Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3483 resultaten - Pagina 24 van 233

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[12] Daarop beval Cyrenius zijn dienaren direkt een prachtig Romeins erekleed te voorschijn te halen, dat bestond uit een schitterend geplooid hemd van byssus (* Byssus was in de oudheid een fijn weefsel. Het werd in de tijd van de Farao's ook gebruikt voor het omwikkelen van de Egyptische mummies.), dat tot aan de knie reikte, dan een toga, die met goud was afgebiesd en gemaakt van een weefsel van prachtig blauw gekleurde, Indische zijde, vervolgens een kostbare, Romeinse voetbekleding en tenslotte een voorname, Egyptische turban, versierd met veren en een waardevolle broche van smaragd. Bovendien liet Cyrenius de boodschapper nog zes kostelijke onderhemden en honderd pond zilver geven. Natuurlijk was de man daardoor buiten zichzelf van vreugde en hij wist nauwelijks hoe hij moest beginnen om Cyrenius voor al deze weldaden te bedanken.
Hoofdstuk 141: Herme, de boodschapper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan begeeft de OVERSTE zich naar Cyrenius en zegt: "Hier staat nu een machteloze voor u. Deze beeldde zich een tijdlang in, dat hij als mens van deze aarde ook al die rechten, waarvan zich slechts mensen van deze aarde bedienen, voor zichzelf kon gebruiken. Maar hij verrekende zich, hoewel hij zelf een rekenkunstenaar was, en kwam tot de overtuiging dat de verhevenen geen andere verhevenen naast zich dulden! Daarom wil ik van nu af aan een van de allernederigste zijn, misschien ben ik dan aanvaardbaarder voor de verhevenen!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "Daar ben ik het weer helemaal mee oneens, want ik geloof vast en zeker dat er een God is die de gehele geesten en zinnenwereld door Zijn eigen machtsvolkomenheid, namelijk uit Zichzelf, heeft geschapen. Dat gebeurde natuurlijk wel in een wat groter tijdsbestek dan dat wat Mozes, slecht of helemaal niet begrepen, heeft aangegeven. Er zijn hier echter mannen, die Mozes beter begrijpen dan u dat doet!
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Toen Stahar dit zag gebeuren, werd hij vreselijk verlegen met zichzelf en hij wist niet wat hij moest zeggen over dit onbegrijpelijke verschijnsel.
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Raphaël nodigt Cyrenius echter ook uit om van de vis, die heel goed toebereid was, te proeven. De vis werd in stukken verdeeld. Cyrenius nam meteen een behoorlijk stuk voor zichzelf, at het en prees de smaak uitbundig. Toen probeerde Stahar ook een stuk, at het en was het helemaal met Cyrenius eens en vervolgens namen nog meer gasten stukken van de vis en vonden hem erg lekker .
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Wie kent de draden waarmee het natuurlijke leven samenhangt met het op zichzelf geheel vrije, puur geestelijke leven en wie weet in hoeverre het natuurlijke leven zich, onbelemmerd door deze draden, als een zelfstandig geheel kan bewegen?! Ja, men ziet wel dat ieder mens in een bepaald opzicht vrij is -hij kan gaan waarheen hij wil, hij kan staan of zitten, hij kan naar wens met zijn ogen naar alle kanten kijken -maar daaraan vooraf gaat toch een noodzaak, uitgaande van het begrensde natuurlijke leven!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] FLORAN antwoordt: "Volkomen! Daar is geen twijfel meer aan! Hij is wel een mens zoals wij, maar in Zijn wezen bevindt zich iets, dat zich slechts laat voelen, maar niet met woorden laat omschrijven. Als Hij spreekt, klinkt dat, alsof ieder woord meteen eeuwigheidswaarde heeft! Je kunt heel duidelijk aan Zijn woord merken dat het, aangevuld met 'Er zij!', ogenblikkelijk uit zichzelf of ook uit het niets een wereld vol wonderen kan oproepen!
