Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 25 van 42

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[19] Waarlijk, waarlijk, waar de Heer geeft, daar geeft Hij als Vader overeenkomstig zijn oneindige liefde; maar overgelukkig is diegene van wie de Heer iets zal nemen, want die zal het oneindigvoudig weer terugkrijgen uit de hand van de eeuwige Vader!
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O zie, lieve vader Adam, indien je toentertijd reeds door de liefde van de eeuwige, heilige Vader verlevendigd was, zoals nu, dan waren je oordelen zeker heel anders uitgevallen! Maar de naakte gerechtigheid, ook al is zij met alle stralen van de wijsheid omgeven, is drukkend en hard, wanneer op de achtergrond - ook al is hij enigszins verborgen - niet een weldoende zachte liefdesstraal alle zevenmaal tien water omhoog spuitende stenen pieken van de vruchteloze wijsheid omgeeft.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Seth begroette hem en zei: "Luister, lieve vader! Asmahaël heeft nog niet tot de kinderen gesproken, maar Hij heeft voordien alleen met ons gepraat; maar nu zal Hij overeenkomstig jouw wil ook een woord tot de kinderen richten. Want omdat Hij met ons mee moest gaan, moet hij volgens jouw wil immers datgene doen wat wij allen reeds gedaan hebben, - niet waar, vader?"
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Was het ook bij mij niet zo, dat ik nu al bijna twee dagen lang overeenkomstig Zijn liefde tot de vaderen moest spreken, terwijl ik toch de geringste en de zwakste van allemaal ben?! Onaanzienlijker en zwakker daarentegen dan ik ooit was en ooit zal zijn en zal kunnen worden, kwam Asmahaël vanuit de diepte tot ons!
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "Luister allemaal, die in lichaam en geest en in liefde en geloof hier aanwezig zijn, maar vooral zullen degenen het aanhoren die onderscheid maken tussen deze en gene, en zeggen: 'Dat is mijn lieveling; want hij gehoorzaamt altijd aan mijn hartenwens. Zijn leven is waarachtig uit mij, omdat het volkomen in verhouding is tot mijn wil!' Maar over de ander zeggen jullie: 'Dit kind of deze mens wil en kan ik niet liefhebben, omdat het of hij zich niet gevoegd heeft naar het verlangen van mijn hart en mijn wil hem vreemd is, en hij niet precies acht slaat op datgene wat mij welgevallig is! Wens ik rust, dan springt hij op en neer; wil ik een tocht maken, dan loopt hij mij voor de voeten; maar moet hij spreken, dan zwijgt hij, en wanneer hij moet zwijgen, dan spreekt hij; wanneer hij zou moeten lopen, dan gaat hij liggen; en wanneer hij zou moeten waken, dan slaapt hij in en komt daarna op de proppen met louter gebazel over zijn dromen!' En volgens deze maatstaf veroordelen jullie ook diegenen wier gezicht je niet aanstaat en verbannen ze daarom uit jullie harten, omdat ze niet beantwoorden aan je eigenliefde. Zie toch in, hoe onjuist jullie oordelen zijn!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Wat zal er wel gebeuren als blinden beginnen te oordelen?! Wie overdag al niets ziet, hoe kan die willen dat de nacht voor hem tot een licht zal worden?
Hoofdstuk 113: Henochs woorden tot Methusalah en Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Doe dat dan en vraag niet vooraf wie en wat Asmahaël is, dan zul je Asmahaël, ieder voor zich en voor allen, in jezelf vinden, omdat je weet waar Asmahaël overeenkomstig voor staat! Amen."
Hoofdstuk 116: Asmahaëls woorden over Gods macht in de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Zie, beste zoon, er heerst daarna een geweldig verschil! Evenzo staat het ook met onze innerlijke opvatting, beoordeling en gewaarwording; zij kan juist, maar ook onjuist zijn, op tijd, maar ook zeer dikwijls op het verkeerde moment. Maar waarom zullen wij het voortijdig voor onszelf verprutsen doordat wij ons willen volproppen met onze voorbarige oordelen en de daaruit voortkomende onjuiste gevoelens?!
