Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 25 van 111

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[9] Na deze ceremonie, die bepaald niet hartverheffend was en waarbij iedere vloek het gewaad van de hogepriester op een geweldige scheur te staan kwam, trok weldra iedereen naar de stad terug. Slechts één man, die waarschijnlijk door de welgemeende vervloekingen iets meer dan goed voor hem was van zijn stuk was gebracht, bleef bij een poel staan die niet ver van ons verwijderd was en eigenlijk een oud, nog steeds zeer diep, door de Jordaan veroorzaakt gat was, waarvan sommige dwazen beweerden dat het water van de zondvloed van de gehele aarde door dit gat, dat ongeveer honderd manslengten in omtrek mat, in een jaar en enige dagen verdwenen was. Dat dit gat erg diep is, is waar, -maar bodemloos zal het toch ook wel niet zijn.
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Nadat zij een jaar weduwe was geweest, dong een tweede, heel energieke man naar haar hand en trouwde met de weduwe, die toentertijd heel mooi geweest moet zijn. Maar de man verging het met deze vrouw nauwelijks beter dan zijn voorganger, want hij leefde maar twee jaar en een paar maanden, en stierf net als de eerste aan algehele uitputting.
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat schrikte daarna alle andere mannen af, zodat verder niemand meer om haar hand durfde te vragen. Van de tweede energieke man had zij echter helemaal geen kind, terwijl de doofstomme dochter flink groeide en op haar vijfde jaar al zo groot en sterk was als anders nauwelijks een meisje op haar twaalfde. Daarbij had zij een heel prettig uiterlijk, en iedere man keek met veel genoegen en vaak reeds erg begerig naar dit doofstomme meisje.
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Deze weduwe leefde daarna nog twintig jaar, bleef steeds mooi en zelfs zeer aantrekkelijk, en haar dochter betoverde iedere man; want iets mooiers en aantrekkelijkers was er in die tijd in het hele Joodse land niet te vinden! Het meisje was ook nog in hoge mate intelligent en goed opgevoed en wist zich door gebarentaal heel goed aan iedereen verstaanbaar te maken, en dat deed zij altijd op zo'n echt kunstzinnig sierlijke manier dat iedere man zich gelukkig prees met dit doofstomme meisje geconverseerd te hebben. Velen deden het meisje een huwelijksaanzoek, maar omdat volgens de wet, doofstommen van het huwelijk uitgesloten zijn, waar ik absoluut geen enkele aanvaardbare reden voor zie, was daar beslist niets aan te doen.
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen de dokter deze aanbeveling gehoord had, verliet hij brommend en morrend het huis, maar kwam na een jaar terug, vroeg naar de gezondheid van onze mooie weduwe en begon naar haar mooie hand te dingen.
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Toen werd de weduwe ongeduldig en ademde op een afstand van drie passen in de richting van de dokter en zei: 'Ga weg en kom niet dichter bij mij! Als mijn adem je raakt, ben je een kind des doods; nog binnen een jaar zul je verrotten onder de aarde!'
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Deze serieuze vaststelling van de onschuld van de weduwe stelde de arme vrouw zo gerust dat de blauwe nevel boven haar helemaal verdween, hetgeen ik dadelijk tegen mijn vader zei, wat hem veel genoegen deed, en hij zond onmiddellijk mensen naar de Horeb voor de genoemde slangen. Daar bevonden zich een aantal van de beste slangenvangers en -bezweerders, en binnen enkele dagen werd een aantal slangen van beide soorten aangevoerd. Deze slangen waren natuurlijk reeds onthoofd en goed in leem geconserveerd opdat zij, goed afgesloten van de lucht, niet meteen konden ontbinden; want er was daar een soort vette, gele leem, waarin een lijk honderd jaar lang niet ontbindt.
Hoofdstuk 155: Slangengif als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Mathaël:) "Sinds de genezing van deze weduwe gingen er ruim een paar jaar voorbij, zonder dat wij iets van haar gehoord hadden. Op een dag vroeg in de ochtend, juist op een sabbat, arriveerde er een bode van onze weduwe, die mijn vader verzocht zo snel mogelijk te komen, want de genoemde weduwe was samen met haar dochter onverwacht zo erg ziek geworden dat niemand van haar buren, die erg om haar treurden, nog aan haar herstel durfde denken.
