Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2588 resultaten - Pagina 25 van 173

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[10] Onze Griek moest aan de tafel naast de grote koningstafel plaats nemen, maar zijn mooie vrouw werd aan de koningstafel geplaatst. Men at en dronk een tijdlang heel gemoedelijk. Maar onze Griek begon zich al gauw erg ziek te voelen, want hij kreeg een drank die met gif was vermengd en hij moest naar huis worden gebracht. De vrouw werd echter naar de vertrekken van de koning gebracht en moest daar onder bedreiging van de dood alles met zich laten doen, net zo lang tot men genoeg van haar had. Hoewel de Griek niet aan het gif stierf, bleef hij tot op dit ogenblik toch verlamd, en hoe toegetakeld zijn vrouw er uitzag toen ze na zeven dagen thuiskwam, kan ieder zich wel voorstellen!
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat was geen toverij en geen wondergenezing op de manier van onze magiërs en priesters die kerngezonde mensen, voor geld en beloften van ander voordeel, laten simuleren dat ze doof, lam en blind zijn en hen zo een pelgrimage naar een afgod in een morsige tempel laten maken om dan daar op een afgesproken teken, ziende, horend en recht van lijf en leden te worden. Daardoor wordt er een aantal onnozelen overtuigd en als er dan echte lammen, blinden en doven komen om te bidden en te offeren, wordt niemand van hen beter. Dan wordt er steeds gezegd: 'Uw geloof is te zwak en uw te kleine offer is god niet welgevallig!' Ja, je weet dat onze magiërs zelfs de dode kinderen van rijke ouders weer tot leven brengen, maar wij weten allang op wat voor manier en wij weten ook, dat zulke uit de dood opgewekte kinderen geen bloedverwanten zijn. Maar deze hier zal zeker ook minstens de schijndoden tot leven kunnen brengen!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Het is een arme vader met zijn beide dochters, een arme Jood. Zijn vrouw heeft zich met behulp van een boom, die in het water lag, het naakte leven gered. Maar haar man en de beide dochters, die de in groot gevaar verkerende moeder te hulp kwamen, werden door de steeds sterker wordende watervloed in zee gespoeld, en verdronken in de woeste golven. De zee wierp hen geheel levenloos op de oever en de beide sterke zoons van onze gastheer vonden hen nu dood daar liggen, en hebben hen zoëven hier beneden aan land gebracht.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] De VROUW zegt: "Op de jongste dag zal alleen God ze mij terug kunnen geven, want ze liggen in de golven begraven en zijn dood! De doden zoudt u me wel terug kunnen geven, als ze ergens door de zonen van Marcus uit zee zijn opgehaald, -maar nooit meer levend, want ze moeten al enige uren dood zijn!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dit voorval maakte op onze Perzen pas goed indruk. Daar konden zij niet tegen op en onze Schabbi keek dan weer naar Mij, dan weer naar de tot leven gewekten, voelde hun polsslag en vroeg hen nadrukkelijk of ze toch wel echt dood waren geweest en of ze zich dan absoluut niets konden herinneren van wat er met hen was gebeurd!
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dat mijn lichaam dood was, daar kan net zo min aan getwijfeld worden, als dat ik nu leef! Want daal nu maar eens af in de diepten der zee en blijf ruim twee uur onder water, dan sta ik er borg voor dat je lichamelijk helemaal dood bent!"
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] SCHABBI zegt: "Ja, ja, je was volkomen dood en de wonderman heeft je slechts door zijn almachtige woord uit de dood opgewekt! Nee, nee, zoiets heeft de aarde nog niet meegemaakt! -Maar wat nu?!"
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] 'De Heer Zebaoth zal op deze berg voor alle volken een rijke maaltijd bereiden, een maaltijd bestaande uit zuivere wijn, vet, merg en wijn zonder bezinksel. En Hij zal op deze berg het omhulsel wegdoen, waarmee alle volkeren omhuld zijn en de bedekking, die de heidenen het zicht belet. Hij zal de dood verzwelgen en de Heer zal de tranen van alle gezichten wissen en de smaad van Zijn volk in alle landen te niet doen, want de Heer heeft het zo gezegd. In die tijd zal men zeggen: 'Zie, dat is onze God waarop wij wachten, Hij zal ons helpen! Dat is de Heer op wie wij wachten om ons te verheugen in Zijn heil!'
