Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 24 van 458

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[1] (Intussen vermaanden de leerlingen Hem en zeiden: 'Meester eet nu toch!' Joh.4:31) Terwijl de grote schare uit de stad zich in de richting van de bron bewoog, vermaanden Mijn leerlingen Mij om nu eerst eens te eten! Want ze hadden gemerkt dat Ik niets at zodra ergens mensen tot Mij kwamen. Zij hadden Mij echter lief en waren bang dat Ik zwak en ziek zou kunnen worden. Want, hoewel ze wel wisten dat Ik de Christus ben, hielden ze Mijn lichaam toch voor zwak en gebrekkig en vermaanden Mij daarom dat Ik eten moest!
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Jezus zegt tot hen: 'Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem, die Mij heeft gezonden, en Zijn werk volbreng.' Joh. 4:34) Ik zeg tegen hen: 'O maak toch niet zulke dwaze veronderstellingen over wat Ik wel of niet gegeten heb! Je hebt toch meermalen gezien. dat Ik Mij bij jullie nooit iets extra 's heb laten geven. Ik heb het tegen jullie niet over lichamelijk voedsel, maar over veel hoger en waardiger geestelijk voedsel, en dat bestaat daaruit, dat Ik de wil van Diegene doe. Die Mij gezonden heeft, en dat Ik Zijn grote werk afmaak! Degene, Die Mij daarvoor gezonden heeft is de Vader, waarvan jullie zeggen, dat Hij je God is, hoewel je Hem nog nooit herkend hebt. Ik ken Hem echter en daarom doe Ik, wat Hij gezegd heeft en dat is Mijn echte voedsel. dat jullie niet kennen. Ik zeg het je: Niet alleen het brood, maar iedere goede daad of ieder goed werk, is ook voedsel, wel niet voor het lichaam, maar des te meer voor de geest!.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De vrouw antwoordt: 'Ik heb in al die tijd heus niet zoveel gezondigd, als jullie tot mijn spijt nog steeds veronderstelt. Voordat ik met een man trouwde, heeft er nog nooit een man mijn lichaam aangeraakt; en nadat Ik getrouwd was, leefde ik geheel zoals dat voor een gehuwde vrouw behoort. Dat ik geen kinderen kreeg en dat ieder van mijn rechtmatige mannen, na gemeenschap met mij, weldra moest sterven, daar kon ik werkelijk niets aan doen. Daarvoor kan men niet mij, maar hoogstens degenen, die mij besmet hebben, aansprakelijk stellen. Nadat mijn vijfde man gestorven was en ik mijn hartzeer nauwelijks verdragen kon, heb ik besloten om nooit meer een man te trouwen. Maar na een jaar kwam, zoals jullie wel weten, een dokter naar Sichar met kruiden, oliën en zalven en genas veel mensen; ik ging ook naar hem toe, gedreven door mijn zeer voelbare nood, in de hoop dat hij mij kon helpen.
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik antwoord hen echter: 'Ik nodig u niet uit en dwing niemand; wie van u uit vrije wil tot Mij wil komen, zal geen gesloten deur vinden, maar kan zonder meer bij Mij komen. Wie dus komen wil, die kome, wie echter thuis wil blijven, die blijve thuis, want Ik dwing en veroordeel niemand!'
Hoofdstuk 32: De Heer ziet het hart aan. In Sichar en omgeving. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Niet alles, Mijn broeder, maar alleen datgene, waarvan Ik zeg dat je het opschrijven moet! Want als je alles zou opschrijven wat daar gebeurde, en wat hier in de komende twee dagen nog gebeuren zal, dan zou je veel vellen vol moeten schrijven; wie zou dat vele dan wel lezen en begrijpen? Als je echter de hoofdpunten juist en in de goede zin van het woord, zoals het je gegeven is, optekent, dan zullen de rechtschapen wijzen die in Mij geloven, zonder meer goed begrijpen wat hier gebeurde en waarom het gebeurde, en je bespaart je veelonnodige moeite. Dus, Mijn beminde broeder, maak het jezelf niet te moeilijk en dan zul je ondanks dat toch altijd de voornaamste schrijver van Mijn leer en Mijn daden blijven.'
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Kijk, beste vrouw! Buiten aan de bron heb je toch gezegd, dat dit huis van Mij was. Ik heb die schenking van je aangenomen, en omdat het huis nu van Mij is, zou het toch niet netjes van Mij geweest zijn, als Ik jou als schenkster, in een kaal vertrek ontvangen zou hebben! Wel zoals de ene hand de andere wast, zo is het ook hier; de ene dienst is de andere waard! Jij schonk het zonder meer, zoals het was, van ganser harte aan Mij; Ik geef het je weer terug, zoals het nu is ingericht. Ik denk, dat je met deze ruil wel helemaal tevreden zult kunnen zijn?! Want zie je, Ik heb ook wel een beetje verstand van sieraden en verfijnde smaak!
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Laten we nu gaan zitten en het avondeten gebruiken, want er zijn veel hongerigen en dorstigen onder ons. Als wij ons lichaam gesterkt hebben, dan praten we nog verder over dit onderwerp.'
