Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 25 van 91

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[17] Dat nemen zij dan graag aan en zij worden daarna al gauw bevrijd van hun materie en krijgen een geestelijk gewaad en worden vervolgens naar een andere aarde, zoals bijvoorbeeld Venus of Mercurius, later naar Jupiter , Saturnus en nog andere planetaire aarden gebracht. Daar ontdoen zij zich dan gewoonlijk al van al het stoffelijke, juist door de materie van de kleine en grote aarden die zij moeten doorlopen. Daarna kunnen zij naar de zon overgaan, waar zij zich dan heel veel wijsheid en ook liefde eigen kunnen maken. Dan worden zij pas zuivere geesten en gaan zij over naar de zuiver geestelijke zon, waar waarlijk geen gebrek is aan talloze, zeer wijze leerscholen.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Als God dan zo'n mensenziel voor het eeuwige leven wil behouden, moet Hij haar door allerlei lichamelijk lijden daarbij helpen, en wel door zo'n te sterk aan de wereld gehechte ziel door veellijden en pijn meer en meer van de wereld los te maken, om te voorkomen dat deze helemaal naar de materie van de wereld, en dus naar haar dood en gericht, zou worden toegetrokken en opgeslokt. En kijk, dat is nu de reden waarom op aarde de mensen zo vaak en zo veellijden moeten!
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Omdat Ik als de Oereerste en als de enige, grootste weldoener van de mensen Mij daarover echter niet erger, moet jij je ook niet aan hen ergeren, want vergeleken bij Mij heb je voor hen iets heel gerings gedaan! Kijk eens naar die steen, hier op de weg voor ons! Wie zorgt er voor dat hij blijft wat hij is, -buiten Mij? Als Ik op dit ogenblik Mijn wil, die hem in stand houdt, terugtrek, bestaat hij niet meer als materie, maar gaat hij over in zijn geestelijk specifieke toestand, dus terug in de sfeer van Mijn oerideeën, en datzelfde zou Ik ook ogenblikkelijk met de hele aarde kunnen doen als de daden van haar bewoners Mij zouden kunnen ergeren. Omdat deze Mij echter niet ergeren en nooit kunnen ergeren, blijft alles bestaan en laat Ik Mijn zon om het even schijnen over goeden en kwaden, rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Pas aan gene zijde zullen de grote verschillen aan de dag treden, en ieder zal zijn rechter in zich dragen.
Hoofdstuk 164: Lazarus' houding ten opzichte van de tempel. Ergernis en de kwalijke gevolgen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Na de overvloedige maaltijd begon het in de eetzaal pas rumoeriger te worden, en omdat de wijn de vreemdelingen ook meer moed gaf, begonnen zij steeds opnieuw over hun oude thema van de nieuwe profeet, en ONZE VOORAANSTAANDE ROMEIN wendde zich tot onze waard en vroeg hem: 'Beste waard, je zult het me toch niet kwalijk nemen als ik je om iets heel speciaals vraag! ?
Hoofdstuk 183: De Romein vraagt de waard en Lazarus naar de wonderman Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, vanuit Judea heeft zich zelfs tot Rome de mare verspreid dat ergens in de joodse landen een buitengewoon man, een soort profeet, is opgestaan, die toekomstige zaken voorspelt, en aan wiens wil alle natuurkrachten volkomen moeten gehoorzamen! Lang wilden wij dat niet geloven, maar er kwamen pas kort geleden van zeer betrouwbare zijde opnieuw berichten naar Rome en dus ook bij mij -omdat ik een van de voornaamste patriciërs van Rome ben -, en ik en al deze vrienden van mij, die ook tot de aanzienlijksten van Rome horen, dachten: Iets ervan moet toch waar zijn, -maar wat? Schepen hebben we genoeg en zeelieden bij honderden, laten we een reis naar Azië maken en wel naar Judea! Daar zullen we het gemakkelijkst ervaren wat er van waar is!
