Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3718 resultaten - Pagina 25 van 248

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[4] ZAHR zegt: " Alsjeblieft, hemelse vriend, gebruik niet zulke hoogdravende taal! Je bent een engel des Heren uit de hemelen, die hier tijdelijk van de Heer een licht lichaam hebt gekregen! Dat lichaam kun je bliksemsnel afwerpen en vernietigen!
Hoofdstuk 130: Het werken der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] RAPHAËL zegt: "Maak je ook dáár maar geen zorgen over! De gehele aarde en alle schepsels daarop hebben toch zeker elk moment ook veel van alles nodig, en toch verzadigt de Heer Zelf de grote aarde en alle daarop aanwezige wezens! En wat is de aarde vergeleken bij de zon, die meer dan tienmaal honderdduizend maal groter is dan deze aarde en altijd onmetelijk veel voedsel nodig heeft voor de instandhouding van haar machtige licht en voor het behoud van de talloze schepselen op haar uitgestrekte lichtgebieden. De Heer zorgt zowel voor hen als voor jou, edele vriend!
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Tijdens deze omwentelingen verandert de maan natuurlijk steeds van plaats. Omdat zij een even donker hemellichaam is als de aarde, komt haar licht ook, net als bij de aarde, van de zon. Als de aarde bijna tussen de zon en de maan staat, zien wij de maan helemaal verlicht en is het volle maan. Als de maan echter na ongeveer veertien dagen, tengevolge van haar snelle beweging, bijna tussen de zon en de aarde komt te staan, zodat wij daardoor slechts heel weinig van haar verlichte oppervlak te zien krijgen, is het nieuwe maan.
Hoofdstuk 139: Cyrenius geeft uitleg over aarde en maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Komt de maan echter toevallig precies tussen zon en aarde te staan, wat gisteren het geval was, dan bedekt zij de zon en houdt het zonlicht voor een bepaald deel van onze aarde tegen. Dat wil zeggen voor dat deel, van waaruit een rechte lijn te trekken valt door de maan tot aan de zon. Daar ontstaat dan op heel natuurlijke wijze een zonsverduistering. Maar die delen van de aarde die niet precies in de eerder beschreven, rechte lijn liggen, krijgen niets van zo'n verduistering te zien en met name die niet, welke zich op de ons tegenovergestelde halve bol van de aarde bevinden. Want deze aarde waarop wij wonen, is net als de zon en de maan een bol en er ontstaat slechts dag en nacht omdat zij in vierentwintig uur om haar as draait, gedurende welke tijd zij langzaam maar zeker al haar landen en zeeën vanaf noord tot zuidpool onder het licht van de zon brengt en Iaat verlichten en verwarmen.
Hoofdstuk 139: Cyrenius geeft uitleg over aarde en maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] CYRENIUS zegt: "De wijzen die ik noemde, hebben zo'n plaats in mijn geloof en mijn hart, dat ieder woord uit hun mond voor mij eigenlijk al uit de hemel komt, hoewel ik niet bepaald van mening ben dat iets wat waar moet zijn, juist daarom uit de hemel zou moeten komen. Want iedere waarheid blijft op aarde net zo goed waarheid als op de vleugels van het licht uit alle hemelen! Want een peer en nog een peer moeten in de hemel net als op aarde twee peren zijn, -zo niet dan is de hemel een leugen!
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als er dan een man komt die een innerlijk, waarachtig licht uit God heeft en de mensen, die in een stikdonkere nacht en grote duisternis ronddwalen, de ware en lichte weg des levens wijst, waarbij het natuurlijk onvermijdelijk is dat uw oude bedriegerijen daarbij openbaar worden, wordt u woedend op zo'n lichtprofeet van God en tracht u hem op iedere mogelijke wijze geheel te vernietigen. U bent er namelijk voor berucht dat u behalve Elia en Samuël zo goed als bijna alle door God aan u gezonden profeten hebt gestenigd en daarbij aan het volk hebt verkondigd, dat u God daarmee een goede dienst hebt bewezen.