Hoofdstuk 156: De dood van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Jullie, mannelijke bedienden van dit huis, moeten echter klapper - en ringslangen zien te krijgen, die moet je de kop afslaan, schoonmaken en koken, en de bouillon daarvan verscheidene malen drinken, anders gaan jullie allen binnen een jaar dood aan totale uitputting; want de uitwaseming van deze beide vrouwelijke wezens, waarvan jullie geen weet hebben, maakt dat iedere man die hen vooral nu te dicht nadert, erdoor wordt aangetast en op z 'n laatst binnen anderhalf jaar letterlijk een mummie wordt!'
Hoofdstuk 156: De dood van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar het volk had toch niet helemaal ongelijk. Als onze weduwe zich niet opwond over het een of ander, dan was er niets aan de hand met haar adem; maar zodra zij ook maar enigszins door iets driftig werd, was het bij haar niet uit te houden. Wie dan te veel van haar adem inademde, leefde geen jaar meer en was een kind des doods. Hij teerde op een bepaalde manier weg en alles wat hij daartegen gebruikte, ook al kwam het van een betrouwbare dokter die letterlijk wonderen kon verrichten, was voor niets; met ijzeren hardnekkigheid ging de kwaal verder en de zieke ging er onherroepelijk aan te gronde! En zo verging het ook werkelijk onze Griekse dokter; hij werd weldra ziekelijk en veranderde binnen acht maanden in een miserabel en totaal uitgeteerd lijk, waarbij vergeleken een ongeveer drieduizend jaar oude Egyptische mummie nog heel doorvoed was!
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De stem die dank zei en die jij, Mathaël, op het laatst gehoord hebt, was weer van dezelfde beschermgeest die jou ongeveer twee jaar eerder het juiste geneesmiddel voor die ziekte noemde. De geest was zich echter bewust van de grote moeilijkheid om van een rechtstreekse anti-orde een echte en hemelse orde te maken; want ook daar kan men met weinig gif zeer veel balsem vergiftigen, maar met weinig balsem kan men veel gif vrijwel niet in een heilzame balsem veranderen. Slechts bij God is alles mogelijk, en daarom sprak de beschermgeest op het eind zijn dank uit aan God de Heer!
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Na een half uur klonk er uit ons grote gezelschap een druk geroezemoes en Simon begon grappen te vertellen die beslist heel geestig waren. Gabi, een wat ernstiger jongmens van ruim twintig jaar, waarschuwde Simon echter meerdere malen om zich wat in te houden.
Hoofdstuk 168: Simon over het moraliseren uit eigenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Mozes en Aäron zouden van die ware mensen geweest zijn, die door hun intelligentie en hun grote kennis de zwakheden van het Israëlitische volk al gauw ontdekt hadden, zich als leiders en zaligmakers van dat volk opgeworpen en het door een goed uitgedacht, maar geweldig bedrog dermate dom gehouden hadden dat het volk nu nog net zo dom was als toen het duizend jaar geleden aan de voet van de Sinaï verbleef, en in menig opzicht nog meerdere duizenden jaren zo zou blijven. In feite was dat eigenlijk een weldaad voor het volk, want de mens is van meet af aan een lui beest en moet daarom met ijzeren scepter geregeerd en met roeden geslagen worden opdat hij het goede doet!
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Jullie moeten Mijn woorden beter ter harte nemen, dan vergeet je deze niet zo gauw, want alles wat je eenmaal echt ter harte hebt genomen, blijft beslist ook vast in je herinnering zitten en als je het nodig hebt, Iaat je geheugen je niet in steek. Maar als je datgene wat Ik gezegd heb alleen maar in je geheugen wilt opnemen, zul je het voor het merendeel binnen een jaar minstens honderd keer vergeten; want op latere leeftijd is het geheugen niet meer zo soepel als in de jeugd. En de jeugd vergeet al gemakkelijk wat zij geleerd heeft, laat staan de ouderen. Maar wat je eenmaal ter harte genomen hebt, is in het leven overgegaan en blijft voor eeuwig!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] In deze omgeving bleven de vluchtelingen ongeveer anderhalf jaar. Ondanks hun jacht op verscheurende dieren kregen zij de omgeving niet gezuiverd. Aan het eind van de bovengenoemde periode braken zij op en trokken langs de Nijl in noordelijke richting, de gehele stroom volgend, verder, kwamen na een paar weken tot aan de stroomversnellingen, die men nu van Egypte uit de tweede noemt. Daar kostte het hun veel moeite en werk om verder te kunnen trekken.
Hoofdstuk 179: Het volk van Abessinië en Subiet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...