Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 25 van 179

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[3] Een grote aardse rijkdom in handen van zulke mensen is een echte, hemelse zegen voor een geheel land. Als zulke mensen bovendien nog wat hogere wijsheid bezitten, kunnen zij daarmee wonderen verrichten voor het ware welzijn van de mensheid.
Hoofdstuk 192: Zegen en vloek van de rijkdom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] "Jawel!" zeggen de verheugde AFGEVAARDIGDEN, "plaats genoeg voor ons, het is alleen de vraag of u ook zo vriendelijk wilt zijn ons wijsheid mee te geven. Bij ons in Perzië wordt de echte wijsheid steeds zeldzamer en in plaats daarvan breidt de toverkunst van de heidense priesters zich steeds meer uit. Die zal eerstdaags nog zelfs alle wijsheid van de daar wonende Joden te niet doen, -vooral als de koning de heers en hebzuchtige priesters en afgodendienaars macht geeft, hetgeen zeer te vrezen is, omdat zij de koning het vuur na aan de schenen leggen en hem dag en nacht proberen te overtuigen. Wij hebben hen tot nog toe nog te vriend gehouden door onze grote rijkdom, maar deze kwaadwillige mensen zijn ook in staat onmetelijke schatten te vergaren en bij iedere gelegenheid helpen zij daarmee de verkwistende koning uit de nood. En daarom zullen zij het wel zover brengen dat de overigens goedhartige koning onverdraagzamer zal worden. -Maar later daarover meer, nu moeten wij eerst de wachtende broeders vertellen wat wij hier hebben gehoord!" - Na deze woorden buigen zij en gaan snel naar hun broeders. Daar aangekomen, brengen zij waarheidsgetrouw verslag uit van al het gehoorde en praten met hun gezellen en gezellinnen over veel zaken.
Hoofdstuk 191: Afgevaardigden van de reizigers spreken met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Daarom zijn de nu geredde, Perzische Joden reeds heel goed geordende mensen en het is nu gemakkelijk hun een hogere wijsheid bij te brengen. Want als een lamp zo vololie is dat hij rijkelijk begint over te lopen en hij heeft daarbij een goedgeplaatste en sterke levenspit, behoeft men de pit slechts aan te steken en dan straalt de gehele lamp van licht en zal alles om zich heen in een grote kring prachtig helder verlichten!
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] IK zeg: " Je zorg daarvoor is terecht en Ik heb er daarom voor gezorgd dat het belangrijkste al op je rollen is opgeschreven. Maar voor het leven heeft zo'n geschrift net zo veel nut als een dode wegwijzer dat heeft voor de wandelaar op de vele straten en dwaalwegen van deze wereld. Datgene wat ieder kan helpen en hem wijsheid, kracht en leven kan geven, wordt ieder mens onuitwisbaar in het hart geschreven en wel zo, dat dit geschrift over het eeuwige levensrecht en de in en uitwendige betrekkingen, bij elke handeling die tegen de goddelijke orde ingaat, vanzelf in het mensenhart hardop wordt voorgelezen en de ziel maant, terug te keren in de oorspronkelijke, goddelijke orde!
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Wat Gód van geen mens vraagt, dat kan een mens nog veel minder van zijn medemens verlangen! Dat is ook een ware wijsheid, die volledig thuis hoort in Gods orde. Onthoud die daarom goed en handel daarnaar, dan zullen jullie aangenaam zijn voor God en de mensen!
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] SCHABBI zegt: "U bent wel erg verstandig en wijs, maar zal die wijsheid van u ons wel iets helpen? Ook geen van ons is echter bepaald op zijn achterhoofd gevallen en wij geloven dat wij u doorzien! De voornaamste Romeinen staan aan uw kant -, niet ver van hier zijn Romeinse soldaten gelegerd, waarschijnlijk om ergens iemand op te pakken in het geval dat men die door allerlei sluwe vragen en praatjes zou opsporen!? Maar bij ons hoeft u hem zeker niet te zoeken, want daar zult u eeuwig niets ontdekken!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Nu denken wij natuurlijk helemaal anders over u, en u zult ons het eerdere ongeloof aan uw wijsheid nu toch niet als zonde aanrekenen?!
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Wat hebben wij er echter aan om nóg zo diepzinnig na te denken en alles uiteen te rafelen? Een sterveling zal toch nooit achter de ware wijsheid van God komen, hij zal zelfs niet de buitenste sluier daarvan oplichten!
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] EEN van de beide afgevaardigden zei na een poosje: "Geëerde, wijze vriend! U lijkt mij goed op de hoogte te zijn met de Schrift, hoewel u misschien wel een Romein of een Griek bent. Het door u vertelde zeer mystieke verhaal van de profeet Elia is heel juist weergegeven, maar tot nog toe heeft niemand het ooit begrepen. Het zou bijzonder vreemd zijn als een heiden ons Joden daar een uitleg van zou kunnen geven. Wij zouden het echter graag van u horen, want ik heb mij reeds veel onduidelijkheden van de profeet Jesaja uit laten leggen door een wijze heiden uit het morgenland en dat gaf mij gegronde redenen om mij zeer over zijn diepe wijsheid te verbazen. Dat schijnt zich hier te gaan herhalen. Daarom vragen wij u allen, zoals wij hier aanwezig zijn, om ons uw gedachten over dit beeld te onthullen!"
