Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 25 van 366

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[4] Ik zeg echter: Christus was maar een mens en moest Zich de heerlijkheid van God door Zijn daden geheel eigen maken, omdat Hij het eerste en fundamentele voorbeeld was. En had Hij niet zo gehandeld, dan was het met de hele schepping gedaan geweest; want pas in Hem worden Vader en Zoon, of, wat hetzelfde is, de goddelijke liefde en de goddelijke wijsheid weer één. Want daarvóór had de liefde zich van de wijsheid gescheiden, omdat de wijsheid in haar heiligheid zich onbereikbaar hoog had opgesteld en eisen had gesteld, die onmogelijk te vervullen waren.
Hoofdstuk 17: 'Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?' (Luk.24:26) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[9] En deze verduistering geschiedde op hetzelfde ogenblik als waarop de ziel van Christus na de dood in de hel neerdaalde, om daar de geesten te verlossen, die in de oude wijsheid gevangen waren en om ze naar het nieuwe licht te brengen, dat uit de hereniging van de Zoon met de Vader alle oneindigheid begon te vervullen.
Hoofdstuk 17: 'Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?' (Luk.24:26) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] In Christus ging alle oergoddelijke wijsheid over in de liefde tot de Vader; daardoor werd uit de Zoon en Vader de Ene. Dat moet ook zo gaan bij de mensen. De mens zal waarlijk niet in de heerlijkheid van de Vader binnengaan, voordat hij met zijn hoogmoedige verstand en met alle begeerten naar eer tot op de laatste druppel verdeemoedigd wordt - ja, voordat hij niet alles aan de voeten der liefde wil neerleggen en daardoor een korte duisternis van al zijn wereldse wijsheid zal ondergaan.
Hoofdstuk 17: 'Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?' (Luk.24:26) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[14] Uit dit alles kunt u in elk geval begrijpen wat voor een grote diepte er ligt in de woorden: 'En Jezus weende', en hoe ondoorgrondelijk ze zijn. Als u bedenkt wie Jezus is, dan zult u tenminste kunnen aanvoelen, dat Zijn tranen iets heel anders en groters betekenen dan die van een half verblinde lezer van een roman. Het gemoed van Jezus was niet als door lectuur geprikkeld - maar het was de eeuwige liefde Zelf als van de Vader in de Zoon.
Hoofdstuk 24: 'En Jezus weende' (Joh.11:35) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[3] Met deze tekst is precies hetzelfde het geval. Want als de Zoon ten hemel vaart, dan komt de belofte van de Vader in volheid tot diegenen, die met de ware hoop vanuit de liefde, met ongeduld op deze belofte wachten.
Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Wat betekent echter de hemelvaart van de Zoon, opdat daardoor de wachtenden en de getuigen de belofte van de Vader zullen ontvangen? - U weet wat men onder 'Zoon' moet verstaan, namelijk de wijsheid van de Vader. De zoon komt dus in elk mens overeen met dat, wat in ieder mens tot de wijsheid behoort. Tot de wijsheid behoren het verstand, de rede, allerlei soort wetenschap en kennis.
Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[11] Daarom moet ook van tevoren - wat al eerder werd aangetoond - al het met de Zoon overeenkomstige in de mens de weg van de mensenzoon gaan, en voor iedereen geldt onherroepelijk: 'Neem uw kruis op en volg Mij na anders kunt u niet tot opstanding en tot hemelvaart naar de Vader komen!'
Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Daar deze woorden niet slechts door de mens Jezus, maar ook door de Zoon van God of de eeuwige wijsheid van de Vader zijn gesproken, verbergt er zich zeker nog een veel diepere en hoogst goddelijk geestelijk hemelse betekenis achter, die u echter even zomin in zijn volle diepte zult kunnen begrijpen als zoveel andere beweegredenen voor daden van de Godmens.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Het antwoord is: Jozef heeft in de eerste plaats nooit een eigendom bezeten en kon dat daarom ook niet nalaten. Zijn kinderen, zowel zijn eigen als ook die hij opgenomen had, waren ten tweede zelf zeer arm en zijn Mij bijna allen nagevolgd; en daarbij was ook Johannes, die zich vaak in het huis van Jozef ophield en als het ware ook bij de familie hoorde. Want zijn vader was nog behoeftiger dan Jozef zelf en stuurde zijn zoon naar Jozef toe om het ambacht van hem te leren. Dat gebeurde dan ook en hij werd een handige timmerman en meubelmaker die ook het draaiwerk vaardig verrichtte. Bovendien had hij Maria en Mij en het hele gezin van Jozef zeer lief en Maria kon aan geen betere en meer vertrouwde handen worden toevertrouwd dan juist aan deze zoon van Zebedëus.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[5] En Ik zei ook, dat degenen die tot Mij 'Heer, Heer!' zeggen, die dus aan de Zoon van God geloven, niet in het hemelrijk zullen binnengaan, maar alleen degenen die de wil van Mijn Vader doen!
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[14] Daarbij geef ik je ook nog de verzekering, dat ik - zoals jij wenst - mijn vroegere leider van harte vergeef! Want ik was immers alleen maar kwaad op hem, omdat ik tot nu toe nog niet kan begrijpen, wat hij eigenlijk met mij van plan was. Hij liet weliswaar heel vaag doorschemeren, wat hij met mij voorhad; maar dat hij van zijn kant mij zo ongehoord lang alleen liet, moest er wel toe leiden dat ik tenslotte toch boos op hem werd. Maar nu is alles voorbij en indien hij nu terug kwam, zou ik hem terwille van jou meteen om de hals vallen en kussen als een zoon zijn vader, die hij lange tijd niet heeft gezien!'
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O vriend, U bent dus de Jezus, die zich als Zoon van de Allerhoogste verkondigde en liet verkondigen - waar dan is de Allerhoogste? Waar is de almachtige, eeuwige Vader? En waar de uit beiden voortkomende Heilige Geest, nu we toch op het dogmatische terug willen grijpen en het licht van het zuivere verstand uitschakelen?'
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na enige tijd begon BISSCHOP MARTINUS weer te praten: 'Ja, ja, m'n lieve broeder, ik kan nu denken wat ik wil, maar jouw huidige stellingen zijn in alle opzichten steekhoudend. Onze Huisheer en Meester blijft ook de Huisheer en Meester van de oneindigheid en alle eeuwigheid! Hij is onmiskenbaar de 'Zoon' van het allerhoogste Wezen, dat zeker de al heel dikwijls genoemde 'Vader' is. Maar waar is nu de 'Heilige Geest' als zogezegd de derde goddelijke persoon?'
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Allereerst is het jullie oude, stijfkoppige, onbuigzame denken, dat de gemoederen nog voortdurend beheerst en geen beter en zuiverder licht in jullie harten toelaat! Ten tweede echter is het een duistere misvatting, ten gevolge waarvan jullie geloven dat, om een christen te zijn, allereerst niets anders nodig is dan de doop. Men hoeft iemand alleen maar in naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te dopen - en de christen is volgens jullie dwaalleer klaar! Werkelijk, een fraai geloof! En ten derde koesteren jullie nog de hoogmoedige mening en het heerszuchtige geloof, dat jullie de echte apostelen van de Heer zijn en van Hem de macht hebben, te doen wat jullie willen, omdat jullie de echte Heilige Geest zouden hebben!
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Na deze woorden roepen ALLEN: 'Hooggeprezen zij onze grote God in de Vader, de Zoon en de Geest: Hem alleen alle eer, alle lof en alle eerbetoon voor eeuwig!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...