Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36880 resultaten - Pagina 25 van 2459

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[1] (ROCLUS:) "De ruwe en tevens toch geweldige krachten van de natuur kunnen alleen maar erg grof te werk gaan en die wijze van werken is Iets noodzakelijks, want hun woeden roept de microkrachten in het leven, en die vormen zich dan pas tot iets, als zij door de geweldige uitwerking van de grote oerkrachten in zekere zin tot leven worden geroepen. Door wederzijds aantrekken en afstoten krijgen de kleine krachten pas vorm en beginnen de aangenomen vormen te ontwikkelen, treden dus in een voelbaar bestaan, dat zij zolang behouden als zij in hun afgescheiden staat een andere, krachtiger op hen inwerkende kracht kunnen weerstaan. Als deze de kleine kracht overweldigd heeft, is het met de afzonderlijke, kleine kracht volledig gedaan. Haar vorm lost zich samen met haar op en alles wordt door de grote kracht weer verslonden, zoals dat ook treffend getoond wordt met het beslist door een wijze uit de oertijd bedachte beeld van Chronos die als stamvader van de goden zijn kinderen weer verslindt. Dit genoemde beeld van de mythische oergod Chronos stelt de tijd voor en de daarin werkende krachten. De tijd schept alles, onophoudelijk schept zij lachende akkers en tevens dorre stoppelvelden. Ontstaan en vergaan, leven en dood, zijn en niet-zijn gaan steeds gelijktijdig samen. Geen stilstand, geen oponthoud; de ene golf roept de volgende op, - maar daar tussendoor loopt ook tevens de vore, het graf! Wat het stempel van het leven draagt, draagt op de keerzijde ook het stempel van de dood.
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dan ijlen de blinde, bijgelovige schapen van mensen naar hun bodemloos hebzuchtige priesters en vragen hun waaraan zij zich dan schuldig gemaakt mochten hebben tegenover god of de goden, dat deze hen zo hard gestraft hebben. Is het zo, dat de priesters als wetgevers en plaatsvervangers van god, beslist niets op de wettige en dus door de goden verlangde levenswijze van het volk aan te merken hebben, dan trekken zij een heel goedmoedig en medelijdend gezicht en troosten de arme schapen zo goed zij maar kunnen en willen, manen hen met zachte woorden tot geduld, en verklaren hun ook zo nadrukkelijk mogelijk, dat god daardoor alleen maar hun geduld, de sterkte van hun geloof en hun overgave in volle tevredenheid aan zijn wil, terwille van henzelf voor het eeuwige leven na de lichamelijke dood, op de proef heeft gesteld!
Hoofdstuk 33: De god van de natuurfilosofen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wat gebeurt er dan met een mens, die het huis van een ander in brand steekt en daardoor niet alleen diens huis, maar ook alles wat zich daarin bevind, vernietigt en dus van een welvarend burger een bedelaar maakt? Volgens de wet hoort, naar mijn weten, de brandstichter aan het kruis. Als de heer god Zeus echter de vernietigende bliksem in iemands huis slingert en daardoor alles door het vuur laat verwoesten, dan is dat ontegenzeggelijk zeer goed en uitermate wijs! Wee degene die dat niet zo zou opvatten en daar niet muurvast in zou geloven; die zou de PONTIFEX MAXIMUS dan wel de toom van god Zeus op een dergelijke manier laten voelen, dat het afbranden van een huis daarbij vergeleken een enorme weldaad zou zijn! Ik ben echter zo vrij hier te vragen: Als de plaatsvervangers van god de daad van het huizen afbranden die van Zeus uitgaat, als wijs en zeer goed en rechtvaardig beoordelen, waarom vinden zij dan eenzelfde daad door een mens gepleegd zó verdorven slecht, dat zij het nodig oordelen hem daarvoor met de pijnlijkste dood te bestraffen?
