Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 25 van 105

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[11] Ik zegje, datje mij daarnet werkelijk een heel aannemelijke definitie gegeven hebt van het begrip god; maar jij als spreker bent een mens, en ik, je toehoorster, ben ook niets anders, en ik kan je alleen maar zeggen: jouw betoog was echt niet in tegenspraak met de hogere rede, -maar er ontbreekt toch het belangrijkste aan, namelijk het noodzakelijke, duidelijke bewijs dat er werkelijk zo'n god bestaat waarover jij zoveel goeds en aannemelijks hebt gezegd. Kun je dat geven, dan heb je aan ons allen een goed werk verricht, en zullen wij je weten te prijzen.'
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Dat voor ieder mens de mogelijkheid bestaat om dat op eenvoudige wijze bij en in zichzelf te verwezenlijken, is af te leiden uit het feit dat ieder mens ogen heeft om te zien, oren om te horen en reukzin heeft en smaak en gevoel, en bij dat alles verstand, rede, en handen en voeten, en een vrije wil waarmee hij naar believen zijn ledematen kan activeren en zijn liefde kan regelen. Zo toegerust, ziet hij de zon op en ondergaan, -en ook de maan. Hij ziet de sterren en talloos vele soorten schepselen, die hij kan bekijken en waardoor hij God de Heer steeds meer en beter kan leren kennen.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Vlug zei DE PRIESTERES: 'Beste vriend, slaat dat op mij of op jou? In de huidige situatie schijnt het werkelijk meer op jou te slaan dan op mij, want ik denk er niet aan ooit iemand met onzorgvuldig gekozen, ongecontroleerde woorden te willen beledigen, -wat bij jou zojuist echter wel het geval scheen te zijn. Als er een Jupiter bestaat, dan zal hij er wel voor zorgen dat een os hem niet na zal doen; maar als er geen Jupiter is, staat de os, omdat die er in ieder geval wel is, duidelijk hoger dan de niet bestaande god. Heus, vriend, als je hele wijsheid bestaat uit zulke tot nog toe heel ontoepasselijke zinspreuken, dan zou ik je leraren wel eens willen leren kennen! Die moeten er bij daglicht niet bepaald esthetisch hebben uitgezien! Kun je me misschien nog meer van zulke spreuken laten horen?'
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] HIJ bezon zich en zei: 'N u, nou, beste vriendin, zo heb ik het toch immers niet gemeend; ik bedoelde alleen maar dat het je, omdat je helemaal niets weet over een ziel en over een verder leven daarvan ook na de lichamelijke dood, en ook niet over een enige, waarachtige God, en je ons alleen maar de eeuwige dood predikt, niet past zo te spreken alsof jij alleen alle wijsheid van de hele wereld zou bezitten, en alsof je ons, die het tienduizend maal beter weten, met jouw oude Diogenes kraam de les kunt lezen alsof wij daar nog nooit iets over gehoord zouden hebben. Wij willen jullie arme blinden nu alleen maar iets beters geven; en dat maakt dat wat jij deed helemaal niet paste wat ons nu ten opzichte van jullie wel past! Jullie moeten naar ons luisteren, maar wij niet naar jullie, omdat wij maar al te goed weten hoe het met jullie gesteld is en waaruit jullie innerlijke Diogenes wijsheid bestaat die wij bij jullie moeten wegnemen. En zo ongeveer moetje de betekenis van mijn spreekwoord zien.'