Hoofdstuk 145: De loze taal van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Als een volk echter eenmaal meegaand is gemaakt en door niets dan wonderen behoorlijk tot in de diepste levensgrond verduisterd is, geef dan zo'n volk maar eens licht, maar wel een echt licht! Dan valt het als een tijger over je heen en scheurt je in stukken!
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] STAHAR zegt: "Geliefde, almachtige boodschapper des Heren, herinner mij niet aan een tijd waarin ik beslist slechts door een vloek het wereldse licht aanschouwde, en aan een daad die ik later vele, vele malen diep heb betreurd! Maar voor mijn denken en mijn inzicht van toen, bleef er haast geen andere mogelijkheid over!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Almachtige, hemelse vriend! Als iemand tegen mij zegt: 2 en 2 is 4, en dat de dag licht is en de nacht duisternis, dan heeft hij de volle waarheid gesproken en ik zal hem als vriend aan mijn borst drukken. Als er echter één komt die met een stalen gezicht beweert dat 2 en 2 5 is en dat de dag duister en de nacht licht is, dan sla ik zo'n os meteen met één slag dood, want zo'n moordenaar van de geest vind ik veel erger dan elke dief en struikrover en moordenaar!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] De genoemde hogepriester was zo'n echte aanhanger van Salomo en hield zich streng aan uiterst mystieke wijsheid. Hij begon zelfs een zeer helder licht te bezingen dat nu in de wereld zou komen. Dat zou alle duisternis van de nacht nu zó verlichten, dat zelfs de duisterste holen onder de aarde lichter zouden zijn dan de helderste middagzon. Maar de wereldse dag zou veranderen in de duisterste nacht en de duisternis op de dag zou zo groot worden dat mensen en dieren daaraan zouden sterven. Het licht van de nacht was al in de wereld en verlichtte reeds de nachtelijke duisternis, zodat daar de blindgeboren en zelfs konden zien als zienden op hellichte dag!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dit oerlicht van al het licht, deze eeuwige liefde, vonden wij hier en jullie hebben het voor een groot deel ook gevonden en zullen het nog veel meer vinden.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wat baten de mens alle schatten der aarde, die hij niet kan meenemen, wanneer hij voor eeuwig van deze aarde moet scheiden?! Zal hij ze kunnen meenemen? Maar Gods schatten, die Hij geestelijk voor ziel en geest heeft geschapen, nemen wij ook met ons mee in het grote hiernamaals en voor ons zullen zij alles in alles zijn: spijs, drank, woning en kleding en het volkomen eeuwige leven vol klaarheid, vol licht en vol van het hoogste geluk!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ik zeg u: Hij is de eeuwige grond van al het zijn en al het leven! In de ondoorgrondelijke macht van Zijn wil bestaat de gehele oneindigheid. Alle macht van de engelen is slechts een zuchtje uit Zijn mond en al het licht is van Hem afkomstig!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als Floran hen echter met zijn wereldse wijsheid bewerkt, geeft het woord hen een zeker licht dat voldoende is om voor hen de treden naar de tempel van hun hart te verlichten. Zijn zij eenmaal binnen, dan zijn ze ook helemaal gewonnen voor de gehele eeuwigheid! Maar jullie allen bij elkaar zijn nog lang niet zo verstandig als Floran nu is!"
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] IK zeg: " Jullie moeten hier in Caesarea Philippi blijven en onder de leiding staan van onze gastheer Marcus, die Cyrenius en Ik de macht over deze gehele omgeving zullen verlenen en die dat voor het grootste deel eigenlijk al heeft. Het district van Caesarea Philippi is groot en omvat vele honderdduizenden mensen. Wanneer die eenmaal voorlichting krijgen, zal dat licht zich vanzelf wel verder uitbreiden. Maar het zal van jullie wijsheid afhangen, dat gedaan te krijgen!"
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...