Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 25 van 32

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32
[1] Wat over het 'hemelrijk' verder nog gezegd kan worden, is dat het overeenkomt met jullie tegenwoordige tijd, die weer te vergelijken is met de zaaier uit het evangelie, die goede zaden uitstrooide waarvan een deel op de weg, een deel in het struikgewas, een deel op steenachtige bodem en slechts een deel in goede aarde viel.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Ik kan je voor dit waarlijk bijzondere onderricht slechts danken uit de grond van mijn hart. Want op mijn hoogst nietige bodem zouden zulke vruchten zeker nog lang niet te voorschijn komen.
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Welnu, luister dan! Johannes de Doper is binnen het lichaam van de kerk datgene, wat bij ieder mens het uiterlijke, wereldse verstand is. En het verstand van ieder mens zou moeten zijn als dat van Johannes. Zoals Johannes voor Mij de weg heeft bereid, zo zal ook een goed uiterlijk verstand de weg naar het verstand van het hart vrijmaken; het verstand van het hart, dat gelijk is aan Mijzelf. Want Ikzelf neem dit verstand van het hart uit mijn Geest en leg het als een goede zaaier in de bodem van het hart; dat is de echte liefde, die door deemoed en zachtmoedigheid heel goed wordt gevoed.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik deed zoals U, o Heer, het wilde. En de gebeurtenissen die erop volgden, leerden mij en mijn gezin hoe goed het was, dat ik U onvoorwaardelijk gehoorzaamd heb. Toentertijd was de mensheid slecht en boosaardig en richtte kwaad op kwaad aan op de bodem der aarde en het ontwijdde op een afschuwelijke manier het werk van Uw handen. Maar toch gebeurde toen alles wat er plaats vond binnen een bepaalde, scherp begrensde orde. En leugen, hoogmoed en duivelse heerszucht vervulden niet bijna iedere sterveling zoals het tegenwoordig op aarde het geval is.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Toen ik in het land Kanaän met mijn broeder streed over de verdeling van de grond, zag U mijn hart aan en vond het bereid tot inschikkelijkheid. En zie, U raakte mijn ziel aan en ze sprak tot Lot: 'Broeder, vrij zul jij kiezen. Zie hoe groot de bodem van de aarde is. Waarom zullen we dus twisten over het vergankelijke bezit ervan? Je mag wegtrekken of blijven! Trek jij naar het westen, dan trek ik naar het oosten, zodat er vrede en eendracht moge heersen tussen ons en tussen al degenen die ons zullen volgen. Als jij echter wilt blijven, zwaai dan met je staf naar die streek waarheen je wilt dat ik zal gaan, en ik zal handelen naar jouw wil. Maar we kunnen hier nooit samen wonen, als jij niet de weg van de vrede wilt bewandelen!'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Neem echter nu eindelijk Uw hardheid terug. Neem Lea haar vruchtbaarheid af en geef haar ruimschoots aan Rachel, opdat de aarde eens bevrijd moge worden van het slechte gebroed van de slang, en haar bodem alleen moge worden betreden door de kinderen van de hemelse Rachel! O, laat eens Jozef en Benjamin tot werkelijke kinderen uit de schoot van de hemelse Rachel worden en laat de bron van Lea uitdrogen!'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zie je, Helena, uit dit voorbeeld kun je gemakkelijk opmaken wat men op aarde, die een doornig pad van beproeving voor de geest van de mens moet blijven, zou moeten ondernemen om haar bodem om te vormen tot een paradijs!
Hoofdstuk 85: Kritiek van de Heer op Helena's voorstellen. De aarde kan onmogelijk een paradijs zijn zolang ze oord ter beproeving is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Robert zegt: 'Je staat hier op hemelse bodem. En dit huis, dat hier onbeschrijflijk groot, prachtig en majestueus voor je staat, is voor eeuwig mijn hemelse woonhuis. Ik ben echter de nu zalige geest van de jou op aarde welbekende, ongelukkige Robert Blum, en deze wondermooie vrouw aan mijn zijde is mijn door God de Heer voor eeuwig met mij verbonden vrouw. Nu je dit weet, zeg jij nu, wat jij boven alles wenst.'
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Waarlijk, Ik bevind Mij reeds enkele weken, werkend op buitengewone wegen, op deze aarde en krijg van dag tot dag meer afkeer van haar vleesmensen en van deze aarde zelf. Vandaag is het op aarde donderdag; tot zaterdagnacht zal Ik Mij nog op deze zondige bodem ophouden en nog genezen en aannemen wat te genezen en aan te nemen valt. Na Mijn vertrek draag Ik dit duistere gebied echter over aan Mijn machtige vredesgeesten en zij zullen daarop handelen naar eigen goeddunken.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ik zeg: 'Mijn beste Max Olaf, ja, ja, Ik zeg het je: heden, heden en heden! Nacht willen ze en ze zullen hem krijgen en deze zal allen verslinden die hem willen. De dood willen ze; ook die zullen diegenen krijgen, die hem hebben gekozen tot hun handlanger. Pracht, roem en eer willen ze, waarvoor duizenden zich moeten laten afslachten! Ja, het zij zo! Ze zullen verschrikkelijk schitteren, hun roem zal vreselijk zijn en ontzettend hun eer. Heersen willen ze! Ja, ze zullen heersen, maar als de pest en als de draak in zijn grot en als de Leviathan in zijn slijk, diep onder de bodem van de zee! De leugen willen ze, want de waarheid is hun een gruwel van verwoesting. Daarom zullen ze het heldere licht van de waarheid nimmer bereiken! Een god willen ze ook, maar alleen zoals zij hem kunnen gebruiken! Daarom zullen zij Mijn aangezicht nimmer te zien krijgen! Ook willen ze dat zij alléén maar leven; alle anderen mogen slechts leven, wanneer ze van nut zijn voor het leven van de groten. Daarom zal het echter zo zijn, dat ze eeuwig alleen zullen leven! Wat ze willen, zullen ze krijgen zoals zij het willen! Maar spoedig zal een groot en verschrikkelijk gevoel van spijt als een molensteen uit de wolken in hun ziel vallen en zij zullen naar een middel zoeken om dit gevoel van spijt kwijt te raken. Maar hun zoeken zal tevergeefs zijn, want niemand zal deze steen van het graf van hun ziel wegnemen. O, Ik ken hen, hun begeerten en hun daden! Ik heb de koningen der aarde geteld en heb er weinig gevonden die rechtvaardig zijn in Mijn ogen. Daarom zal het lot van Nebukadnezar hun deel worden! Maar de weinige rechtvaardigen wil Ik ook wonderbaarlijk helpen, zodat ze in de toekomst zullen schitteren onder alle koningen en volkeren als de helderste sterren tussen het zwakke re geflonker aan het firmament.