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Bij ons schepselen komt het er nu alleen maar op aan, met welke van de in ons aanwezige eigenschappen wij ons voornamelijk geïdentificeerd hebben en waarnaar wij handelen; want met diezelfde, gelijke eigenschappen zal God zich ook ten opzichte van ons gedragen. Zijn wij goed, wijs, liefdevol tegenover God en onze naasten, en barmhartig, deemoedig en geduldig, dan zal God ook altijd zo tegenover ons zijn. Hij zal in ons het bewustzijn van het eeuwige leven opwekken, en wij zullen een overvloed aan zegeningen ontvangen. Zijn wij echter het tegendeel, dan zal God tegenover ons ook zo zijn en ons voortdurend tuchtigen, en dat net zo lang tot wij ons volledig volgens Zijn wil verbeterd hebben. En kijk, daaruit bestaat dan ook de hoogste rechtvaardigheid van God, zonder welke eigenschap God onmogelijk een volkomen waarachtige God zou zijn!
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Ik zeg jullie: Wie ook maar ooit begint te denken dat er een god is die alles wat bestaat geschapen heeft en alles onderhoudt en bestuurt, die zal ook snel inzien dat alles wat bestaat, goed en doelmatig is ingericht. Hij zal door het wijze bestel ook al gauw beseffen dat de Schepper van alles wat bestaat, zeer goed moet zijn. Als een mens daar vaak aan denkt, en zo Schepper en schepsel beoordeelt, zal hij de Schepper gaan liefhebben en de liefde tot God zal zich van dag tot dag steeds in het hart van die mens vermeerderen en hechter worden, en deze liefde is nu de geest van de mens van gene zijde, die met zijn licht de ziel doordringt en met zijn warmte de ziellevend maakt. En als dat eenmaal bij de mens het geval is, is het hem ook niet meer mogelijk ooit te denken dat hij de dood in zich heeft.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] IK zei: 'Je denkt nog steeds dat Ik een tovenaar ben; maar Ik zeg je naar waarheid en met klem, dat dat bij Mij niet in het minst het geval is en ook beslist nooit is geweest. Daarom zal Ik je enkel als natuurkenner ook een heel natuurlijk middel aan de hand doen, en dat bestaat uit het volgende: dek de vijvers met een oud visnet af, waarvan je er genoeg hebt, dan zullen deze vogels door het net de vissen niets meer kunnen doen! Kijk, dat is iets volkomen natuurlijks en eenvoudig, zonder enige toverij uit te voeren, en als het goed en degelijk uitgevoerd wordt, geeft het ook beslist een goed resultaat!'
Hoofdstuk 112: De bijgelovige vissersbaas aan de Eufraat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Jullie weten niet hoeveel macht een verkeerde beweegreden over het hart van een mens heeft. Wanneer jullie echter merken waaruit die bestaat, mag je zo iemand nooit direct aan die kant, waar hij het meest ongenaakbaar is, aanpakken, maar alleen daar waar hij het zwakst is, waar je al gauw achter kunt komen. Heb je hem daar overwonnen, dan zal het daarna helemaal niet zo moeilijk zijn ook zijn sterke kant te overmeesteren. Je moet je dus altijd gedragen als een vaardig en bedreven veldheer en ook zo handelen. Een vaardig en bedreven veldheer zal door zijn betrouwbare spionnen bij de vijand laten verkennen waar zich mogelijkerwijs zijn zwakste kanten bevinden. Zodra hij dat weet, zal hij de vijand aan zijn sterkste kant slechts met wat onbeduidende schermutselingen bezighouden om hem te misleiden; maar aan zijn zwakste kant zal hij hem onverhoeds aanvallen en zonder slag of stoot verslaan en overwinnen.
Hoofdstuk 113: De juiste manier om godsdienstig onderricht te geven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toch is het voor iedere gemeente beter een tijdlang onder een tiran te lijden, dan met hem in oorlog te komen; want tirannen worden gewoonlijk slechts voor korte tijd door God toegelaten als gesels, waardoor gemeenten die de ene ware God reeds lang vergeten zijn, er weer aan herinnerd worden dat er een alwijze en almachtige God bestaat die tenslotte als enige nog in staat is ieder gekweld volk te helpen wanneer dit zich in alle ernst om hulp vragend, gelovig tot Hem wendt. -Kijk, zo staan de zaken! Nu jullie dit echter van Mij gehoord hebben, moeten jullie zelf beoordelen wat we met deze vierentwintig dieven zullen doen!'