Hoofdstuk 34: Roclus vergelijkt menselijke met goddelijke daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Of laten we zeggen dat er een zieke man bij je komt, wiens ziekte je met al je heldere verstand verkeerd beoordeelt, en je geeft hem dan een middel dat in zijn geval juist een gif is! Hij gaat eraan dood. Kan het middel dan goed genoemd worden, omdat jij als arts daar de beste bedoeling mee gehad hebt?!
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Het middel waarmee ze de weg drooglegden was zodoende ook met de beste bedoeling een slecht middel, omdat ze met hun goede bedoelingen dit maal niet voorzien hadden dat het gat of de geul 's nachts voor de reizigers toch duidelijk heel gevaarlijk zou zijn. Ja, als de wegverbeteraars het drassige stuk met stenen en hout opgevuld hadden en de weg op deze manier hadden drooggelegd, of over de geul in ieder geval een goede en stevige. brug hadden gelegd, dan zouden beide, zowel het middel als de bedoeling, goed zijn. Maar omdat ze enkel dachten: 'Nu, overdag zal iedere reiziger het gat of de geul toch wel vroeg genoeg opmerken en het ontwijken, -en 's nachts moet toch niemand reizen!', was het middel dus slecht en kan het door een zogenaamd goede bedoeling niet geheiligd worden!
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ga maar naar de beide ouders en vertel hun dat hun onlangs uit de dood opgewekte dochter niet de echte is, maar dat zij slechts vanwege de grote gelijkenis ondergeschoven is, dan zul je zien of ze je geloven! Ja, men zal je wel de deur wijzen, maar geloven zal men het nooit, ook al zou je in staat zijn om met een tweede, nog meer gelijkende kopie te komen. Want de werkelijke dochter tot leven wekken zal je waarschijnlijk toch niet lukken; want ten eerste zal het jou nauwelijks bekend zijn waar ze begraven is, en ten tweede is haar lichaam vast al wel behoorlijk aangevreten door de wormen.
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Inderdaad, we wisten niet dat door zulke bedrieglijke wonderen de morele levenssfeer van de mensen totaal te gronde wordt gericht, wat voor de mensen een groot kwaad is; maar we waren allen zonder uitzondering atheïsten en daarom kon ons natuurlijk ook geen ander menselijk levensgeluk voor ogen staan dan het aardse, omdat wij niet aan een leven na de dood van het lichaam geloofden, tenminste niet aan een leven waar men zichzelf van bewust is! Waardoor wij echter het bestaan van een goddelijk wezen niet meer aannamen en wat ons tot een absoluut atheïsme heeft gebracht, heb ik je al zo goed en aanschouwelijk mogelijk per 'longurn et laturn'*(*lang en breed) uit de doeken gedaan en ik geloof nu voorjou, ook al zou jij God Zelf zijn, zo zuiver mogelijk te staan.
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Er is ook geen enkel ziek plekje in mijn geweten dat ik geheim heb gehouden, en daarom sta ik hier ook heel moedig tegenover je! De dood vrees ik niet, ofschoon ik waarlijk geen vriend ben van pijn en lijden. Wat is er verder nog waarmee je de haren van een man, die ook van zichzelf kan zeggen 'Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae! ,** (** Ook al stort de hele wereld in elkaar, de onverschrokkene zal toch door het puin gedragen worden)van angst te berge zou kunnen doen rijzen? Laten we nu liever goede vrienden blijven en elkaar in alles wat goed en waar is steunen, wat zonder meer zeker het beste is voor alle mensen, dan zal het volgens mij helemaal niet nodig zijn dat wij elkaars haren te berge doen rijzen! Overigens kun je doen wat je wilt, de wereld zal over het algemeen toch nooit beter worden dan ze nu is en ook altijd al was!
