Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 25 van 72

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[8] De Heer kwam in het vlees als mens op deze aarde, zoals Hij het Zelf door de mond van de profeten geopenbaard heeft, en doet nu ook de werken, die de zieners al eeuwen geleden bezongen hebben - wat jullie als schriftgeleerden als eersten zouden moeten onderkennen -en toch geloven jullie, zoals gezegd, niet in Hem! Wat is daar dan wel de reden van?'
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Rafaël zei: 'Waarom twijfelen jullie daaraan? Hebben jullie zojuist dan niet zelf ondervonden, dat een mens van mijn leeftijd onmogelijk mijn vermogens kan bezitten? Ja, ik zeg jullie: zoals Lazarus het jullie nu iets te vroeg heeft onthuld, precies zo is het ook! Ik ben niet zoals jullie een aards mens, maar ik ben werkelijk een bode van de Heer! Mijn naam is Henoch; nu heet ik echter Rafaël omdat ik op deze wereld, toen ik in de oertijd als aards mens het vlees droeg, niet de dood van het lichaam heb ervaren, evenmin als de profeet Elia. Want God de Heer heeft mij in één ogenblik veranderd. Maar die genade heeft de Heer niet alleen aan mij bewezen, maar ook aan anderen, die Hem boven alles liefhadden.
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hoewel echter het lichaam absoluut noodzakelijk is voor de ziel om het eeuwige leven te verkrijgen, kan het echter ook gemakkelijk het grootste onheil voor de ziel zijn; want wanneer zij zich door de noodzakelijke prikkels van haar vlees laat verblinden, daaraan toegeeft en zich met al haar liefde en met haar hele denken en willen daar helemaal aan overgeeft, dan is zij onder het gericht van haar eigen vorst van leugen en duisternis gekomen, waaruit zij heel moeilijk te verlossen zal zijn.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Omdat de mensen nu echter in staat zijn steeds meer en meer kostbare schatten aan de aarde te ontlokken, om daarmee hun vlees de grootst mogelijke welvaart, behaaglijkheid en wellust te verschaffen, ligt daarin nu juist de sterk verhoogde activiteit van de vorst van de hel, welke op zichzelf het eeuwige gericht is en zodoende de dood van de materie en de daarmee gepaard gaande dood van die zielen, die zich om de eerder genoemde redenen door haar hebben laten vangen.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Kijk, zo vergaat het ook ieder mens, die niet vanaf het allereerste begin door zijn ouders en leraren streng aangemaand wordt om zichzelf te verloochenen in alle mogelijke vleselijke verlangens, opdat deze niet heer en meester over zijn ziel worden! Want als die eenmaal de ziel boven het hoofd gegroeid zijn, dan heeft deze er vervolgens een zware dobber aan om over al die begeerten en verleidingen van haar vlees te gebieden, omdat ze immers in haar vlees zwak en toegeeflijk en onvast is geworden.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Wordt een ziel echter reeds vanaf de jeugd volgens de waarheid van het heldere verstand zodanig geleid en geoefend, dat zij haar vlees steeds meer onder controle heeft en het dan ook niet méér toestaat dan wat het van nature volgens Mijn ordening toekomt, dan wordt zo'n ziel vanzelfsprekend ook onverschillig voor de hele wereld met al haar schatten en haar andere bekoringen. En daardoor is de ziel die op die wijze zuiver in de geest sterk is geworden dan ook niet alleen maar heer over de verlangens van haar lichaam, maar ook heer over de hele natuur van de wereld en derhalve ook heer over de hele hel en haar vorst van leugen en duisternis.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarop zei de magiër: 'Ja, Heer en Meester, ik heb dat nu goed begrepen en ik herinner me ook weer wat U een paar dagen geleden over dat onderwerp hebt gezegd. Ik dank U voor alles wat wij nu aan Uw heilige zijde gewonnen hebben tot eeuwig heil van onze ziel. Wanneer lijden en pijn ons lichaam zullen teisteren, zullen wij dat ook met alle geduld dragen, uit liefde tot U; want ook wij kunnen nu niet weten, waartoe wij anders op deze aarde in het vlees zijn geplaatst, dan dat wij God moeten, willen en ook zullen zoeken en erkennen en Hem vervolgens boven alles liefhebben, al zijn de omstandigheden nog zo bitter'
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Veel van de talloze mensen op die sterren weten door hun engelen dat een ziel alleen hier op deze aarde het ware kindschap van God kan bereiken, maar alleen door een zwaar en moeilijk leven in het vlees. Wanneer ze dat willen, wordt het toegelaten dat hun zielen ook op deze aarde in het vlees verwekt worden. Zijn ze er echter eenmaal, dan moeten ze ook accepteren dat ze het voor een korte tijd moeten doormaken, omdat ze daardoor voor eeuwig de triomf van de volle gelijkenis met God bereiken; en daarvoor kunnen ze zich ook wel iets laten welgevallen, aangezien Ik uit liefde voor Mijn kinderen Mijzelf vrijwillig ook heel veel laat welgevallen, en Mij nog iets heel groots en bitters zal moeten laten welgevallen, tot heil van Mijn kinderen.
