Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 25 van 56

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[5] Ik zei tegen de waard: 'Laat hem maar afwezig zijn; want zijn afwezigheid is Mij liever dan zijn aanwezigheid, en meer hoef Ik je niet te zeggen!'
Hoofdstuk 223: Judas Iskariot (30.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Daarom is menig mens die heel royaal, maar niet overdreven, met zijn bezit omgaat Mij liever dan een al te spaarzaam mens; want een kwistig mens laat ook zijn medemensen eraan deel hebben, en het slechte aan hem is enkel het vaak te onverstandige gebruik dat hij van zijn aardse goederen maakt; want daardoor richt hij meer kwaad aan dan dat hij goed doet.
Hoofdstuk 225: Over spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Men zegt dat er maar weinig plaatsen zijn waar je met veel moeite beneden bij de waterspiegel kunt komen, die voortdurend een sterke zwavelgeur afgeeft, en ik heb dus nooit bijzonder veel zin gehad om de natuur van deze dode zee nader in ogenschouw te nemen. Ik ben geen jager, en verder zou ik niet weten waarom ik als oude man mij aan het gevaar bloot zou moeten stellen om de steile, rotsachtige oevers van deze dode zee te beklimmen, die hier en daar behoorlijk hoog zijn; de vlakke oevers, waar men gemakkelijker dichter bij de zee kan komen, liggen een paar dagreizen hier vandaan en behoren al tot het steenachtige Arabië. Ik geloof dus liever in alle rust wat u zegt, want ik ben geen vriend van de dood, en daarom ook niet van de Dode Zee. Ik ben in de gelegenheid geweest de echte, grote zee te bevaren en te leren kennen, en die heeft mij moeilijkheden genoeg gegeven; deze Dode Zee zal mij dus niet zien!
Hoofdstuk 235: Het ontstaan van de Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Was het dan van jullie kant niet verstandiger geweest, aangezien jullie hebben waargenomen dat de oude Ark des Verbonds zijn kracht heeft verloren, om tegen het volk te zeggen: 'Onze God heeft vanwege onze vele zonden Zijn genade van ons weggenomen; laten we daarom allemaal werkelijk boete doen en God net zolang bidden, tot Hij Zich in Zijn genade weer over ons ontfermt!'? Maar zie, dat hebben jullie niet gedaan; ter wille van jullie wereldse goede leventje en wereldse eer hebben jullie liever het volk bedrogen dan dat jullie je samen met het volk weer tot jullie God hebben gewend!
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Ik zei: 'Mijn beste Phoikas, wat jij zegt is wel waar en mooi; maar het is Mij liever - als je Mij werkelijk hebt herkend - dat je Mij innerlijk in je hart dankt dan met al te luide woorden; want Ik doorzie de harten even gemakkelijk als al het andere en sla geen acht op dank die in woorden wordt uitgedrukt.
Hoofdstuk 11: Over de innerlijke opwekking en over het voortleven na de dood - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Ik zei: 'Raël, zou je liever hebben gezien dat Ik voorbij was gegaan? - Dat wat je het laatste zei was volkomen overbodig, omdat Ik wel weet wie Ik opzoek en wanneer Ik hem tot zijn heil opzoek, en daarbij kan van verdienste in 't geheel geen sprake zijn; want nog altijd ben Ik zonder naar verdienste te vragen, maar enkel door de liefde die Mij aantrekt, naar de mensen toe gekomen. Maar als Ik er dan eenmaal ben, moet men zoiets niet uit een soort aardse beleefdheid vragen, maar blij zijn vanwege het feit dat Ik Mijn intrek heb genomen!
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Maria zat in de pronkkamer, die in ieder Joods huis aanwezig was, omringd door de vele vrienden en bekenden van Lazarus, die troostende woorden tegen haar spraken en de vele goede eigenschappen van de overledene roemden. Maria bleef des te liever in deze kring, aangezien enkele Farizeeën, die zich hier -zoals reeds gezegd -tamelijk ongegeneerd als heren voordeden, daardoor tenminste van haar persoon werden afgeleid en haar verder niet met allerlei reeds behoorlijk brutale voorstellen konden benaderen.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Onmiddellijk verdween de slechte geur, en het tot leven gekomen lichaam begon zich te bewegen. Maria en Martha, die in hun hart hadden gevoeld wat er stond te gebeuren toen Ik mij naar het graf begaf, maar toch de twijfel in zich voelden of Ik er in zou slagen -zoals iedereen altijd liever gelooft wanneer het om anderen gaat, maar als het om hem zelf gaat, veel minder geloof aan de dag legt - schreeuwden het uit van blijdschap en renden het graf binnen.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[41] Die spreker nu, die voordien al zachtjes ten nadele van Mij sprak, stookte nu weer verder door te zeggen: 'Een mooie Messias is dat, die heidenen en iedereen uitnodigt om hem te dienen, opdat de vader hem eert! Wie is zijn vader eigenlijk? Ik bedank ervoor mijn leven te haten om een onbekend, eeuwig leven te ontvangen; dan is het bekende mij toch liever!'