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Nu heeft een mens een wet overtreden, voornamelijk omdat hij deze wet niet kende. De arm van het gerecht grijpt hem en brengt hem voor de strenge stoel van de alle wetten zeer goed kennende rechter. Als deze dan volgens zijn puur wereldse verstand een oordeel uitspreekt, dan zal hij de aangeklaagde zonder enige genade volgens de codex poenitentiarium* (*wetboek van strafrecht) ter dood veroordelen.
Hoofdstuk 58: De invloed van de liefde op het verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Roclus deed dat met een bevreesd hart, en IK keerde Mij met een ernstig, vriendelijk gezicht naar hem toe en zei: 'Vriend, van Tyrus en Sidon naar Caesarea Philippi en van daar naar hier is duidelijk een kleinere afstand dan van hier naar Achter-Indië, waar de oosterse Sihiniten ver over het hoogste gebergte van Indië een geweldige muur hebben aangelegd! Daar zocht je de waarheid -en ook weer niet de waarheid; want ook al zou je de waarheid gevonden hebben, dan zou je de waarheid toch niet herkend hebben! Zou je haar echter herkend hebben, dan zou ze je niet bevallen zijn; want als de waarheid niet volledig verenigd is met liefde, dan lijkt ze op het zonlicht in het noorden. Dit verlicht ook de aarde; maar omdat het licht zonder warmte is, schenkt het de grond geen leven en is alles verstard als in de dood!
Hoofdstuk 60: Het wezen van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Je zaak ging nu al geruime tijd met groot succes vooruit; want je was en bent nog het hoofd van dit instituut, dat zeer geschikt is om de onkundige mensheid in het duisterste bijgeloof terecht te doen komen, en om de denkende mensen compleet in het grootste materialisme verzeild te doen raken. Je vernietigde al wel heel wat levende afgodentempels, maar je stelde er niets beters voor in de plaats. In jou was de dood en je vond hem zelfs een welkome gast; want het niet-zijn was bij jou het hoogste in je leven.
Hoofdstuk 61: Het inzichtelijk vermogen van de liefde. De ontoereikendheid van rede en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] We hoeven daar helemaal niet ver voor te zoeken. Laten we onze ogen maar eens richten op de tempel in Jeruzalem en daar het in en externe Farizeeërdom bekijken, dan zien we zoveel geestelijke nacht, dat dat ons erg zal verbazen! Laat iemand bij hen maar eens aankomen met een echt innerlijk, geestelijk licht, ongeveer zoals die jongen daarstraks bij mij gekomen is, dan zou hij binnen korte tijd een kind des dood zijn!
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Een mens die dus liefde opvat voor allerlei materie, en door zijn handelwijze daar geheel in opgaat, zondigt tegen Gods orde, die het bestaan van de mens alleen maar tijdelijk op een materiële bodem plaatste om met gebruikmaking van zijn geheel vrijgelaten wil er de strijd mee aan te gaan en sterk te worden voor de onsterfelijkheid. En het gevolg van de zonde is de dood, of het verloren gaan van al datgene, wat de ziel van de mens zich onrechtmatig uit de materie heeft toegeëigend, omdat alle materie, zoals Ik je heb laten zien, als datgene wat het lijkt te zijn,.niets is:
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] In die zin is ook de hele aarde en kortom alles wat je met je materiële zintuigen ook maar kunt waarnemen, een ware 'SHE OUL A '. Dit betekent voor de ziel, die een geest is of liever gezegd moet worden, de dood; want wie is opgehouden datgene te zijn wat hij was, is ook als datgene wat hij was, volledig dood.
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Hopelijk heb Ik je nu duidelijk en helder genoeg uiteengezet wat dan eigenlijk satan is en de hel, en wat de eigenlijke eeuwige dood is, en je zult nu wel nauwelijks meer een vraag hebben over iets wat je niet voldoende duidelijk is. Mocht er echter toch nog iets zijn wat je niet begrijpt, vraag het dan; want kijk, de zon gaat bijna onder en dan zullen wij het avondmaal tot ons nemen!
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...