Hoofdstuk 121: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Opdat je echter ook een woord van Mij zult ontvangen om overeenkomstig jouw wil iets in Mijn naam te doen, moet je naar Henoch gaan en hem verzoeken bij Me te komen; want Ik heb hem iets te zeggen dat noodzakelijk is voor alle vaderen. Want als hij Mij liefheeft, moet hij immers voor alles naar Mij toe komen, opdat Ik hem dan pas volledig op kan nemen en hij dan één zal worden in de liefde tot Mij en alle leven dat daaruit voortvloeit, zodat hij pas daardoor een held zal worden zoals jij, om dan in het aangezicht van de vaderen Mijn wil te voltrekken. Amen."
Hoofdstuk 123: Bij de 'Verdorde hand der aarde' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Jij houdt Mij het moeilijk te bewandelen pad van de goddelijke wil over de oneffen geschapen aarde voor en getuigt van jouw goede wil getrouw te wandelen, als dat maar mogelijk zou zijn. Alle schuld van jouw val heb je op Mijn schouders geladen en Ik moet gefaald hebben en jij eigenlijk niet in het minst, omdat Ik jou zo en niet anders geschapen heb! Moest je nu anders worden, dan moest er ook een middel zijn waardoor het voor je mogelijk zou worden overeenkomstig de goddelijke wil te handelen!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Abedam, de andere, liet aan beiden Zijn welgevallen blijken en zei daarop: "Luister, het is zo: de oprechte liefde moet ook tot in de dood liefhebben in de geest of in een daad van het vlees, en deze dood is pas de ware opstanding tot het ware eeuwige leven waarin deze liefde dan uitsluitend zal leven in de allerhoogste, zich steeds en eeuwig vermeerderende gelukzaligheid en in het ware, almachtige genot van het eigen leven. Maar er wacht iedere liefde een overeenkomstig lot in de verlossing. Wie de wereld liefheeft zal sterven in de steeds toenemende liefde voor de wereld; maar omdat de wereld geen leven heeft, maar slechts de dood, zal degene die in liefde voor de wereld is gestorven ook nimmer tot een nieuw leven opstaan, maar slechts tot een nieuwe dood.
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Ja, overeenkomstig de goddelijke ordening is dat waar en terecht en redelijk; en als broeders zo met elkaar leven, zal de Vader zoals nu, ook in alle toekomende tijden als Vader niet ver verwijderd zijn van die kinderen die in hun met liefde vervulde harten zo over God denken en als broeders zo met elkaar omgaan!
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En Lamech antwoordde: "Voorzover ik het nu waarneem en me ook van vroeger heel vaag herinner, is dit de woning van Adam waarin hij ons allen, zoals wij hier nu zijn, opnam, nadat wij de hoogte van ons vaderland bereikt hadden; maar dat weet ik slechts als in een droom! Maar hoe laat het nu is, kan ik je niet precies zeggen; maar naar het nog tamelijk heldere licht in de woning te oordelen, kan het nog niet zo laat in de avond zijn."
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] O Vader! Wie kan U ooit genoeg liefhebben, wie kan U ook maar nauwelijks voor de helft van het duizendste deel bedanken overeenkomstig een oneindig kleinste deel van wat een kind betaamt vanwege de kinderlijke verplichting?!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Beste Seth! De tijd van de beproeving is afgelopen. Deze vuurstorm, die diende om de aarde overeenkomstig de goede ordening te versterken, is uitgewoed en daarom kun je hem nu door de aan jou verleende macht bevelen geheel te gaan liggen en stil te zijn en dat de hemel ook dadelijk zal opklaren. Laat alleen de verder gelegen ons omringende bergen die nog branden hun noodzakelijke en geheel onschadelijke werkzaamheid voortzetten! Amen."
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...