Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1548 resultaten - Pagina 25 van 104

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[7] Het zal veel moeite kosten om hen weer uit hun gericht en de gevangenschap van de tegenpool te verlossen, -hier op aarde al heel moeilijk en aan gene zijde nog moeilijker, ofschoon het niet helemaal onmogelijk is. Maar daarvoor zal het noodzakelijk zijn dat zij zeer lang van alles verlaten in haar eigen gericht en dood verblijft, tot het kleine beetje geestelijke van de ziel dat er dan nog is, het eigen, vaak alles overheersende materiële in zichzelf geheel heeft verteerd en tenslotte door honger genoodzaakt wordt een groot verlangen te krijgen naar geestelijk voedsel. Dat zal wel altijd gebeuren, maar na voor jullie ondenkbaar lange tijden. "
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] IK zeg: 'Dat geeft niets! We zullen wat brood en wijn nemen en dan meteen verder gaan! Laten we dus maar vlug het kleine stukje weg afleggen!"
Hoofdstuk 238: De opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] EPIPHANES zegt: 'Ja, begrepen heb ik u zeker, en daarbij moet ik ook nog openlijk toegeven dat een dergelijke kennis, wanneer deze onder de mensen mogelijk algemeen wordt aangenomen, het wenselijkste en hoogste zou zijn wat een sterveling op deze aarde ooit zou kunnen bereiken; en voor u en uw metgezellen kan het wel buitengewoon goed en duidelijk bekend zijn welke wegen daartoe geschikt zijn! Alleen herinner ik me bij deze gelegenheid een oude spreuk van de Romeinen, die waarlijk zeer wijs is en die men heel goed op vele manieren kan uitleggen. De spreuk luidt als volgt: Quod licet Iovi, non licet bovi! -Propheta, poeta et cantores nascuntur, -rhetor fit!* (*Wat Jupiter vrij staat, is een os niet vergund! -Als profeet, poëet en zanger wordt men geboren, -maar men wordt tot een redenaar gemaakt!) Voor kleine onbelangrijke dingen en opdrachten kan zelfs een os goed afgericht worden, maar hij zal eeuwig nooit met hamer en beitel aan het harde marmer een Minerva ontlokken!
Hoofdstuk 215: De missie van de Heer. Epiphanes betwijfelt of de mensen de leer van de Heer zullen begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Zie, hij zou heel vriendelijk naar je luisteren, hij zou zich met het vriendelijkste gezicht door jou alles over Mij tot in details laten vertellen! Hij zou je zelfs met kleine tussenwerpingen en schijnbare twijfels tegemoet treden, - maar alleen om je enthousiaster te laten praten; maar hij zou ook meteen anders kijken zodra hij merkte dat hij bijna alles van je te horen had gekregen! Op een geheim teken zou er dan een groot aantal vermomde mannen verschijnen, jou gevangen nemen, en het zou al heel wat zijn als je dan nog ooit het daglicht zou zien! Daarna zou zo'n hogepriester in samenwerking met Herodes er onmiddellijk een heel leger onder het uitloven van hoge premies op uitsturen om Mij te arresteren en alle joden in heel Galilea laten kwellen omwille van Mij - op alle plaatsen waar men Mij met Mijn leerlingen ook maar heeft ontvangen.
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar daar zal natuurlijk nog een buitengewoon lange tijd van meer dan aeonen maal aeonen aardse jaren voor nodig zijn. Men moet het echter niet zo opvatten alsof deze huidige schepping ooit plotseling zal ophouden en in plaats daarvan een geheel nieuwe in het leven geroepen zal worden, maar dat gebeurt slechts in fasen, zoals in een oerwoud weliswaar de oude bomen uitsterven, vergaan en tenslotte geheel tot water, lucht en ether worden, dus tot een ander, geestelijker bestaan overgaan, en in hun plaats steeds weer een aantal andere bomen uit de grond opgroeien. En zoals Gods geest op kleine schaal werkt, zo werkt hij ook in het groot, als men trouwens iets 'groot' zou kunnen noemen tegenover God. ..
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Hierop gebeurde snel wat Ik bevolen had. Ik besteeg het schip dat snel werd afgestoten en we voeren met gunstige wind weg. We voeren om het noordelijk deel van de voet van de berg en kwamen spoedig in een kleine baai, die precies tegenover de baai lag waar we nu enkele dagen geweest waren, aan de andere kant van de door Mij beklommen berg.
Hoofdstuk 239: De zegen van de matigheid. De toebereiding van het vlees van onreine dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[20] Er ontstond een kleine woordenstrijd tussen hen, waar de genezen knaap echter door enkele zeer rake opmerkingen een eind aan maakte.
