Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6469 resultaten - Pagina 24 van 432

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[14] 'Zie dit is Mijn knecht, die Ik heb uitgekozen en die Ik het meest liefheb, waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal aan de heidenen het oordeel verkondigen! Hij zal niet schreeuwen of twisten, en zijn geroep zal niet op de straten te horen zijn. Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende pit niet doven, totdat Hij voor de overwinning het oordeel uitvoert en de heidenen hun hoop zullen stellen op Zijn naam!' (Jes. 42,1-4)
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar deze zeiden: ' Als jullie de vijanden zijn van degenen, die door Gods geest bewogen worden, -wie zijn dan jullie vrienden? Wij zeggen jullie openlijk: Dat zijn de duivels! Bekeer je daarom, anders krijg je te maken met de macht van de Allerhoogste!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Blijf jij echter in het vervolg vervuld van zulke gevoelens en gewaarwordingen en sluit je hart nooit voor de armere broeder, ook al was hij eens je vijand, dan zal jou mettertijd een grote genade uit de hemel ten deel vallen! Als je allerlei zondaren ziet, veroordeel en verdoem ze dan niet; want -begrijp Mij goed -zij zijn het meestal niet die zondigen, maar de geest die ze daartoe aanzet. Je kunt niet weten door welke geest ze gedreven worden. Er zijn er genoeg, die in hun vroomheid heel gemakkelijk hoogmoedig zouden kunnen worden en die dan al gauw vanaf de vermeende hoogte van hun deugd met veel verachting en afschuw neer zouden willen zien op de zondaren, waardoor ze dan zelf onbewust nog grotere zondaars zouden worden dan degenen, die ze verafschuwen; dan komt er een geest en verleidt zulke mensen tot de een of andere zonde, en de al trots geworden voorvechter van de deugd ondervindt zo aan den lijve, dat hij nog lang geen God, maar slechts een heel gewoon zwak mens is !
Hoofdstuk 174: Gedragsregels voor rechters en wetgevers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei: 'Jullie zijn nog behoorlijk zwak en blind, dat je zoiets niet direkt ziet! Kijk, dat gebeurde opdat jullie zouden bemerken, dat wat de profeet Jesaja over Mij geprofeteerd heeft nu in vervulling ging, toen hij (Matth.12:17) het volgende zei: 'Zie, dit is Mijn knecht, Die Ik heb uitgekozen, en Mijn geliefde, Waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel aan de heidenen verkondigen (Matth.12:18). (Onder oordeel wordt hier waarheid.licht en leven verstaan; want de waarheid zorgt voor een rechtvaardig oordeel.) Hij zal geen ruzie maken en schreeuwen, en men zal Zijn roepen niet in de straten horen. (Matth.12:19) Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende lampenpit zal Hij niet doven, totdat Hij het oordeel uitvoert. (Matth. 12:20) En de heidenen zullen op Zijn naam hopen.' (Matth. 12:21)
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het volk begon toen luid te jubelen en riep: 'Heil aan de verheven zoon van David! Hij kwam tot ons om ons van iedere plaag te bevrijden! We weten weliswaar niet vanwaar Hij tot ons is gekomen; maar het is zeker dat Gods geest met Hem is, zoals deze met zijn aartsvader David w.as! Want als Gods geest niet met Hem was, dan zou Hij de bezetene met hebben kunnen genezen!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In Hem woont de geest van God; want dat heeft Hij ons al door deze enkele daad voldoende bewezen; jullie hebben helemaal geen geest in jullie, behalve die van de hoogmoed, de heb en de heerszucht!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De ouden antwoorden: 'Stel je toch eens voor! Nog maar net een halfuur geleden komen hier drie burgers, Joden, Uit deze plaats; zij deelden ons mee dat de hele markt Jesaïra zonder enige uitzondering overgegaan is naar de Grieken en dat wij hier nu niets meer te zoeken hebben! Wat zeg je daarvan?! - Reken maar, dat dat allemaal het werk is van deze verwenste tovenaar, want hij is niets anders dan een helse apostel die bezeten is door de geest van Beëlzebub! Ja, wat zeg je daar wel van?!