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar Ik zeg tegen haar: 'Vrouw! Dit is nog niet het moment om dat aan de mensen bekend te maken, houd het dus voorlopig voor jezelf! Zorg er echter nu voor, dat al die mensen, die uit Judéa met Mij meekwamen, over de slaapvertrekken verdeeld worden; jij en de dokter en Mijn leerlingen, waarvan er nu tien zijn, blijven hier! De vrouw, die naast Mij zat en de moeder van Mijn lichaam is, geef je het schoonste bed, zodat ze prettig kan rusten; want zie je, ze is niet zo jong meer en heeft vandaag een lange weg afgelegd en heeft een goede rust nodig om weer aan te sterken!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Joram, jij behoeft niet meer bang te zijn voor Irhaël, want ze is nu volkomen gezond naar lichaam en ziel. En Irhaël, jij hebt aan Joram een hemelse man en je zult geheel en al gelukkig met hem zijn, want hij is geen aardse geest, maar een geest, die van boven gekomen is.'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] 'Houd jij nu alleen maar vast voor ogen', zeg Ik, 'dat bij God zeer veel dingen mogelijk zijn, die bij de mensen onmogelijk schijnen, en dan zul je zonder moeite begrijpen, hoe deze vroegere ruïne nu in een paleis kon veranderen! -Heb je wel voldoende schrijfmateriaal?'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarop spreekt Nathánaël: ' Ja Heer, U bent waarachtig en getrouw! Wat U gezegd hebt gaat nu wonderbaarlijk in vervulling! Waarlijk, waarlijk U bent de zoon van de levende God! God sprak met Abraham door middel van Zijn engelen; Jacob zag in de droom een ladder waarop de engelen omhoog en omlaag gingen, maar Jehova zag hij niet, behalve dan een engel, die de naam van Jehova in zijn rechterhand had staan. En omdat Jacob met hem streed alsof hij Jehova was, werd hij mank door een stoot tussen de ribben. Mozes sprak met Jehova, maar hij zag alleen maar vuur en rook, en toen hij zich in een spelonk verbergen moest omdat Jehova voorbij zou komen, durfde hij niet te kijken voordat Jehova voorbij was. En toen hij daarna keek zag hij alleen nog maar de rug van Jehova; maar daarna moest hij zijn gezicht drievoudig bedekken, omdat het meer licht afstraalde dan de zon en niemand er naar kon kijken zonder te sterven! Verder was er alleen nog Elia, die Jehova ge waar werd in het suizen van de wind! En hier bent U nu Zelf!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Een wijze man uit het gezelschap van de Samaritanen zei: 'Gods wijsheid, almacht en goedheid kan nooit genoeg geroemd worden! De regen valt op de aarde, duizendmaal duizend vormen en soorten planten, bomen en struiken zuigen dezelfde regen op en staan in dezelfde aarde, en toch heeft iedere soort een andere smaak, een andere geur en een andere vorm! Iedere vorm is mooi en aantrekkelijk om te zien, en zonder nut groeit er niets, en zonder doel groeit zelfs niet de schraalste mosplant op een steen!
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Over al het andere wilde ik, hoe onzinnig het ook klonk, niets zeggen, maar wat moet je nu denken van die aanbevolen zelfverminking, als één van de eigen ledematen ergernis geeft; en dan ook nog het kennelijk aanbevolen nietsdoen, waarbij iemand al zijn aandacht moet geven aan een voortdurend op zoek zijn naar het Godsrijk, zonder voor iets anders te hoeven zorgen, omdat al het andere van boven gegeven zal worden!? - Laten we dat nu eens met een kleine proef van een paar maanden uittesten; gedurende die tijd moeten de mensen alles laten liggen en niet werken, dan blijkt wel of de gebraden duiven hen in de mond zullen vliegen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En hoe dom is tenslotte die aanbevolen zelfverminking, als één van je ledematen je ergert! Stel dat iemand met een scherpe bijl in zijn rechterhand, zich zijn linker afhakt en weggooit; wat zal hij dan doen als zijn rechterarm hem daarna ergert, -hoe zal hij die dan afhakken en hoe zal hij zijn ogen uitrukken en tenslotte zonder handen de voeten afhakken, die hem mogelijkerwijs ook nog ergeren?! -Ah, loop heen met zo'n leer! Die zou zelfs voor een krokodil te slecht zijn, laat staan Voor een mens! -Als je de gevolgen een beetje bij elkaar optelt, kun je met je klompen aanvoelen, dat zo'n leer alleen maar een gevolg van het oud joodse fanatisme kan zijn!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dan komt de priester naar Mij toe en zegt: 'Meester! Uw daden laten zien, dat U meer kunt dan een gewoon mens. Maar als U werkelijk in staat bent om normaal te denken, en daar twijfel ik niet aan, want ik heb U in het huis van Irhaël heel wijs horen spreken, dan moet U beslist bepaalde erg onpraktische leerstellingen uit Uw prediking herroepen! Anders zijn wij genoodzaakt, ondanks al Uw daden, die zonder meer een Messias waardig zijn, U openlijk te betitelen als een fanatiek magiër, die opgeleid is in de een of andere oud-Egyptische school, en U Uit ons midden uit te wijzen als een pure Messiasschenner!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...