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] In het huis van Simon Petrus waren enkele kleine kinderen uit de buurt; één van hen riep IK bij Me en plaatste het direct in het midden van de vragende leerlingen (Matth. 18,2) en zei tegen hen: Waarlijk, als jullie je niet afkeren van dergelijke wereldse, hoogdravende gedachten en niet even deemoedig worden als deze kinderen, komen jullie zelf, ofschoon jullie nu Mijn leerlingen zijn, het hemelrijk niet binnen! (Matth. 18,3)
Hoofdstuk 244: De grootste in het hemelrijk. Over de ergernissen (Ev. Matth. 18. 1-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar het is natuurlijk vanzelfsprekend, dat er op deze wereld voor grote en grove overtreders van de rechten van de mensen ook gezaghebbende en grote wereldse rechtbanken moeten zijn en bestaan, omdat anders tenslotte niemand nog zeker zou zijn van zijn leven. Maar wat de kleinere misstappen betreft die niet zelden tussen jullie mensen plaatsvinden, die moeten voor de rechterstoel van het barmhartige en verzoenlijke hart bijgelegd worden, opdat de kleine misstappen van de mensen onder elkaar niet uitgroeien tot grote zware misdaden; want waarlijk Ik zeg: roof, doodslag en moord zijn uiteindelijk immers niets anders dan gevolgen van eerdere kleine misstappen van mensen onder elkaar, die ontstaan zijn om louter kleine, wereldse redenen van eigenbelang en eigendunk. -Een kleine gelijkenis zal dat nu voor jullie nog duidelijker belichten:
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En leer nu uit dit kleine beeld, dat in de meeste gevallen de hardheid van de mensen hun armere medemensen tot misdadigers maakt. Daarom moeten jullie altijd en overal bij degenen die jullie het een of ander hebben aangedaan, denken aan wat Ik jullie heb aanbevolen en duidelijk heb laten zien, dan zullen grote misdadigers zeldzaam worden op aarde en de goede mensen zullen dan heersen over de armen van de aarde. -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?"
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Toen we zo met een ware stormsnelheid over het wijde wateroppervlak gleden en dit ondanks de sterke en hevige wind slechts door heel kleine golven bewogen werd, viel dat de twee knechten van Petrus op en ze vroegen hem wat daar de oorzaak van zou kunnen zijn. Want als zeer ervaren oude vissers en schippers hadden ze zoiets nog nooit meegemaakt.
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik zou deze opmerking niet gemaakt hebben, als jullie niet reeds hier gevraagd hadden naar het loon voor wat jullie nu voor Mij geloven te doen! Dat was ook niet zo mooi van jou, Simon Juda, en jullie allen, dat jullie nog naar een beloning informeerden, terwijl Ik jullie door het feit dat Ik jullie heb uitverkoren toch een grote weldaad zo~wel geestelijk als lichamelijk heb bewezen! Heb Ik jullie daarmee onrecht gedaan dat Ik jullie een kleine terechtwijzing gaf?"
Hoofdstuk 259: De leerlingen vragen naar het hemelse loon (Ev. Matth. 19, 27 -30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En zo was dus dit kleine plaatsje waar we zojuist aankwamen naamloos, en hoefde er dus ook nog geen belasting betaald te worden. Deze omstandigheid werkte ook vaak in ons voordeel; want de bewoners van zulke nieuwe of beter gezegd belastingvrije plaatsen waren veel vrijgeviger en toegankelijker. En zo was het ook hier weer het geval. We kwamen precies tijdens zonsondergang op de vooravond van de sabbat in dit waarlijk zeer verborgen plaatsje aan.
Hoofdstuk 260: De Heer bezoekt met Zijn leerlingen een plaats in het gebergte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar er was ook nog een andere reden voor het feit dat kleine plaatsen daar vaak geen naam hadden en dat was de volgende: Om het koloniseren en cultiveren van de onherbergzame en woeste streken te vergemakkelijken en sneller te laten verlopen was het bij de Romeinen gebruikelijk, dat een nieuwe kolonisatie met de bijbehorende nieuw gebouwde plaatsen gedurende twintig, dertig, veertig tot vijftig jaar geen belasting hoefde te betalen, al naargelang een streek meer of minder tijd nodig had voor de volledige cultivering. Wel, dat de joden en Grieken, die nooit bijzonder goede vrienden van het betalen van belastingen waren, deze humane Romeinse wet zeer in hun voordeel wisten uit te buiten, zal zeker niemand ook maar enigszins betwijfelen. Daarom gaven ze een nieuw gebouwde plaats geen naam, en als een Romeinse commissaris hun er ooit naar zou vragen, zou de plaats pas tien jaar oud zijn, ook al had deze er al meer dan een halve eeuw op zitten. Nadat zo'n plaats dan door een commissaris bezichtigd was kreeg hij een nummer maar nog geen naam; pas vanaf dat moment werd de nieuwe plaats na het verstrijken van de wettelijke temlijn belastingplichtig en kreeg een naam.
Hoofdstuk 260: De Heer bezoekt met Zijn leerlingen een plaats in het gebergte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zeg: 'Zie, juist om die reden ben Ik nu naar jou toegekomen; want Ikzelf ben die knaap die het toen in de tempel de oudsten, Farizeeën en schriftgeleerden flink lastig heeft gemaakt! En nu je dit weet zal het je ook heel gemakkelijk duidelijk worden, waarom Ik meteen bij Mijn komst tegen je zei: 'Vrede zij met je en je huisgenoten! Gods rijk is nabij gekomen!' Maar morgen zullen we hierover pas verder spreken! Laat nu echter voor ons goede slaapplaatsen klaarmaken, opdat we van onze kleine vermoeidheid herstellen en morgen weer daadkrachtig zijn!"
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...