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dat Hij de dood kan en zal verslinden en ook de smaad van Zijn volk in alle landen, dus ook in ons Perzië, zal opheffen, is mij tenminste nu duidelijk, omdat ik heb gezien hoe U de doden in het leven hebt teruggeroepen.
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De drie drenkelingen zijn echt weer in het leven teruggeroepen, maar het is nog maar de vraag of ze werkelijk helemaal dood waren, of dat het soms simulanten waren! Kortom, daden bewijzen nog lang niet alles! Maar zijn machtige woord bewijst naar mijn mening méér dan de beide wonderen. Zo oneindig wijs en eeuwig waar spreekt geen mond van een sterveling! Schabbi, denk nu alleen maar eens na over de uitleg van de enig ware aanbidding van God, dan zul je ontdekken wat voor alles doordringende wijsheid daarin ligt. Dat is voor mij het bewijs van iets ontzaglijks. Ja iets, dat ik nauwelijks durf uit te spreken!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar de MAN zei:'Vraag het aan deze steen, die zal je daarover hetzelfde kunnen vertellen als ik nu! Ik weet alleen maar dat een geweldige waterstroom mij meesleurde in zee, waardoor ik direct bewusteloos raakte en derhalve dood ging, zodat ik vanaf dat moment niets meer weet van wat er met mij is voorgevallen. Ik herinner mij alleen nog -maar alleen innerlijk -dat ik mij kort nadat ik door de dodelijke vloed verslonden was, heel treurig met mijn dochters op een grote weide bevond en niet wist waarom ik nu eigenlijk treurig was. Weldra omhulden ons aan alle kanten lichte wolkjes en in dit licht voelde ik me zo gelukkig worden! Wij zagen echter niemand buiten ons zelf en tijdens deze zaligheid overviel ons een zoete slaap en uit deze slaap ontwaakten wij weer hier. Nu weet je alles wat ik erover kan zeggen, -oordeel nu zelf maar!
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK ga nu weer bij hen staan en zeg: "Ik Zelf! Zoals Ik tegen de doden kon zeggen: 'Ontwaak uit de dood en leef!', zo kan Ik ook net zo doeltreffend, goed en rechtsgeldig tegen jullie zeggen: 'Wees rein en al jullie zonden zijn vergeven!' en nu staan jullie rein en zonder zonden voor Mij! Geloven jullie dat nu?"
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Jouw twee zonen moeten echter nog één keer de oevers van de zee afzoeken! Langs de oevers drijven nog een paar lijken; het zijn een aantal arme Joden met hun vrouwen en kinderen. Ik wil niet dat zij, of ook anderen, de dood zullen vinden terwijl Ik hier verblijf. De zee is spiegelglad en de sterren schijnen vandaag bijzonder helder. Je zoons kunnen die taak gemakkelijk volbrengen en dat te meer, omdat zij goede hulp kunnen krijgen van de hier aanwezige schippers van Kisjonah, van Ebahl uit Genezareth en van de scheepslieden van Cornelius. Ongeveer negen personen drijven langs de oevers over een afstand van hooguit anderhalf uur gaans, die moeten zij hierheen brengen. Zij moeten hen dan met de gezichten naar beneden gekeerd op een wat aflopende bodem neerleggen en zo tot morgenochtend laten liggen! Morgen zal Ik hen dan pas opwekken!"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De goed opgevoede vondeling kan echter zijn ware ouders onmogelijk eren, omdat hij ze in de eerste plaats niet kent en, als hij ze wel zou kennen, in de tweede plaats voor God en alle mensen toch echt geen verplichting tegenover diegenen zou hebben, die hem in hun zondige geilheid hebben verwekt en toen na de geboorte meteen aan de dood hebben prijsgegeven. Maar heeft zo'n mens dan geen aanspraak op de belofte van Mozes, omdat hij volgens Mozes zijn echte ouders onmogelijk kan liefhebben en eren? O, dat zou dan wat moois zijn en een erg goede indruk maken als wijs woord van God!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Daar dragen de priesters jammer genoeg alles aan bij, omdat deze misleiding van de mensen er voor zorgt dat zij steeds heel voornaam kunnen leven. De mensen zijn dom genoeg en daarom laten zij zich zo'n bedrog graag aanleunen. Maar bij mij is dat allang niet meer zo. Ik wil zekerheid, óf een dood die mij geheel vernietigt!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...