Hoofdstuk 118: De schuld van de vlotbazen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik heb jullie dit echter alleen gezegd opdat jullie ook als heidenen in zullen zien, dat Ik het eigenlijke, eeuwige IK ben, en dat in feite alles wat de oneindigheid omvat uit MIJ bestaat. Maar houd dat voorlopig voor je, tot de eeuwige geest van de waarheid je daarover meer zal leren!
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Zo bestaat er ook een oude, slechte gewoonte bij het bidden tot God, om alleen maar een bepaalde, vreemde taal daarvoor te gebruiken en deze voor de verering van God het waardigst te achten. Waar in het vervolg die onzin ooit voor zal komen, zal de vraag ook nooit verhoord worden.
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De priesters hadden hun namelijk op de man af verteld, dat Ik wat Mijn geestelijke deel God Zelfben, de Enige en Enkele, en dat Ik een uiterlijk lichaam heb om Mij voor de mensen zichtbaarder en toegankelijker te maken. Zij zeiden dat Mijn lichaam weliswaar net als het lichaam van ieder mens begrensd is -, maar dat Mijn geest alles doordringt, dichtbij en veraf, en daarom slechts hoeft te willen om dichtbij en veraf te laten gebeuren wat Ik maar wil. Als ik iets wil, is het er al en blijft het bestaan zolang Ik het wil laten bestaan. Als Ik het echter niet meer verder wil laten bestaan, bestaat het ook niet meer, en wel alsof het er nooit geweest is. Ook weet Mijn innerlijke, goddelijke geest alles, hoe verborgen ook; ja, Ik ken volgens hen zelfs de allergeheimste gedachten van alle mensen op de hele aarde en weet ook alles wat er waar dan ook nog zo verborgen gebeurt.
Hoofdstuk 119: De eerbied van de priestervrouwen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Als Ik daartoe niet in staat zou zijn, zou er ook in eeuwigheid geen wezen meer toe in staat zijn, en zonder dat vermogen van Mij zou er ook geen leven meer in de hele, eindeloze wereldruimte denkbaar zijn; maar omdat Ik dat allemaal wel kan, bestaat en leeft alles in de eindeloze wereldruimte en veredelt het zich, door veelvuldige bestaansveranderingen, van mug tot mens en van zonnestofje tot zon. Maar nu gaan we naar buiten en om te zien wat we zullen tegenkomen!'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het zekerste teken van de reeds bereikte levenszelfstandigheid van een mensenziel is, dat zij God erkent en Hem zelfs met al haar kracht liefheeft. Want zolang een ziel God niet erkent als een wezen dat buiten haar bestaat, is zij nog blind en stom, en nog niet bevrijd van de kracht van de goddelijke almacht; zij moet dan nog geweldig vechten om zich van die boeien te bevrijden. Maar zodra een ziel begint de ware God buiten zichzelf te herkennen en, door het gevoel van haar liefde tot Hem, Hem echt wezenlijk begint waar te nemen, dan is zij vrij van de banden van de goddelijke almacht en behoort zij ook steeds meer zichzelf toe en is zodoende zelf schepster van haar eigen bestaan en leven, en daardoor een zelfstandige vriendin van God voor alle eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Dan keek HIJ hen heel ernstig aan en zei: ' Als heiden en Romein zal ik over jullie rechtspreken, jullie ellendige, ongelovige joden! Beëlzebub moet jullie verwekt hebben, dat jullie zo blind kunnen zijn datje niet ziet dat Deze de enige drager is van dezelfde geest die eindeloos lang geleden als hoogste geest de hemel en deze aarde en alles, wat daarop en daarin bestaat, leeft, ademt en denkt, enkel door Zijn wil heeft geschapen en vaste vorm heeft gegeven.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...