Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2373 resultaten - Pagina 24 van 159

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[2] IK zeg: " Ja, ja, lieve kind, dat zou wel eens zo kunnen zijn! Een licht, dat Ik aan de hemel heb geplaatst, is daar steeds om een aantal goede redenen en niet alleen om te schijnen, wat eigenlijk slechts een zeer ondergeschikt nevendoel is.
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] MATHAËL zegt: "O meisje, een hele hemel vol wijsheid woont in je en ik begin nu werkelijk aan de mogelijkheid te geloven van dat merkwaardige, wat je over jezelf hebt verteld! Maar vertel er nu niets meer over, want onze zielen staan nog niet voldoende open om die groottes te begrijpen, Daar heb ik zelf nog een aantal jaren voor nodig alhoewel mijn ziel toch al aardig verlicht is,"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Waar blijven nu al die wijze woorden van Salomo, die bij de inwijding van de tempel. sprak: 'Heer, ik weet dat hemel en aarde U niet kunnen omspannen -waar iedere schepping heeft opgehouden, bent U nog eeuwig en oneindig machtig -maar toch hebben wij, o Heer, een huis gebouwd om ons met zuivere en berouwvolle harten te verzamelen om U, o Heer, voor al Uw weldaden en zegeningen te danken en U in tegenspoed onze nood en onze ellende voor te leggen!' (I.Kon.8:12 e.v.)
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Dweepten onze vaderen niet met een heilige Vader in de hemel, terwijl zij zich hem toch nooit konden voorstellen!? Wij hebben nu diezelfde heilige Vader als een tastbare waarheid bij ons op deze aarde, die nu de hemel van alle hemelen is, en wij voelen ons niet op ons gemak!
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] CYRENIUS zegt: "De wijzen die ik noemde, hebben zo'n plaats in mijn geloof en mijn hart, dat ieder woord uit hun mond voor mij eigenlijk al uit de hemel komt, hoewel ik niet bepaald van mening ben dat iets wat waar moet zijn, juist daarom uit de hemel zou moeten komen. Want iedere waarheid blijft op aarde net zo goed waarheid als op de vleugels van het licht uit alle hemelen! Want een peer en nog een peer moeten in de hemel net als op aarde twee peren zijn, -zo niet dan is de hemel een leugen!
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Daarbij heb ik nóg een vraag aan u! U heeft zojuist geprotesteerd tegen de Galileese wijzen en dat gaf mij de indruk, dat u misschien nog een andere reden hebt dan alleen maar de Griekse filosofie! Er moet toch in Nazareth een man zijn opgestaan die grote, zeer wonderbaarlijke dingen doet, de mensen een nieuw geloof leert dat uit de hemel afkomstig moet zijn en de echtheid daarvan bevestigt door ongekende wonderen! -Zeg mij of u al van deze mens hebt gehoord en wat uw mening over hem is!"
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS weerde de dank af en zei: "Vriend! Alle dank en alle lof komt de Heer van hemel en aarde toe. Maar omdat u volledig bent ingewijd rn het gehele Jodendom en omdat u een volleerd schriftgeleerde bent, vraag ik u om uitleg van het begrip 'engel'! Wat zijn nu precies de engelen van God en hoe dienen zij God en hoe de mensen?"
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is inderdaad degene, waarvan u zelf dacht dat Hij het was! Kijk naar Hem en bedenk: Dit is Jehova Zelf als mens onder de mensen! Dat is Hij, die hemel en aarde heeft geschapen en alles wat daarin en daarop is!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Het is goed de laatste te willen zijn uit ware liefde en deemoed, maar de ware liefde en deemoed sluit de gehoorzaamheid niet uit, vooral aan de allerhoogste Heer van hemel en aarde. Doe daarom, als je niet dwars wilt zijn, wat de Heer wil en dan zal alles goed zijn. Want de Heer weet het best waarom Hij iets wil!"
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar daarnaast moeten jullie de aandacht van het volk vooral richten op wat je hier hebt gehoord.en gezien, dan wordt daardoor het kwalijke gedrag der tempel en de tempel zelf op de beste en doeltreffendste wijze totaal ondermijnd en deze zal dan geheel in het niet verzinken en zo ophouden te zijn wat hij is. En in zijn plaats zullen de nieuwe tempels van Gods geest komen, waaruit een geheel nieuw Jeruzalem in de hemel gebouwd wordt.
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Weetje, ik heb wat dat betreft de wil van de Heer vrij goed onderkend en ik begrijp niet, dat jou dat zo helemaal is ontgaan! Ik heb ook niet begrepen dat je de Heer dorst te vragen naar ons wereldse onderkomen! Is het dan niet voldoende dat Hij zei, dat wij die bepaalde dingen moesten doen?! Het is toch van oudsher bekend dat degene die mij werk opdraagt, mij ook zal onderhouden! Als zelfzuchtige mensen dat al doen, hoeveel te meer zal de Heer van hemel en aarde dat doen, zonder dat wij Hem daarom hoeven te vragen!
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[30] FAUSTUS zegt dan vragend tegen Mij: "Maar daar staan zowaar koningstenten!? De oude man is helemaal als koning gekleed, - evenals de jonge man, die zich nu met de jonge vrouw onderhoudt! Behoren die óók bij de vangst voor de hemel van liefde en licht?"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Jullie allen hebben nu de gelegenheid, je ervan te overtuigen hoe zwaar dat zelfs Mij afgaat. Toch gebruik Ik een taal die vóór Mij nog nooit een ziener heeft gebruikt en Ik doe daden, waarvan men vóór Mijn komst nog nooit had gehoord! De gehele hemel staat open, engelen dalen af en dienen Mij en getuigen over Mij. Ondanks dat, zijn er zelfs leerlingen, die nu steeds bij Mij zijn en alles zien, horen en meemaken, bij wie het geloof nog altijd op een windvaan lijkt en op een zwakke rietstengel die door de wind, waar die ook vandaan mag komen, in iedere richting wordt gedraaid! Nu, hoe moet het dan wel met de andere, wereldse mensen staan!"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Omdat jijzelf een veel wonderbaarlijker wezen bent dan alle grote zonnen en werelden bij elkaar! In het hart van de mens ligt een veel wonderbaarlijker hemel verborgen dan de grote, die je met je ogen ziet.
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Zo zie je, juist vanwege jouw moeilijkheid ben Ik Zelf uit de hemel der hemelen gekomen en leer Ik jullie dat, wat anders niemand je zou kunnen Ieren!
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...