Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 25 van 63

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[17] Ik zei tegen hem: 'Vriend, als de Meester Zelf geen welbehagen zou hebben aan Zijn werken, wie zou het dan wel hebben? Of denk je dat de Meester al die werken geschapen zou hebben, als Hij ze niet al heel lang van tevoren duidelijk in Zijn geest had gezien en er een buitengewoon groot welbehagen in had? Maar als je ziet dat Ik welbehagen heb aan dit ochtendtafereel, dan zal de reden daarvan je nu wel duidelijk zijn?'
Hoofdstuk 40: De Heer kijkt met de commandant op een heuvel naar de aanbrekende ochtend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen begon de gestalte te bewegen en te kronkelen, en bracht tenslotte de woorden uit: 'Heer, waarom laat U ons niet ongestoord genieten van datgene wat onze liefde wil? We hebben U toch nooit gevraagd om ons te scheppen en dan naar Uw believen duizenden jaren en hele eeuwigheden lang te kwellen! Maar nu U ons zonder dat wij dat wilden eenmaal hebt geschapen en ons ook een liefde en een vrije wil hebt ingeademd -waarom straft U ons dan, als wij volgens onze liefde en onze wil handelen?'
Hoofdstuk 53: De Heer vermaant de aanvoerder van de uitgedreven geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] De Joden van dit huis sloegen de handen boven hun hoofd tegen elkaar en riepen vol blijde verwondering: 'Dat kan alleen Hij doen, die hemel en aarde heeft geschapen; daarom zij U alle lof, o grote God, die aan een mens zo'n macht heeft gegeven!'
Hoofdstuk 56: De Heer in de woning van de tien Joodse gezinnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen wij in de kelder waren, waar deze arme joden weer buitengewoon verbaasd over waren, troffen we daar een groot aantal grote en kleine stenen vaten en een nog grotere hoeveelheid stenen, lemen, zilveren en ook gouden drinkgerei aan, waar de arme joden natuurlijk heel verbaasd naar keken en waarvan ze niet wisten of deze dingen ook op wonderbaarlijke wijze door Mij waren geschapen of dat ze, wat het uiterlijk ervan deed vermoeden, nog uit de oertijd stamden.
Hoofdstuk 59: De burcht van Melchizédek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Want de liefde is de ware levensmest voor de ziel voor het eeuwige leven, en God heeft de mensen immers geschapen met de bedoeling dat ze in het eeuwige leven zullen overgaan. De ware godsdienst, die Mij als enige welgevallig is, bestaat er dus hoofdzakelijk uit, dat de mensen elkaar over en weer in Mijn liefde dienen; en als dat de godsdienst is die Mij het meest welgevallig is, wordt de sabbat daardoor zeker nooit ontheiligd.
Hoofdstuk 63: De ware sabbatheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik zei: 'Die vindt het helemaal goed zo; want de heidenen, en met name de starre stoïcijnen zoals deze burgemeester er één is, kunnen alleen maar door grote tekenen bekeerd worden tot het geloof in de ene, enig ware God en Heer van hemel en aarde van eeuwigheid, voor wie alle dingen mogelijk zijn en die door Zijn woord alles uit Zichzelf heeft geschapen en vormgegeven.'
Hoofdstuk 66: De burgemeester van Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ten tweede moeten wij Joden onder de heidenen leven en met hen omgaan, en zij hebben meestel geen enkel geloof en lachen ons uit, als wij met hen over onze enig ware en enige God beginnen te praten; want deze heidenen zijn voor het merendeel wereldse wijzen, geloven niet in hun goden en evenmin in de onsterfelijkheid van de zielen, en met handige welbespraaktheid tonen zij de nietigheid van alle oude geloofszaken aan. Bij hen bestaat er geen God, maar alleen allerlei krachten in de natuur. Die scheppen aan één stuk door, volgens bepaalde aan hen ten grondslag liggende wetten, en vernietigen na korte of lange tijd weer wat ze hebben geschapen.
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Jullie Joden hebben uiteindelijk toch gelijk dat jullie aan slechts één God geloven; want die ene God zal wel de enig ware zijn, die door de macht van Zijn alwijze wil alles heeft geschapen wat wij met onze ogen kunnen zien en met onze andere zintuigen kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De waard zei: 'Wonderbaarlijke Meester, alles is volkomen in orde; maar die vissen komen toch zeker niet uit enig water van deze aarde, maar ze zijn door U nieuw geschapen! Ik zie nu dat mijn zoon, die door U genezen is, zojuist volkomen gelijk had toen hij U voor de grote Beloofde hield; U bent dus wat Uw innerlijke geest betreft niet de dienaar van een die hoger is dan U, maar met de Allerhoogste samen Zelf een Heer, die noch op deze aarde noch in de hemelen Zijns gelijke heeft.
Hoofdstuk 144: Het viswonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, o Heer, geeft U ons daarover nu eindelijk eens een volledige uitleg, zodat wij niet steeds heimelijk moeten denken dat U van de duizend mensen slechts één voor het eeuwige leven en negenhonderd negenennegentig voor de eeuwige dood hebt geschapen!'
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[20] De twee tekenen die U hier hebt gedaan plaatsen de tekenen die U hiervoor hebt gedaan pas in het juiste licht, waardoor alle andere tekenen geen enkele betekenis meer hebben en maken U voor onze ogen in volle ernst tot Degene die, zoals David heeft aangekondigd, naar ons toe zou komen. Want ten eerste komen er in deze hele streek geen leeuwen voor, omdat deze dieren meestal alleen in Afrika thuishoren, en zo'n beest hoogst zelden naar Arabië afdwaalt en al gauw weer teruggaat als het in de uitgestrekte woestijnen geen voedsel vindt; maar op een wenk van U stonden er direct veertien van zulke beesten voor ons! Zoiets zou al heel moeilijk gaan als die beesten hier in het land in grote aantallen thuishoorden. U, die Heer over alle schepselen bent, moet ze dus werkelijk geschapen hebben, het kan niet anders!
Hoofdstuk 166: De bevrijding en bekering van de Farizeeën, die voor door leeuwen worden bewaakt (16.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Welnu, om uiteenlopende redenen kan geen enkele nog zo kunstig geconstrueerde levensmachine voor een eeuwige bestaansduur worden geschapen; want het scheppen van zulke duurzame materiële levensmachines zou voor de Schepper betekenen: Zichzelf in oneindig veel delen verdelen, geleidelijk aan zwakker worden en Zichzelf onbekwaam maken om verder te scheppen!
Hoofdstuk 171: Over het werken van krachten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Maar ik dacht bij mijzelf: ' Als ik weer begin te lopen, zal ik tenslotte weer alles kwijtraken wat ik moeizaam voor mijzelf heb geschapen! In plaats daarvan zal ik proberen om hier vlakbij maar zo'n hut te vormen -daar wil ik dan heel graag voor altijd in wonen en hem behouden!'
Hoofdstuk 174: Belevenissen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Deze aarde en watje erop en erboven ziet is ook enkel een door de allerhoogste geest geschapen oord, precies zoals mijn dorp in het klein door mij is geschapen.
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Want kijk, het duurt niet lang of de zon heeft alles op de aardbodem tot leven geroepen; daarna neemt ze toe in licht en warmte, en wel zozeer dat ze in de zomer alles weer doodt wat ze in de winter en het voorjaar heeft geschapen.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...