Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 25 van 1166

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[13] IK zei: 'Zolang je je aan de leer houdt die je van Mijn leerlingen hebt vernomen, zal Hij die je in Mij God noemde, bij je verblijven; maar wanneer je deze nieuwe leer verlaat in je geloof en je handelen ernaar, zal ook jouw God je verlaten. Maar Ik, die nu ook nog wat betreft Mijn lichaam een mens ben, moet nu spoedig van hier vertrekken; want met Farizeeën onder één dak te wonen zou niet bijzonder goed zijn -noch voor de ene, noch voor de andere partij.
Hoofdstuk 257: De Heer zegent de kinderen (Ev. Matth. 19, 13-15) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En ik antwoordde hem: 'Als je geheel volmaakt wilt zijn, ga dan heen en verkoop al je aardse goederen en verdeel ze onder de armen, dan zul je hiermee een schat in de hemel verzamelen! Kom dan en volg Mij, word Mijn leerling en leer van Mij de geheimen van het hemelrijk kennen!" (Matth. 19,21)
Hoofdstuk 258: De rijke jongeling (Ev. Matth. 19, 16-26) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En de derde reden waarom Ik hierheen ben gekomen weetje trouwens al, namelijk dat Ik van plan ben om hier in deze stille omgeving met Mijn leerlingen enkele dagen rust te nemen. -En nu wij met deze voor jullie noodzakelijke zaak klaar zijn, zullen we weer naar huis gaan en zien wat daar voor allen is gebeurd!"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] DE WAARD zegt: 'Ja, mijn Heer en mijn God in Uzelf, nu begint het enigszins helder te worden! De oude volkeren, zoals bijvoorbeeld de Egyptenaren, moeten zeer goed thuis geweest zijn in de leer der analogieën, want hun werken geven nu nog blijk van een structuur waarvan zich nu in onze tijd bijna geen mens meer een voorstelling kan maken"
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wanneer jullie dit echt intens geloven en inderdaad Mijn leer en Mijn eenvoudige geboden in acht nemen, dan zullen jullie ook Mijn geest opnemen en door deze nog grotere werken doen dan Ik nu voor jullie heb gedaan; want wanneer jullie kinderen van één en dezelfde Vader in de hemel zijn, zijn jullie ook erfgenamen van Zijn volkomenheden, waartoe jullie - geroepen zijn. Jullie kunnen dan ook handelen en daden verrichten, waartoe deze leerlingen van Mij nu ook reeds in staat zijn indien het nodig zou zijn. Nu jullie dit weten, kunnen jullie ook zonder vrees en verlegenheid tegen Mij evenals tegen deze leerlingen spreken.
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Meer hierover kunnen jullie van Mijn leerlingen vernemen; als jullie getrouw blijven handelen volgens Mijn leer, zal jullie dat alles in de loop der tijd door je geest getoond worden wanneer deze één wordt met je ziel; hij zal jullie dan in alle wonderbaarlijke waarheden binnenleiden. "
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Toen keerden ze om, vol met de beste voornemens en vol goede wil; en tegelijk besloten ze, omdat ze nu zo goed van alles waren voorzien en het niet meer nodig was om vanwege het zout naar Nahim te gaan, ook deze in en uitgang zo te bedekken dat die door niemand meer ontdekt zou kunnen worden. En wat ze hadden besloten, voerden ze ook secuur met vereende krachten op deze dag, voor sabbat uit en waren zodoende geheel van iedereen afgesloten en leidden daar een streng leven geheel volgens Mijn leer.
Hoofdstuk 276: De Heer neemt afscheid van het dorp in de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Onze waard wond zich daar erg over op en betitelde deze handelwijze als een ingemene, onrechtvaardige zaak. Ook vestigde hij Mijn aandacht op een oude, arme man die daar al achtendertig jaar op genezing wachtte (joh.5,5) zonder dat zo'n op geld beluste verpleger er ook maar aan dacht hem na zoveel jaar eindelijk eens als eerste naar het bewegende water te brengen.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen op deze wijze alles rustig en ordelijk was, zei IK: 'Voor alles eis Ik van jullie, dat jullie datgene wat je nu zult horen en zien, altijd strikt voor jezelf zult houden, opdat iemand alleen maar door de daarvoor bestemde nieuwe leer en de door Mijn wijsheid daarvoor gekozen tekenen genoodzaakt wordt aan Mij en Mijn zending te geloven, waartoe zijn wil en zijn geweten hem aansporen.
