Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 25 van 184

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[1] Cornelius vond de wijsheid van het meisje echter onbegrijpelijk groot. Ook Faustus en Philopold waren erg verbaasd en Cornelius vroeg Mij of hij nu aan tafel met het meisje over een aantal dingen mocht spreken. En Ik stond hem dat toe. En dat verheugde zowel Cornelius als het meisje en ook allen aan tafel en Ik raadde hem aan, wijze vragen te stellen.
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Het MEISJE antwoordt: "Nu, wat dan?! Dan beantwoord ik mijn vraag zelf en dan beoordeelt u de vraag én het antwoord, en dan kunt u mij vertellen of ik mij niet ergens heb vergist! Heus, het is voor mij hier ook helemaal geen kleinigheid, vragen te stellen en te beantwoorden, maar de Heer, die mijn enige, eeuwige liefde is, stoort mij daarbij niet in 't minst, omdat een vergelijking tussen Zijn oneindige en onze zeer beperkte wijsheid helemaal geen zin heeft.
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Denk je, dat iemand alleen maar op Mathaël's manier wijs kan zijn? Kijk eens, deze Floran is helemaal het tegengestelde van Mathaël en toch is hij evenals Mathaël een wijze! Mathaël is een kenner op het gebied van de natuur en de talen der ouden, Floran is echter een kenner van alle religies en alle wereldse wijsheid en kennis van de ouden. Daarom kan men moeilijker met hem, dan met Mathaël spreken, maar omdat hij nu aan onze kant staat, zal hij zo snel mogelijk optreden als een strijdbaar werktuig tegen alle dwaalleren bij de mensen op aarde. Hij zal die heel bekwaam bestrijden en zonder extra wonderen te doen een goed resultaat bereiken. Voor de wereldse kinderen is dat beter, om te voorkomen dat het hen gevangen houdende gericht nog niet meer greep op hun ziel zal krijgen! Voor kinderen van boven zijn de wonderen wel een genade -maar niet voor de kinderen van de wereld.
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS zegt: "Jawel, jawel! Maar, liefste Jarah, weet je, het is juist dáárom wat moeilijk, omdat, zoals ik al heel duidelijk begin te voelen, je hart werkelijk te veel zuivere wijsheid bevat. O, verder ben je uitermate aanvallig en lief en men zou dagenlang naar je kunnen luisteren, maar vragen aan je stellen of vragen van je krijgen, is toch wel Iets geheel anders. Het vragen gaat snel genoeg, maar daarna komt het antwoord en dat ziet er bij mij nog maar povertjes uit!
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De minste geestelijke, van Mij uitgaande beperking van de vrije wil zou Mijn bedoeling helemaal te niet doen!
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom moet hier steeds volledige vrijheid heersen, zodat men kan kiezen zowel voor iedere denkbare, tot diep onder de diepste hel gaande zonde, alsook voor de hoogste boven alle hemelen uitgaande deugd, anders wordt het niets met het ontstaan van de kinderen Gods op de daarvoor bestemde aarde!
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het wijze meisje dat Cornelius zoveel te denken gaf, is ook ingeslapen en ook de opperstadhouder, en ik merk nu dat er al meer aan onze tafel slapen, maar aan de andere tafels gaat het er levendig aan toe! Het lijkt mij dat deze tafel door de wijsheid die de engel en vooral jij ten beste hebben gegeven, zo slaperig is geworden!? " .
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Weet je, geliefde Philopold, ik lulster bijzonder graag naar je als jee over bovenzinnelijke dingen begint te spreken, maar hier in het bijzijn van de allerhoogste Wijsheid gaf je bijna te veel van het goede! Toegegeven, de engel heeft ook lang tegen ons gesproken, maar hij sprak zuiver het woord van de Heer en daarom was het in zekere zin gelijk, of hij, of dat de Heer Zelf sprak, Maar toen jij daarna begon te spreken, was dat alleen maar jóuw mening na alles wat je van de engel had gehoord en dat heeft, geloof ik, die slaperigheid aan onze tafel veroorzaakt! Geloof je dat zelf ook niet een beetje?"
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] IK zeg: " Ah, dat is niets. Er is heus niet zoveel voor nodig als je denkt! In het verstand, waar de ziel gewoonlijk haar wijsheid opdoet, zul je hiervoor wel moeilijk de geschikte woorden vinden, maar in je hart, dat de drager van de geest uit het hart van God is, des te beter
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Zoek daar en je zult vinden dat ook de grootste wijsheid met de eenvoudigste en bescheidenste woorden van de wereld veel beter en voor iedereen begrijpelijker uiteengezet kan worden, dan met de verheven woorden van Salomo's wijsheid! Wat heeft diens Hooglied voor zin als je het bij de duizendste keer dat je het leest, net zo min begrijpt als bij de eerste?!
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] Als U, o Heer, niet de liefde in U zou hebben, dan zou U nooit in der eeuwigheid ook maar één van Uw heerlijke ideeën in het zichtbare bestaan een vorm hebben gegeven. Maar omdat U Zelf in Uw goddelijk hart een groot welgevallen had aan Uw wonderbaarlijk heerlijke en grote ideeën en daar al van hield nog voor Uw eindeloze wijsheid en macht ze vormde in de uiterlijk zichtbare en door Uw kracht in stand gehouden wereld, van de vorm, dwong Uw liefde U, omdat zij ook steeds gloeiender en actlever werd, Uw ideeën een bestaan buiten U Zelf en daarom ook een daaropvolgend leven te geven.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] En ik geloof ook hiermee, voor zover het de menselijke wijsheid mogelijk is, Uw aan mij gestelde vraag in algemene zin geheel beantwoord te hebben! - Ik vraag U, o Heer, mij Uw oordeel daarover nu duidelijk mee te delen."
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Allen verbazen zich over het diepe inzicht en de wijsheid van Philopold. Kisjonah bekijkt hem van top tot teen en begrijpt niet hoe het mogelijk is dat deze mens, waarvan iedereen wel weet dat hij veel ervaring heeft, nu opeens allen door zijn diepgaande wijsheid zo buitengewoon verbaasd doet staan en zelfs MATHAËL zegt: "Mijn begrip is ook niet gering, maar in deze diepte is mijn geest nog nooit doorgedrongen! Zijn geest of ziel moet wel op een andere en hogere wereld onderricht hebben gekregen!"
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ook Jarah kijkt onderzoekend naar de wijze man en weet van louter verbazing over zijn wijsheid niet waar zij aan toe is.
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Kijk, daarin zit meer wijsheid dan in het hele hooglied van Salomo, die daar in de aard der zaak net zo weinig van heeft begrepen als wie dan ook, want als hij het begrepen zou hebben, zou hij later niet in alle zonden der zonden vervallen en te gronde gegaan zijn!
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...