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Daarom ben ik, ondanks mijn uiterlijke strengheid, innerlijk toch geen Zeloot maar een verstandig naturalist en ik neem een verschijnsel zó lang niet als geestelijk aan, als er nog een enigszins natuurlijke verklaring voor te vinden is! Dat wat je nu hebt gedaan is door mijn verstand beslist niet natuurlijk te verklaren, maar ik heb me ook nog nooit ingebeeld alles te begrijpen wat ook maar op het grote terrein van de natuur zichtbaar wordt. Daarom kan jouw kunst om wonderen te doen toch wel op iets natuurlijks berusten, waar jij, en misschien ook nog wel een aantal anderen, alles van af weet. Dat kun je aan mij natuurlijk niet vertellen, maar dat is ook niet zo belangrijk, want er geschiedt in de natuur heel veel dat op zichzelf ook een wonder is dat wij niet kunnen verklaren. Daarom behoeven we het toch niet meteen als een wonder in optima forma te zien?!"
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Hij moet altijd strijd voeren, omdat hij anders in zou slapen. En zijn leven moet steeds opnieuw gelegenheid krijgen om zich in dat leven te oefenen en daardoor ook zichzelf in stand te houden, te sterken en zo zijn voltooiing te bereiken.
Hoofdstuk 168: Leiding van mensen en volkeren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] En het MEISJE zei: "O Heer, Mijn liefde, waarom vraagt U iets aan een mens, als U zijn innerlijk duidelijker ziet dan wij de buitenkant van deze drinkbeker?! O Heer, heeft U dan niet gemerkt dat de leerling Judas Iskariot al eerder de allergrootste, zeker tien pond zware vis voor zichzelf heeft uitgezocht en ook de grootste beker?! Tevens zijn er nog wat grote stukken brood in zijn buik afgedaald!
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] IK zeg: "Mijn liefste Jarah, zonde is dat niet precies, maar als men het kan nalaten, doet men toch beter. Kijk, als men zo'n vrek met een zekere ernst aanziet, roept hij zichzelf tot de orde en laat zijn vrekkige voornemen varen. Glimlacht men echter om hem, dan wordt hij kwaad en doet er alles aan om zijn voornemen dubbel vrekkig uit te voeren!
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar nog oneindig veel meer bevat de mensenziel en diens geest! Dat is door geen scheikunde te ontdekken en Ik Zelf moest juist dáárvoor tot jullie mensen komen om je datgene te Ieren kennen, wat geen mens uit zichzelf ooit te weten had kunnen komen.
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zeg: "Het is weliswaar geen evangelie, maar het is op zichzelf een waarheid, die in de loop der tijd ook haar goede kant zal hebben, om de mensen te genezen van allerlei bijgeloof. Want niets veroorzaakt bij de mensen zo'n massaal bijgeloof als de lichte sfeer van de sterrenhemel. Maar het is nu nog niet het moment om de mensen volledig daarover in te lichten, want het gaat er nu vooral om, van de tegenwoordige mensenlarven werkelijke en echte mensen te maken.
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Dat kan slechts bereikt worden door de mens zover te brengen dat hij zichzelf en daarna ook God leert kennen en Hem met al zijn kracht boven alles lief heeft. Als de mens daar eenmaal geheel van doordrongen is en in staat is de heilige geest uit God te ontvangen, wordt hij ook voor alle andere, tot nu toe nog onontdekte, waarheden ontvankelijk en geschikt om deze te begrijpen!
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ja, daarom zijn zelfs veel priesters te verontschuldigen dat zij het volk in plaats van het echte geloof, de slechtste glitter als iets zuiver goddelijks aanprijzen. Want als de stroom der duisternis eenmaal uit zichzelf te sterk is geworden, is ook het daar tegenin zwemmen onmogelijk geworden en de goed willendste priester, ook al heeft hij in stilte voor zichzelf een juist waarheidslichtje, moet Nolens seu volens (of hij wil of niet) met de stroom mee zwemmen, anders gaat hij zonder meer ten onder!
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...