Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6281 resultaten - Pagina 24 van 419

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[11] Sarah's MOEDER zegt: " Ja, jij bent wijs, kent de wet en alle profeten; daarom heb je in alles altijd gelijk. Het is voor mij al een hemelse zaligheid, dat ze weer leeft en dat wij het geluk hebben om haar zo nu en dan te zien en te spreken."
Hoofdstuk 13: Het gesprek tussen Jaïrus en zijn vrouw over Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK troost haar echter en zeg tegen Sarah: "Mijn dochtertje, hier is, je moeder!"
Hoofdstuk 13: Het gesprek tussen Jaïrus en zijn vrouw over Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Nu eerst staat Sarah snel op en begroet haar moeder heel vriendelijk, maar zegt daar direkt bij, dat ze nu bij Mij zal blijven; want ze houdt teveel van Mij om Mij te kunnen verlaten! De moeder zowel als overste Jaïrus prijzen het lieve dochtertje daarvoor, maar vragen het echter toch ook meteen of ze hen niet helemaal zou willen vergeten! En Sarah geeft beiden de oprechte verzekering dat zij hen nu meer liefheeft dan ooit te voren. Daarmee waren beiden dan ook uitermate tevreden, ze werden kalm en liefkoosden hun dochter .
Hoofdstuk 13: Het gesprek tussen Jaïrus en zijn vrouw over Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] PHILOPOLD zegt: "Ja, Heer, Uw genade is mij nu zo duidelijk als de zon op het middaguur, en ik dank U voor Uw vriendelijke uitleg! Maar, Heer, als ik nu naar die heerlijke, mooie Sarah kijk, die zich met haar buitengewone schoonheid met iedere engel in de hemel zou kunnen meten, kan ik haast niet begrijpen, dat ze ook maar een seconde in het graf gelegen zou hebben! Want zo'n levenskracht heb ik nog nooit gezien! En toch is het waar dat U haar tweemaal uit de dood heeft opgewekt! Nu voel ik een geweldige behoefte om van U te vernemen, hoe U zoiets kunt!"
Hoofdstuk 14: Goddelijke macht.( 12.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] PHILOPOLD zegt: "Kijk naar de Heer, aan wie alle hemelen en alle werelden gehoorzamen, en wiens wil alle engelen uitvoeren! Zijn bed is geen haar beter dan het mijne!"
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Kijk hier op tafel! Deze verse vijgetak vol met overrijpe vruchten is een levende toelichting, die Hij mij gisteren toen jullie al sliepen gaf op mijn vraag, hoe het Hem toch mogelijk was om volkomen doden op te wekken. Hij vroeg om een al helemaal verrotte, dus geheel dode tak. Ik bracht wat ik in de nacht het eerst vond. Hij raakte het rotte hout helemaal niet aan, maar gaf het alleen maar een bevel, en het vergane hout werd groen, begon te bloeien - en hier heb je de rijpe vruchten! Neem en geef ze aan de allerliefste Sarah; het zal haar verkwikken!"
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Jaïrus wekt Sarah, die toch al wakker werd, en geeft haar de volle tak. Dat is erg naar haar zin en zij bijt meteen in de overrijpe en honingzoete vruchten en eet ze op. Als ze alles op heeft, wordt Ik op Mijn bank wakker .
Hoofdstuk 16: Afscheid van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] SARAH is de eerste, die Mij een heel hartelijke ochtendgroet brengt, en Ik vraag haar, hoe de vijgen haar gesmaakt hebben. En zij zei heel blij: "Heer, die waren hemels en honingzoet! Philopold, Uw vriend, gaf ze mij in Uw naam, en ik at ze allemaal op; want ze waren buitengewoon lekker! U heeft ze zeker voor mij hierheen gebracht!?"
Hoofdstuk 16: Afscheid van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Het is wat moois, dat de heidenen nu het volk gerechtigheid moeten verschaffen en voor haar weduwen en wezen moeten zorgen! Maar daarom is het ook waar wat de profeet zegt: 'Ik zal Mij troosten door middel van de vijanden, de heidenen, en zal Mij door hen wreken!' Waar is uw macht gebleven en uw kracht naartoe gegaan? Een klein aantal heidenen beheerst het eens zo machtige volk van God! Foei, wat een eeuwige smaad en schande! De kinderen van de slang zijn wijzer en rechtschapener dan u, kinderen van het licht.
