Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 25 van 98

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[6] Een woekeraar is een echte helse machine, gemaakt om alle mensen te gronde te richten en als zodanig zal hij ook voor eeuwig volledig eigendom blijven van de hel!
Hoofdstuk 192: Zegen en vloek van de rijkdom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ja, Mijn beste Cyrenius! Rijk te zijn op deze aarde, en voor zichzelf slechts zoveel uit te geven als men voor het eigen onderhoud hoogst nodig heeft, dus karig te zijn voor zichzelf om des te vrijgeviger voor de armen te kunnen zijn, dat, dat evenaart God reeds het meest in het aardse lichaam! Hoe groter deze echte en alleen ware gelijkenis met God bij een mens is, des te meer zegen en genade ontvangt hij uit de hemelen!
Hoofdstuk 192: Zegen en vloek van de rijkdom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Pas wanneer hij dat doet, en daar heeft hij alle middelen voor, zal hij een waar mens in de echte, eeuwige orde van God worden. Doet hij dat echter niet, dan blijft hij een dier, dat als zodanig geen leven in zich heeft en ook geen leven door goede en liefderijke werken aan een naaste kan overdragen.
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De deemoed, die voortkomt uit zuivere liefde, is de echte en ware nederigheid, want zij geeft achting en heeft in de medemens een broeder als broeder lief, maar maakt zichzelf en de naaste niet tot een God voor wie men op de knieën moet vallen en die men moet aanbidden.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De AFGEVAARDIGDE zegt: "Verheven vriend! Dat is een uiterst netelige vraag! Er helemaal geen waarde aan hechten zou voor een echte Jood toch wel te vermetel zijn, -en het in volle ernst geloven, is zeker ook een heel gewaagde onderneming. Want men kan daardoor voor het duistere bijgeloof de deur wagenwijd openzetten en daaraan op die manier vrije toegang verlenen!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Met betrekking tot de beloofde Messias zeggen wij ja noch nee. Als er echter een echte, in de Schrift deskundige, wijze ons deze zaak duidelijk wil maken, dan zal hij ons als Joden en mensen zeer aan zich verplichten. Mocht u daaromtrent enig houvast kunt geven, vertel het ons dan, aan onze dankbaarheid daarvoor zal het nooit ontbreken!"
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat was geen toverij en geen wondergenezing op de manier van onze magiërs en priesters die kerngezonde mensen, voor geld en beloften van ander voordeel, laten simuleren dat ze doof, lam en blind zijn en hen zo een pelgrimage naar een afgod in een morsige tempel laten maken om dan daar op een afgesproken teken, ziende, horend en recht van lijf en leden te worden. Daardoor wordt er een aantal onnozelen overtuigd en als er dan echte lammen, blinden en doven komen om te bidden en te offeren, wordt niemand van hen beter. Dan wordt er steeds gezegd: 'Uw geloof is te zwak en uw te kleine offer is god niet welgevallig!' Ja, je weet dat onze magiërs zelfs de dode kinderen van rijke ouders weer tot leven brengen, maar wij weten allang op wat voor manier en wij weten ook, dat zulke uit de dood opgewekte kinderen geen bloedverwanten zijn. Maar deze hier zal zeker ook minstens de schijndoden tot leven kunnen brengen!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Toen werd de VROUW rustiger en zei: "Ik weet wel dat bij God alle dingen mogelijk zijn, maar ik weet ook, dat ik als zondares de genade van God niet waard ben! O, hoe rein moet een mensenhart wel zijn, om ook maar de geringste van God uitgaande genade waard te zijn! Deze deur van genade is voor mij echter allang dicht. God zal nu in mijn nood beslist ook weinig aandacht aan mij schenken, omdat ik, toen ik gelukkig was, veel te weinig aandacht voor Hém heb gehad. Maar God bewees mij al door mijn tuchtiging een echte genade!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar toen de mensen later de grote weldaad van de prachtige en verheven inspanningen van de oude en echte priesters steeds meer erkenden en hun buitengewone nut inzagen, namen zij alle zware werkzaamheden over van de priesters, die zij boven alles achtten en liefhadden, voerden de tiende gaven in en bepaalden, dat de priesters alleen voor de menselijke geest moesten zorgen en werken. De priesterstand had toen echter al gauw niets om handen, begon te fantaseren en eerzuchtig te worden, sloot de lichte waarheid in duistere catacomben op en begon de in die tijd lichtgelovige mensheid met allerlei sprookjes en fabels af te schepen. Zo werd het nietsdoen van de priesters de wezenlijke oorzaak van het verval zelfs van de zeer verheven en goddelijke leer van de grote en ware priester Mozes.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar als dat voor de mensen nodig zou zijn, zal Gods genade wel weer ergens een Mozes opwekken, dus een echte Messias, net zoals u nu een echte schijnt te zijn. Die zal ons dan beslist in de ware wijsheid van God onderwijzen en wij zullen dat als een ware hemelse gave heus tot iedere prijs graag en zeer dankbaar aanvaarden en ook ons doen en laten daarnaar richten. Want wij, handelaars, zijn altijd grote vrienden van alle voor de mensheid nuttige bezigheden en onze grote, aardse rijkdom gebruiken wij alleen maar om de van nature altijd tot traagheid en nietsdoen geneigde mensheid op nuttige wijze, voor henzelf en voor anderen, op allerlei goede manieren bezig te laten zijn.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als de ziel tijdens de echte momenten van levensactie in het genoemde levenscentrum in het hart komt, heeft zij daardoor ook de openbaring van Gods geest bereikt, die zich in ieder hart bevindt en zij kan daar niets anders dan alleen maar de eeuwige, onveranderlijke waarheid uit God in zichzelf vinden. Dat is dan een - indirecte openbaring en het onderscheid met de directe is slechts, dat God, wanneer er grote duisternis onder de mensen heerst, geschikte mensen buiten hun toedoen opwekt en hun ziel eveneens naar hun levenscentrum leidt, om van daaruit de andere blinden het licht weer te brengen dat hun de ogen opent.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Deze directe openbaring geldt niet alleen voor de mens die haar krijgt, maar voor alle mensen, en wel vooreerst voor het volk waaruit de profeet voortkomt. Omdat er echte en ware door God geroepen profeten zijn, is het goed denkbaar dat er ook valse zullen zijn en wel om de volgende eenvoudige en begrijpelijke redenen:
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Een echte profeet moet door zijn medemensen op een bepaalde manier geëerd worden, want zijn voorspellingen en soms ook zijn daden, als bewijs van het goddelijke van zijn roeping, moeten de gewone, alledaagse mens toch een zeker respect inboezemen, - of de profetieën hem bevallen of niet en of zij met zijn aardse interessen overeenstemmen of niet.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar hoe kan men dan tóch een valse van een echte profeet onderscheiden? Heel gemakkelijk: namelijk aan de vruchten!
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De echte profeet zal nooit of te nimmer zelfzuchtig zijn en iedere vorm van hoogmoed is hem vreemd. Hij zal wel dankbaar aanvaarden wat goede en edele harten hem schenken, maar nooit zal hij iemand iets berekenen, omdat hij weet dat God dat verafschuwt en omdat God Zijn dienaars goed kan verzorgen!
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...