Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2482 resultaten - Pagina 25 van 166

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[2] Kijk, voor dat alles is veel tijd en veel wijsheid, veel geduld en een oneindige kracht nodig! Maar omdat jullie en Ik nog minder, nooit op zullen houden met denken en ideeën vormen, gaat het scheppen ook eeuwig door; want inhoudsloos denken kan Ik niet en kunnen ook jullie niet! Als de gedachte echter eenmaal als een iets gevoeld wordt, moet zij als vorm aanwezig zijn; en bestaat zij eenmaal als vorm, dan is zij ook al geestelijk omhuld en bevindt zij zich als voorwerp, dat in staat is licht op te nemen, voor ons, omdat wij het anders niet als een vormgegeven iets zouden kunnen waarnemen. Zolang Ik Zelf dus zal denken en ideeën vormen en jullie uit Mij, zolang zal het scheppen ook onmogelijk op kunnen houden. Aan ruimte zal het de oneindigheid eeuwig niet mankeren en daarom zullen wij nooit last krijgen van verveling door gebrek aan werkzaamheid.
Hoofdstuk 96: Inzage in de scheppingsgeheimen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] En daarop antwoord Ik: 'Mijn almacht kan en mag daar niets doen, waar zich in Mijn kinderen een vrij leven moet ontplooien. Daar kan Ik Zelf iemand niet meer hulp geven dan jullie elkaar kunnen geven. Ik geef jullie de akker, de ploeg, de tarwe en Ik neem de maaiers aan; maar werken moeten jullie dan zelf! En als jullie goed werken en het je misschien ontbreekt aan de nodige kracht, dan weten jullie nu reeds dat Ik je deze altijd zal geven als jullie Mij in je hart daarom zullen vragen en je zult dan met hernieuwde kracht goed kunnen werken; maar Ik kan en mag eeuwig niet voor jullie werken! Als Ik dat zou doen, zou dat voor de vrijheid en zelfstandigheid van jullie leven geen nut hebben; want dan zouden jullie niets anders dan machines zijn, maar eeuwig geen vrije, uit zichzelf levende, denkende en handelende mensen! ,
Hoofdstuk 101: Het onkruid tussen de tarwe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Toen Ik in het eerste begin de geesten als Mijn rijp geworden ideeën uit Mij naar buiten bracht en deze zodanig met Mijn kracht vervulde dat zij zelf begonnen te denken en te willen, moesten hun ook voorschriften gegeven worden volgens welke zij moesten denken, willen en tenslotte handelen. Samen met deze meegedeelde en gegeven regels moest echter ook de prikkel om zich niet aan deze regel te houden in deze eerste wezens gelegd worden, omdat zij anders nooit op een of andere wijze hun wil hadden kunnen gebruiken. De in hen gelegde prikkel veroorzaakte in hen pas een echt levensgevoel ten gevolge waarvan zij besluiten begonnen te nemen, te kiezen, vast te willen en te handelen.
Hoofdstuk 103: De ontwikkeling van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Waaruit bestaat dan het onkruid, dat door te vergaan het leven moet bemesten? Welke naam heeft dan die in de tot leven gewekte vorm gelegde, tegen de wet ingaande prikkel? Deze heet eigenliefde, zelfzucht, hoogmoed en tenslotte heerszucht. Door de eigenliefde zoekt de levende vorm weliswaar zichzelf, maar met een hebzucht die alles in zichzelf opneemt met de bedoeling om het dan voor altijd zo op te sluiten en te bewaren dat het nooit iemand anders dan alleen zichzelf ten goede kan komen, uit vrees om zelf toch maar ooit ergens gebrek aan te zullen krijgen! Door dit in zichzelf opsluiten van al datgene wat het steeds opneemt uit de alles voedende en onderhoudende orde van God, moet in het wezen een steeds toenemende verdichting ontstaan en een zekere, tijdelijke degelijkheid en superioriteit, en daardoor een buitengewone tevredenheid met zichzelf, -en dat is in de ware zin en betekenis van het woord de zelfzucht, die de eigen persoon als iets voelbaar gewichtigs met alle kracht en geweld boven ieder andere per soort wil verheffen door middel van al de haar ten dienste staande middelen, zelfs al zouden die van de slechtste soort zijn.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar weldra deed zich daar hetzelfde bezwaar voor als bij de voorgaande centraalzonnen. De hogere geesten, die in de minderheid waren, werden op de duur door de nog steeds ontelbaar vele lagere geesten te sterk onder druk gezet. AI gauw stonden zij weer in vuur en vlam en vele duizendmaal duizenden scheurden zich met grote kracht los van de gemeenschappelijke klomp, met het vaste voornemen nu eindelijk in het zuiver geestelijke over te gaan. onvoorstelbaar lange tijden zweefden zij ver van elkaar verwijderd als etherische nevelmassa' s in de grote scheppingsruimte.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Deze vrijheid beviel hun als zij terug dachten aan de verpletterende druk die zij hadden ondergaan. Maar tijdens deze werkeloze vrijheid werden zij na verloop van tijd hongerig en zij begonnen in de ruimte voedsel te zoeken, -een verzadiging van buitenaf dus. Dat vonden zij en moesten zij vinden, want de begeerte is als die noordelijke magneetsteen die al het ijzer, evenals ook alle ijzerhoudende mineralen, met onweerstaanbare kracht naar zich toe trekt.