Hoofdstuk 7: De Heer met de Zijnen op een heuvel bij Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] ELIA zei: 'Heer, Mozes heeft alles al gezegd! Met hem is de tempel opgehouden een huis van God te zijn; de tempel is nu niets anders dan een rovers en moordenaarshol. Aan de Jordaan heb ik dat deze mensen haarfijn en zonneklaar duidelijk gemaakt en met de juiste bewijzen gestaafd. Toen zij echter zagen dat zij niet in staat waren ook maar iets tot hun verdediging aan te voeren, en toen zij beseften dat zij onweerlegbaar voor het volk ontmaskerd waren en beschuldigd werden van iedere mogelijke onrechtvaardigheid tegenover U, o Heer, en tegenover het volk, lachten zij openlijk en deelden mee dat ik een vrome dwaas was, waarnaar men wel een paar uur kon luisteren om eens te kunnen lachen; maar in het geheim bedreigden zij het volk als het mijn leer voor iets meer aan zou zien dan belachelijke waanzin.
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen ik eenmaal gevangen zat, maar mijn leerlingen toch nog vrije toegang tot mij hadden, konden zij Herodes niet meer lastig vallen; zij merkten echter wel dat mijn leer zich via mijn leerlingen geweldig uitbreidde. Hierdoor werd hun wrok en woede van uur tot uur groter en via de boosaardige moeder van de mooie Herodias kregen zij het voor elkaar dat deze, als Herodes haar een gunst zou toestaan waarbij hij naast zijn gebruikelijke eed ook zijn woord als vorst zou geven, niets anders dan mijn hoofd zou vragen. Daarvoor zou de moeder in 't geheim tienduizend pond goud uit de schatkist van de tempel krijgen. De mooie Herodias had echter haar bedenkingen over deze eis, omdat zij wel wist dat Herodes mij heimelijk graag mocht; maar er voer een boze geest in de oude vrouwen deze onthulde haar dat ik de onzuivere liefdesverhouding van Herodes niet goedkeurde en hem daarvan wilde afbrengen. Dat zette ook Herodias erg tegen mij op, zodat zij daarna op het feest, na herhaald aandringen van haar heimelijk omgekochte moeder, mijn hoofd eiste, hetgeen Herodes zeer treurig stemde, -maar omdat hij nu eenmaal de eed gezworen had, moest hij die ook houden en ik werd dan ook in de gevangenis onthoofd.
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Niet slechts een heel klein, maar een heel groot deel kun je nemen! Dat hangt alleen maar van je wil af om met vreugde en plezier te handelen volgens Mijn leer, waarmee je binnenkort volkomen vertrouwd zult zijn. -Maar nu zullen we de joden eens vragen hoe hun deze ware verschijning bevallen is!'
Hoofdstuk 10: De zelfbeschuldiging van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar IK zei: 'Is er dan al iemand door de bliksem getroffen, dat jullie zo hard roepen?! Degenen, die bij Mij zijn, dreigt geen gevaar. Leer echter nu de macht van de Vader in de Zoon kennen; want dit onweer is ook een gericht en het staat onder Mijn gezag! Ik heb het opgeroepen en kan het ook weer laten verdwijnen, wanneer en hoe Ik maar wil. Maar voor jullie, twintig priesters, is het een symbool van jullie gemoed; want precies zo en nog erger dan het er nu boven ons uitziet, heeft het er nauwelijks drie uur geleden in jullie hart uitgezien.
Hoofdstuk 12: De nachtelijke storm tijdens het onweer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Jullie begrijpen dit weliswaar nu nog niet en je kunt het ook niet begrijpen; maar als jullie blijven in het geloof in Mij en doen wat Mijn leer zegt, dan zullen jullie, als je geloof en je liefde gerijpt zijn, gedoopt worden door de Heilige Geest, die Ik aan allen zal zenden die door hun leven laten zien dat zij in Mij geloven en in Hem, Die Mij uit Zich in het vlees als Mensenzoon in deze wereld heeft gezonden; want het eigenlijke, waarachtige, eeuwige leven is: dat je in Mij als de waarachtige Zoon van de Vader in de hemel gelooft en volgens Zijn leer leeft.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Daar was Mijn nieuwe leer te zien, die Ik jullie uit de hemelen geef1 Zij is het ware, nieuwe Jeruzalem uit de hemelen; want het oude, aardse heeft geen waarde meer. De twaalf poorten staan voor de twaalf echte stammen van Israël, en de twaalf soorten edelstenen van de ringmuren staan voor de tien geboden van Mozes, en de bovenste twee rijen uit diamant en robijn staan voor Mijn twee geboden van de liefde tot God en de naaste. De engelen die de poorten uit en in gingen, staan voor de vele waarheden die de mensen duidelijk worden door getrouw Mijn leer in acht te nemen. Degenen die de stad uit gingen, gaven de grote wijsheid weer van Mijn leer en de velen die de stad in gingen, gaven weer hoe de mensen deze leer van Mij als pure liefde ook in hun hart moeten laten komen en daarnaar moeten handelen, dan zullen zij daardoor tot de ware, geestelijke wedergeboorte komen en daardoor in alle waarheid en wijsheid worden binnengeleid.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...