór heeft op de ijskoude kuisheidsheld! Wat mij betreft wel! Hoe u, verheven Heer en Meester, daar over denkt, weet ik niet en dat kan ik ook niet weten. Om daarom ook op dit door Mozes verboden punt duidelijkheid te scheppen, teneinde niet steeds in de fnuikende angst te leven iedere keer dat ik zó geslachtelijke gemeenschap heb voor God gezondigd te hebben, en als de geslachtsdaad hoe dan ook altijd een zonde is, zult U, o Heer en Meester, ook wel een geneesmiddel daarvoor kennen, waardoor men de begeerte en de drang als een verkoudheid kan verdrijven! Want er is niets ellendigers voor een eerlijk mens dan steeds maar van een bepaalde kant geprikkeld te worden om te zondigen. De natuur dwingt het lichaam daartoe steeds maar door met onweerstaanbare kracht en, valt men als een van nature zwaar lichaam door de vrije lucht, dan heeft men echter ook meteen een doodzonde begaan! Dat is dan toch wel een beetje te erg, vooral voor een mens, die, god zij geprezen, nog steeds zo goed mogelijk hoofd en hart op de juiste plaats had. Dus daarover, Heer en Meester, zou ik van U ook graag een duidelijke uitleg willen krijgen! Want dat lijkt mij in ieder geval een van de neteligste punten te zijn!"
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...