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Iedereen die van nu af aan in Mijn naam gedoopt wordt met het levende water van Mijn liefde en met de geest van Mijn leer en in de kracht.en de daad van Mijn naam, is voor eeuwig verlost van de oude erfzonde, en zijn lichaam zal daardoor niet langer een oude, moordkuil van de zonde zijn, maar een tempel van de heilige geest.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Als zodanig is de hoogmoed echter zeer ontevreden, omdat deze nog steeds constateert dat alles nog altijd niet zo aan hem ondergeschikt is als hij zou wensen. Hij gaat nu al zijn middelen en overige mogelijkheden na en komt tot de conclusie dat hij alles aan zich ondergeschikt zou kunnen maken als hij zich uit tactisch oogpunt voor zou doen als een vlot en vrijgevig iemand. Zo gedacht, zo geprobeerd en gedaan! Omdat er altijd meer hongerigen zijn dan mensen die voldoende te eten hebben, heeft de royaal geworden hoogmoed heel gemakkelijk spel. Weldra verzamelen alle hongerlijdende, kleine krachten zich om hem heen en laten zich ringeloren omdat ook zij nu een graantje mee kunnen pikken van de rijkdom der hoogmoed. Zij gehoorzamen de hoogmoed al gauw slaafs en vermeerderen daardoor zijn kracht, en de hoogmoed probeert nu al meteen om zeer veel of liever gezegd alles aan zichzelf dienstbaar en schatplichtig te maken. En dit onverzadigbare streven is dan datgene wat men in de ware zin van het woord de allerverderfelijkste heerszucht noemt, waarin geen liefde meer heerst.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Betere geesten ontworstelen zich gewelddadig aan de steeds toenemende druk van de materie door met de kracht van hun wil hun eigen materie op te lossen. Zij konden meteen overgaan in de orde van de zuivere geesten, maar de oude prikkel doet ook nog steeds zijn oude kracht gelden. De eigenliefde wordt meteen weer wakker, de plant zuigt, het dier vreet, en de mensenziel zoekt nauwelijks opnieuw in de oude goddelijke vorm terugkomend, begerig naar stoffelijke kost en een ongestoord, traag genieten. Zij moet zich daarom meteen weer met een stoffelijk lichaam omhullen, dat echter toch niet zo hard is als de oude, zondige materie. Ondanks het zachtere lichaam neemt daarin de ziel toch zodanig in eigenliefde toe dat zij weer helemaal in de hardste materie zou veranderen als Ik in haar hart niet een bewaker, een vonkje van Mijn liefdegeest, gelegd zou hebben."
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] IK zeg: "Vriend, hier geschiedt dat niet langs de weg van de geheime openbaring, maar door het in het openbaar gesproken woord dat voor Ieder lichamelijk oor goed te vernemen is! Maar het is heel wat anders om het geheime, innerlijke woord te horen dat uit Mijn hart in het hart komt van degene die het in zichzelf hoort; en daarvoor moet er al een bepaalde, voorbereide lijn van mensen zijn, van wie het innerlijk in staat is de almacht en onbeperkte kracht van Mijn woord te verdragen! Want iedereen die daar niet op voorbereid is, zou al door één jota die rechtstreeks van Mij afkomstig was, vernietigd en gedood worden. Zodra het echter geschreven is, mogen mensen met een goede wil en goede bedoelingen het wel lezen; het zal hen niet alleen niet doden, maar sterken en kracht geven voor het eeuwige leven.
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Het geslacht ontstaat door een meerdere of mindere oorspronkelijke zwaarte vastheid en kracht van de levende grondgedachte der ziel. Als deze van oorsprong al helemaal solide is, zodat hij op zichzelf al een idee is, dan zal zijn ontwikkeling een manlijke vorm opleveren; staat de basis van de oorspronkelijke levensgedachte op de tweede en lichtere trap, dan zal de ontwikkeling een vrouwtje opleveren."
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Door het onvermoeibaar oefenen in het doen van Mijn wil, krijgt deze zijn volle kracht en wat hij dan geheel in overeenstemming met Mij zal willen, zal gebeuren; maar zoals gezegd, pas dan - en niet eerder!
Hoofdstuk 121: Waarom de Heer deze onthullingen doet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Laten wij daarna echter deze speciale, giftige plant nemen en die ook in de ketel doen waarin van de duizend geneeskrachtige planten een geneeskrachtige drank wordt gekookt! Kijk, dan zal deze ene giftige plant de genezende kracht helemaal veranderen in dodelijke gif en wee de zieke die het zou wagen een slok van de thee te nemen! Heus, het zou hem onvermijdelijk het leven kosten en langs natuurlijke weg zou hij niet geholpen kunnen worden!
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Daarom moet men nu met alle ernst, met alle macht en alle kracht al het goede naar zich toe trekken, wil men niet door het vele slechte verzwolgen worden.
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Tijdens zo'n moment worden echter ontelbare natuurgeesten in de verre omtrek mee geactiveerd, en zodoende wordt het naar alle kanten licht en helder. Hoe heftiger een kring van natuurgeesten vibreert en zodoende de naburige geesten activeert, des te lichter wordt het tot ver in de omtrek, en zo krijgen groepen geesten die zich samengevoegd hebben om iets te worden, een gelijksoortig streven; het licht van de zon levert door zijn productieve kracht en inwerking op de hemellichamen die dicht genoeg bij haar staan, daarvoor het sprekendste bewijs.
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...