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Daarom zal ook binnenkort deze heilige bodem aan de heidenen overgeleverd worden, en u zult voortaan geen land en helemaal geen koning hebben; maar u zult vreemde tirannen als slaven dienen, en uwedele dochters zullen door de heidenen en de knechten van de heidenen beslapen worden, en haar vrucht zal gehaat worden als het broedsel van slangen en adders!
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Als de mens sterft, wordt de ziel uit het lichaam genomen. De ziel komt dan als een zelfstandig geestelijk mens op een plaats, die geheel overeenkomt met haar innerlijke gesteldheid. Op die plaats kunnen slechts de vrije wil en de liefde haar helpen. Zijn de wil en de liefde goed, dan zal de plaats ook goed zijn, die de ziel voor zichzelf gereedmaakt met de kracht en macht, die God haar heeft gegeven. Zijn de wil en de liefde echter slecht, dan zal hun werk ook slecht zijn -net zoals op de aarde een slechte boom geen goede en een goede boom geen slechte vruchten geeft. Ga en versier een doornstruik met goud en edelstenen, en zie of u er daarom druiven van zult oogsten! Of u echter de druif met goud versiert of niet, ze zal u toch zoete lekkere vruchten geven.
Hoofdstuk 18: Het wezen van God en het dienen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg, terwijl Ik Sarah, die al deze school en schriftpotentaten heel goed kenden, voor hun neus zet: "Kent u dit meisje, en weet u wat voor de tweede maal met haar is gebeurd?"
Hoofdstuk 19: Onbeschaamdheid en verwarring bij de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dan zetten ze ALLEMAAL grote ogen op en zeggen zachtjes ond~r elkaar: "Lieve hemel, dat is de dochter van de overste, zoals ze er uit zag toen ze leefde! Heeft hij haar dan wéér opgewekt? Hoe is dat gebeurd? Maar als hij haar heeft opgewekt, en nu terwijl ze voor de tweede maal werkelijk dood was, -wat staat ons dan te doen? Jaïrus schijnt aan zijn kant te staan, anders zou hij hem zijn geliefde dochter zeker niet hebben toevertrouwd! Of zou hij er soms niets vanaf weten?! Heeft de zoon van Jozef haar soms in 't geheim opgewekt en wil hij haar bij de een of andere gelegenheid weer aan Jaïrus teruggeven? Moeten we soms Jaïrus daarover inlichten? Deze zaak valt te veel op! -Zij is het, zonder enige twijfel is zij het! En toch waren wij allemaal bij haar begrafenis aanwezig, net zoals eerder in Kapérnaum toen zij was gestorven! Wat kunnen we nu doen? Wat zal er gebeuren als deze mens-god door wat voor een kunst of macht dan ook zulke ongehoorde dingen doet?" - Dan zwijgen ze.
Hoofdstuk 19: Onbeschaamdheid en verwarring bij de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De hele aarde en alles wat op en in haar is, bestaat alleen door de eeuwige onbuigzaamheid van de goddelijke wil. Zou God ook maar in het geringste met zich laten marchanderen, hoe zou het er dan een ogenblik later met de aarde en met ons allen uitzien? Dan vloog alles uit zijn voegen!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK hoorde die praatjes en zei tegen de spotters: "O gekken en dwazen! Kennen jullie dat meisje naast Jaïrus? Is dat niet zijn dochter, en was ze niet tweemaal dood? Wie gaf haar het leven terug? - Jullie dwazen! Als de Zoon des mensen macht heeft om doden weer tot leven te brengen, zal Hij dan ook niet de macht hebben om tegen deze zieke te zeggen: 'Sta op en wandel!'? Maar opdat jullie zien, dat Ik deze macht bezit, gebied Ik jou, mens die lijdt aan de jicht, op te staan en met volkomen gezonde ledematen te lopen!"
Hoofdstuk 22: De ergernis van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...