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Alleen degenen die uit allerlei gehechtheden aan de wereld hun ziel teveel in het vlees hebben begraven moeten uiteindelijk meestal bitter lijden; want een dergelijke ziel moet, om niet volledig te gronde te gaan in haar vlees, met groot geweld daarvan gescheiden worden, en dit moet in het lichaam dan ook hevige pijnen teweegbrengen. En dat is ook nog goed voor de ziel, omdat ze door de pijnen en het lijden gereinigd wordt van haar vleselijke lusten en daardoor aan gene zijde gemakkelijker zal vorderen en zekerder voorwaarts zal gaan op de weg van het geestelijke leven. .
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wat jullie uiterlijke staatswetten echter betreft: die moeten bestaan voor het vlees van de mensen; want zolang de mens niet volledig in de Geest is wedergeboren, zijn uiterlijke staatswetten voor hem noodzakelijk omdat ze hem oefenen in deemoed en geduld, die voor het bereiken van de volledige wedergeboorte uiterst noodzakelijk zijn; anderzijds houden zij de duistere en slechte mens ervan af om zijn medemens in sterke mate kwaad te berokkenen, omdat deze wetten door scherp getrokken grenzen ieder het zijne toewijzen en degene die moedwillig in strijd daarmee handelt, tuchtigen.
Hoofdstuk 22: Het verloop van de geestelijke ontwikkeling (31.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als Ik dat bij de mensen door Mijn almachtige wil had willen voorkomen, was het voor Mij niet nodig geweest om Mij ooit in het vlees van deze aarde te begeven; want alle andere schepselen had Ik ook eeuwig vanuit Mijn hemelen door Mijn almachtige wil kunnen leiden en regeren, zoals Ik dat ook nu doe en jullie om die reden bij alle schepselen beslist geen verandering, hoe gering ook, kunnen bespeuren. Want het is waarlijk niet omwille van de stenen, de planten en de dieren dat Ik nu Zelf als lichamelijk mens op deze aarde ben gekomen, maar alleen omwille van de mens, die in zijn wil en inzicht volledig vrij is! En dan kan Ikzelf hem geen goddelijk 'moeten', maar alleen de volledige goddelijke vrijheid geven als een waar evangelie uit de hemelen, en de mens daar vrij naar laten kiezen en handelen.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Als dat het geval is, is de ziel zo goed als één wezen met haar geest, zoals ook de edeler lichaamsdelen van een volmaakte ziel -die eigenlijk bestaan uit de zeer verschillende natuurgeesten in het lichaam -helemaal overgaan in het geestelijk substantiële lichaam, watje het vlees van de ziel kunt noemen, en gaat uiteindelijk ook over in het essentiële lichaam van de geest; waaronder de ware opstanding van het vlees verstaan moet worden op de jongste, meest ware levensdag van de ziel, die aanbreekt wanneer een mens volkomen in de geest wordt wedergeboren, hetzij reeds hier in dit leven of, wat iets meer moeite en tijd kost, aan gene zijde.
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Laten we nu weer teruggaan naar onze ziel! De ziel moet nu eenmaal, vanwege een zeker en bepaald bestaan, een uiterlijke vorm hebben, namelijk die van een mens. De uiterlijke vorm is zodoende datgene wat wij het lichaam of ook het vlees noemen, hetzij nog materieel of vergeestelijkt substantieel, dat is hierbij om het even.
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Een tweede volmaakte God met de volste oneindige Heerlijkheid is zodoende evenmin denkbaar als een tweede oneindige ruimte, en zo kunnen jullie nu dus duidelijk zien dat Ik, die nu net als jullie ook als een mensenzoon in het vlees leef, geen tweede, maar slechts één en dezelfde God ben, die Ik vóór alle schepselen van eeuwigheid was en ook in alle eeuwigheid zal blijven. Ik kan dus niets in strijd met Mijn eeuwige Heerlijkheid doen, maar ten behoeve daarvan alles.
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik ben, zoals Ik nu bij jullie ben als een mens in het vlees, de Zoon en ben nooit door iemand anders dan alleen door Mijzelf verwekt en ben derhalve Mijn hoogst eigen Vader van eeuwigheid. Waar zou de Vader anders kunnen zijn dan in de Zoon, en waar de Zoon anders dan in de Vader, dus slechts één God en Vader in één persoon?
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...