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik ben doordrongen van het besef, dat er op aarde twee dingen moeten gebeuren, wil het er op haar bodem ooit vreedzaam uitzien. Ofwel moet U, Heer, negentiende deel van de mensen vrijwel plotseling door Uw doodsengel van de aarde laten wegnemen en aan de overgeblevenen betere leiders geven, of U moet de aarde minstens negen keer vergroten en in ieder land een hoge berg van het zuiverste goud laten ontstaan. Want alleen door een enorme, overal gelijkmatig verdeelde hoeveelheid van dit metaal uit de hel zal zijn waarde dalen tot die van eenvoudig kalksteen, waardoor de waarde van de mensheid zal stijgen. Dus, of een vermindering van het aantal mensen, of een enorme vermeerdering van goud en zilver, anders zal het nooit en te nimmer beter worden op aarde. De bezitsdrang en hebzucht van de mensen moeten over de hele linie tot een geweldige oververzadiging komen, anders zal ze haar eigenliefde, de bron van hoogmoed en heerszucht, nooit laten varen!
Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De vreemdeling zegt: 'Vriend, als jij de Godheid wijzer vindt dan de wijste mensen, dan zul je ook moeten aannemen, dat de natuurlijke zwakheden van de mensen door Gods ogen veel beter beschouwd worden dan door die, waarmee heel wijze mensen deze bezien. Jij hebt weliswaar veel gezondigd in je vlees, omdat je er vaak door verleid werd. Je had deze verleidingen wel kunnen bestrijden, als je het ooit echt oprecht zou hebben geprobeerd, maar dat vond je te moeilijk, want de lusten van het natuurlijke leven waren voor jou te bekoorlijk; daarom bleef je wat je vlees betreft onveranderd dezelfde. Maar kijk, daar kwam de Godheid, voor jou onbewust, tussenbeide, leidde je weg uit je zinnelijke, vreedzame cel en plaatste je op het slagveld. Daar had je dan gelegenheid te over om het einde van het vlees en zijn lusten in de meest afgrijselijke taferelen te aanschouwen en je werd daardoor wat nuchterder. Tenslotte moest jouw vlees zelf ondervinden welke waarde er school in al zijn lusten en hun bevrediging. Kijk, zo heeft de Godheid jouw vlees gestraft en je ziel hiervan gezuiverd. Daarom hoef je niet meer te vragen, hoe het verder met je zonden zal gaan. Ik zeg je: zij hebben met het vlees hun oordeel en hun einde bereikt, want wat van het vlees is, wordt ook met het vlees geoordeeld en begraven.
Hoofdstuk 143: Laatste twijfel van de franciscaan. Wat gebeurt er met mensen die doodzonden hebben begaan? Liefdevol antwoord van de vreemdeling. Uitnodiging om het huis binnen te gaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Sta op, jullie zeventien broeders van het klooster te Rein! Jullie hebben nu nieuwe ogen ontvangen om het echte licht te aanschouwen en de waarheid te begrijpen. Richt daarom het nieuwe licht van jullie ogen niet naar de duistere bodem, maar aanschouw het licht van alle licht en begrijp het!'
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De vorst zegt: 'Ja vriend, het komt me voor dat ik het zou moeten begrijpen en toch begrijp ik het niet. Voor het begrijpen van dergelijke dingen is meer nodig dan enkele jaren op aarde kroon en scepter te hebben gedragen. Overigens zie ik nu wel in waarom jij eigenlijk de eerste van jouw kleine gezelschap bent, want jij bent veruit de wijste van hen. Jij kent de natuur van de geesten- en de materiewereld tot op de bodem en de onderlinge wisselwerkingen zie je opperbest. Of je daarom echter ook meteen Christus de Heer Zelf bent, is trouwens weer een heel andere vraag!
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Toen echter de ideeën meer en meer vorm kregen, en bleek dat zij niet volkomen zuiver waren, besloot de Godheid Haar ideeën Zelf te louteren en scheidde het zuivere van het onzuivere. Nadat dat ten uitvoer was gebracht, plaatste de Godheid al het onzuivere als het ware buiten Zichzelf, legde het vast door Haar almachtig willen en bracht het tot leven door de geest van Haar meest vrije gedachten.
Hoofdstuk 43: Indische wijsheid over satan. Aansporing tot geduld. Een klein plekje is gemakkelijker schoongeveegd dan de gehele schepping. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32