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] De oprechte lezers van dit werk kunnen met het volste recht zeggen: 'Wij eenvoudige en met een zwak verstand toegeruste mensen, die God liefhebben, hoewel we buiten de universiteit van God in ons hart nooit een andere hebben bezocht, noch te Parijs, noch te Jena of Göttingen, willen echter met al je hooggeroemde wereldse wijsheid niet ruilen; want ons nadrukkelijke schouwen in de diepte van de grote scheppingen van onze heilige Vader is ons liever dan jullie duizend jaar lange vorsen met geblinddoekte ogen. Hoe ver je verrekijkers en je wiskundige stelsels reiken, kunnen wij van jullie kalender aflezen en jullie wegen zijn ons niet vreemd; maar om te meten hoe ver het heldere zien van ons in God rustende hart reikt, zouden jullie verrekijkers en wiskundige stelsels zeker aanzienlijk te kort schieten en te weinig wiskundig zijn!'
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Degenen die de heilige schrift bezitten en deze niet lezen, lijken op een dorstige bij een bron van zuiver water, waarvan zij echter niet willen drinken uit een zekere geestelijke watervrees zoals bij dolle honden, die in plaats van hun snuit in het water te steken en te genezen, in de hardste stenen bijten om hun brandende dorst te stillen. Maar meestal willen zij dat zuivere water niet drinken uit een zekere trage lauwheid, en laten zich ter stilling van hun dorst daarom liever door bepaalde luie knechten stinkend slijk uit de dichtstbijzijnde poel aanreiken, waardoor zij dan allemaal op gruwelijke wijze omkomen.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Zeg tegen de angstige moeders: zij moeten hun dochters niet in angst voor de mannen en voor de wereld opvoeden - want wat men vreest, gehoorzaamt men in verzoeking blindelings en voor hen die men vreest, zal de overwinning gemakkelijk zijn -, maar zij moeten hun dochters liever in vrees en liefde voor Mij opvoeden, opdat Ik de overwinnaar word, zodat zij de wereld versmaden en volop van Mijn onbegrensde liefde genieten. Ter (16 maart 1840) wille van het krijgen van een echtgenoot moeten zij hen niet naar openbare gelegenheden laten gaan, maar naar Mij, tot Mij moeten zij hen brengen en Ik zeg jullie: niet één van hun verlangens zal ongezegend en onbevredigd blijven; want Ik ben een rijke God, die van alles in overvloed heeft, die alles overdadig geven kan en ook geven wil.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] O jullie kinderen van Adam! Waarom wil je dan niet liever Mijn kinderen worden? O wat een moeite en ingespannen arbeid kost het je om het met het zweet van jullie handen doorweekte brood van Adam te verwerven, dat bovendien nog bezoedeld is met het venijn van de slang en doordrenkt met het gif van de adders, en door het op te eten halen jullie je daarmee in je onmatigheid de tijdelijke dood en daarna ook de eeuwige dood op je hals!
Hoofdstuk 12: De belofte van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Daarom, broeders, in wie zoals bij mij de gerechtigheid brandt, vertrouw op de God waarover de grote man op de berg krachtig voor ons heeft getuigd en laten wij het liever nog vandaag dan morgen doen, omdat het anders misschien wel eens te laat zou kunnen zijn; vat daarom moed, vertrouw op God en morgen zullen wij ginds in het verre gebergte de zon begroeten. Schiet op en haal je familie en hetgeen je bezit, zoals vruchten en dieren en in drieduizend ogenblikken treffen wij elkaar weer hier, goed voorzien van knotsen, amen!"
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Wij willen echter liever zo'n machtige, grote Koning dienen, die ons wellicht ook evenals de scharen van Meduhed over de golven in veiligheid kan brengen."
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...