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Want helemaal geen geloof lijkt naar mijn mening op een pasgeboren kind of op een lege, braakliggende akker, waar nog niets in gezaaid is. Het kind kan door een goede opvoeding een wijs man worden en in de braakliggende akker kan elke edele vruchtsoort gezaaid worden. Als de akker echter door allerlei soorten onkruid is overwoekerd en een volwassen kind in allerlei domme zaken is onderwezen, dan lukt het met de ontwikkeling der wijsheid helemaal niet meer, of slechts heel moeizaam. En hoe moeilijk een akker van alle onkruid gereinigd kan worden, weet iedere eerlijke landman die ooit is bezig geweest zijn akker van alle onkruid te reinigen en vervolgens zuiver te houden! - Wel, verheven vriend, dat is zo ongeveer onze nuchtere mening.
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Zoals wij echter hebben gehoord~, moeten ook de tempelpriesters in Jeruzalem nu niet zo veel beter Zijn dan onze Perzische. Met de wonderbaarlijke ark des verbonds moet al sinds lang iets aan de hand zijn, want wij weten maar al te goed wanneer en waar voor de oude een nieuwe is gemaakt. Natuurlijk niet in Jeruzalem, maar bij ons zo diep mogelijk in het land der Perzen, opdat het niet verraden zou worden. Dat hielp hen echter niet zo erg veel, want zij moesten de Perzische kunstenaars voor hun zwijgen uiteindelijk tienmaal zoveel betalen dan de hele ark waard was, en de kunstenaars vertelden het later toch aan hun eigen mensen en die weer aan ons, Joden. Daarom, verheven vriend, houden wij ons rotsvast aan de leer van Mozes, hoewel daar ook dingen voorkomen die in natuurlijk opzicht toch wel pure onzin zijn. Maar niemand weet er een redelijke verklaring voor te geven en daarom breekt niemand zich er verder het hoofd over. Maar de wet en de moraal zijn in goedheid en wijsheid niet te overtreffen en niemand kan zich, zelfs in zijn helderste ochtenddroom, iets wijzers en beters bedenken!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De ANDER zegt: "Je bent weliswaar steeds de voorzichtigheid zelf en voorzichtigheid is de moeder van de wijsheid, maar hier schijn je deze niet op het juiste moment te gebruiken! Want een beetje mensenkennis hebben wij ook en hoe langer wij de onderzoeker gadeslaan, des te meer verdwijnt iedere gedachte, als zou hij iets kwaads in de zin hebben! Ik, jouw medeafgevaardigde, heb voorheen mijn oren wat gespitst en hoorde veel van de geheime bespreking van de ondervrager met Cyrenius. Dat had alleen betrekking op een lichte bezorgdheid over de mogelijkheid, ons van onze waan te genezen! De tempel moet ons indirekt op laaghartige wijze geheelonjuist geïnformeerd hebben over de Messias en over de Romeinen, waardoor wij nu blinde angst voor hen hebben en ons juiste en goede geloof voor hen verbergen !
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] SCHABBI zegt: "Ja, je pijl kon wel eens niet zo ver van het doel gevallen zijn! Die plotselinge genezing van beiden alleen maar door iets te zeggen, is meer dan alle menselijke wijsheid kan bevatten! Nu wordt onze redding me ook wat duidelijker. Een mens, die zo'n kracht heeft in zijn wil dat zelfs de ruwe materie zich daarnaar moet voegen, moet hoger staan dan alle andere mensen op aarde. In hem moet een overvloed aan goddelijke kracht aanwezig zijn en zijn ziel moet de levenskrachtige afdruk zijn van de goddelijke wil, -of zij is de godheid zelf! Met mijn voorzichtigheid ben ik misschien wel wat te ver gegaan, maar daarmee kan ik toch onmogelijk hebben gezondigd, want ik wilde het goddelijke, dat voor de heidenen wel eens een verschrikking zou kunnen zijn, daardoor beschermen en het niet door zulke onmensen laten besmeuren, hetgeen noch in ons belang noch in dat van de verheven zaak van het geloof zou zijn geweest!
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar als dat voor de mensen nodig zou zijn, zal Gods genade wel weer ergens een Mozes opwekken, dus een echte Messias, net zoals u nu een echte schijnt te zijn. Die zal ons dan beslist in de ware wijsheid van God onderwijzen en wij zullen dat als een ware hemelse gave heus tot iedere prijs graag en zeer dankbaar aanvaarden en ook ons doen en laten daarnaar richten. Want wij, handelaars, zijn altijd grote vrienden van alle voor de mensheid nuttige bezigheden en onze grote, aardse rijkdom gebruiken wij alleen maar om de van nature altijd tot traagheid en nietsdoen geneigde mensheid op nuttige wijze, voor henzelf en voor anderen, op allerlei goede manieren bezig te laten zijn.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Verheven, met Gods geest vervulde vriend, zeg ons of onze kijk op het leven goed, bruikbaar en dus een juiste is, of dat u ons door uw wijsheid nog een betere kunt geven!"
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...