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De Farizeeën antwoorden: 'Wij zwijgen, omdat wij door de geest van God verlicht, altijd weten en begrijpen wat de mensen behoren te weten en wat wij bijgevolg moeten zeggen. Niet, omdat wij het niet zouden weten, maar -omdat wij het niet mogen, willen wij jullie ook geen rechtsgeldig bewijs geven naar aanleiding van jullie vraag. Het betaamt jullie alleen maar om alles te geloven wat wij jullie leren, en niet om dat zelf uit te zoeken; want God heeft ons aangesteld om alle dingen tot op de kern te onderzoeken, de geheime zaken voor ons te houden en het volk alleen maar datgene te vertellen wat het nodig heeft. Begrijpen jullie ons nu?!'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Toen nu alles rustig was in huis, opende Ik Mijn mond en sprak voornamelijk tegen de Farizeeën, omdat Ik hun slechte gedachten maar al te goed en duidelijk zag: 'Dat het zo ver met u is gekomen, dat ligt aan niemand -behalve aan uzelf. U bent hier in Jesaïra bij dit volk toch al meer dan dertig jaar en u heeft niet kunnen ontdekken welke geest er in hen leeft! Het is nu te laat om de eenmaal gewekte geest van dit volk weer tot slapen te dwingen! Uw ergernis is daarom totaal nutteloos. want u zelf bent daaraan schuldig en verder niemand.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Er kwamen echter ook een paar Farizeeën met het volk mee, omdat ze als tempelpolitie uit Jeruzalem alles moesten registreren wat Ik hier verder nog zou doen. De genezing van de bezetene die doof stom en blind was, had hen behoorlijk van hun stuk gebracht, en ze overlegden aan een stuk door, wat ze er aan moesten doen om Mij verdacht te maken als landloper, schooier, bedrieger of zelfs als tovenaar, die met de duivel een verbond gesloten had. Daarom zeiden ze ook tegen het volk: 'Morgen zal wel blijken, van welke geest hij bezield is! We zullen wel eens zien hoe hij de vele kreupelen, lammen en melaatsen zal genezen!' Het volk zegt: 'Nu hij zo in één keer de ergste genezen heeft, zal Hij ook zeker de anderen des te makkelijker genezen! Maar jullie kunnen daarover maar beter je mond houden; want jullie hebben nog nooit een mens genezen, niet door jullie dure gebeden en nog minder door je amuletten die je de zieken aanprijst en voor veel geld verkoopt!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik kwam hierheen als een echte Jood en als zodanig waarachtig in het volle bezit van de geest van God en al zijn kracht!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als Ik echter door de geest van God de duivels uitdrijf, en daarvan is het hele volk overtuigd, dan is toch het Rijk van God tot u gekomen (Matth.12:28), waarover u, als Joden, zich nog meer zoudt moeten verheugen dan de Grieken, die heidenen zijn, omdat dit teken de gunst van de Joden die zij reeds lang verloren hadden, weer herstelt! Want slechts zo kan de echte Jood aan de hele wereld tonen, dat hij de enige mens op de uitgestrekte aarde is die een zichtbaar verbond met God heeft, en door de almachtige kracht van de geest van God dingen kan doen die op die manier geen ander mens mogelijk zijn.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Als de echte Jood echter ooit die kracht van de geest van God in zich heeft, dan moet zijn hele huis en land die kracht ook hebben! Maar hoe kon of zou iemand dan zo'n machtig huis betreden en zijn inboedel stelen? Het enige zou zijn, maar dat is onmogelijk, dat hij de machtige eerst zou binden en dan pas zijn huisraad stelen (Matth.12:29), zoals de Romeinen het ook echt bij ons gedaan hebben omdat zij ons dronken en slapend in ons huis aantroffen, waarop zij ons gebonden, beroofd en tot hun slaven gemaakt hebben, hetgeen de Joden volkomen verdiend hadden omdat zij God geheel hebben verlaten.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Want wie niet voor Mij is, die is tegen Mij, en wie niet met Mij verzamelt, die verstrooit (Matth.12:30) en is blijkbaar tegen de geest van God die u vrij wil maken!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Daarom voeg Ik aan alles wat u is overkomen nog dit toe: Alle zonde en smaad wordt de mens vergeven, maar het smaden van de heilige geest nooit! (Matth.12:31) Want u heeft heel goed geweten dat Ik de bezetene heb genezen door de kracht van God, maar u heeft terwille van het schandelijke aardse gewin en uw aanzien, de geest van God in Mij, die u redden wilde, toch belasterd, en daarvoor heeft u dan ook van de heidenen het verdiende loon gekregen!'
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...