Hoofdstuk 183: De Romein vraagt de waard en Lazarus naar de wonderman Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen Ik hun dat onder de neus gewreven had, zeiden zij opnieuw (DE JODEN): 'Vergeet niet, dat Abraham onze Vader is! Dat heft alle beschuldigingen tegen ons op. - Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 199: De Heer en Zijn tegenstanders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Toen zei IK dan ook met een heel ernstig gezicht: 'Ik heb jullie de reden klaar en duidelijk uitgelegd. Wat willen jullie dan nog meer?! Ja, Ik zal jullie ook nog wel zeggen wat jullie zijn, omdat jullie zo aan blijven houden! Besef, wiens kinderen jullie zijn: Jullie zijn kinderen van de vader der duivels! Vanaf het begin was hij een moordenaar en hij bleef niet in de waarheid; want de waarheid was nooit in hem (in de materie). Wanneer deze geest, die jullie vader is, liegt, spreekt hij uit zichzelf; want hij was altijd een leugenaar en een vader van de leugen.' (Joh. 8, 44)
Hoofdstuk 199: De Heer en Zijn tegenstanders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar na die meer dan duizend jaar durende tijd zal de aarde opnieuw een grote vuurproef moeten doorstaan. In die tijd zullen de bergen op deze aarde ook vlak en vruchtbaar land worden, en de zee zal grote delen van het dode land dat nog in haar diepten begraven ligt terug moeten geven, en de betere mensen zullen het in bezit nemen en in korte tijd tot een paradijs omvormen. Daar zal dan voor altijd, tot aan de volledige ontbinding van de hele aarde, de ware vrede heersen en de dood nooit of te nimmer enig recht meer hebben.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE SCHRIFTGELEERDE zei heel verlegen: 'Ja, - jammer genoeg maar al te precies en waar! Ik geloof dat ik je nu maar helemaal geen tweede vraag meer moest stellen. Want aan een man met zo'n uitgebreide kennis is het moeilijk vragen. We kunnen je maar beter meteen de honderd pond goud betalen dan je nog meer vragen te stellen! Met iedere vraag verraden wij ons immers zelf opnieuw en raken we voor het volk, dat daar zeker zijn mond niet over zal houden, in steeds grotere verlegenheid. ,
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Ik ben hier nu om de mensen weer opnieuw op de weg van het ware licht en leven te helpen, en leer en doe tekenen opdat jullie zullen geloven dat Ik het ben! -en jullie geloven het niet, en gunnen het ook de andere mensen niet dat zij geloven en daardoor zalig en volkomen gelukkig zouden worden! Wiens schuld is het dan dat jullie met je blinde aanhang in de ellende blijven? Ik waarachtig niet! En jullie zullen het op je eigen conto moeten schrijven als het jullie later nog duizendmaal slechter zal gaan dan nu!
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Zij werden nogmaals in Nahors' en opnieuw in Tharah's tijd gewaarschuwd en hun werd aangeraden de slechte streek te verlaten; maar niemand stoorde zich daaraan. Tharah' s zonen waren Abraham, Nahor die naar zijn grootvader genoemd was - en Haran, die Lot verwekt had. Haran ging er zelf heen en predikte op Gods bevel, maar bereikte ook niets. Lot, zijn zoon, deed hetzelfde gedurende een aantaljaren, hield zich afwisselend dan in de ene en dan weer in de andere stad op en werd daarbij zelf bijna een offer van de geest van ontucht.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ja, reeds ten tijde van de profeten hebben jullie van dit alles nooit iets tegen het volk gezegd, en daarom heeft ook de profeet Jesaja, door de profetie van Mozes op te nemen, in het tiende hoofdstuk datgene opnieuw vermeld waarover ik jullie in mijn eerste vraag uitleg vroeg. En zo hebben alle -vooral de vier grote profeten, datgene aan het volk terug moeten geven wat Mozes in zijn aanhangsel schreef, wat jullie het volk echter om de jullie maar al te bekende redenen altijd onthouden hebben, en jullie waren in de laatste tijd te lui om daarin te studeren en moet je nu laten welgevallen dat de Essenen jullie zelfs het aardse voordeel dat je daarvan had, hebben afgenomen; want die zijn tenminste op de hoogte van wat aan het firmament te zien is, zij berekenen de verschijnselen en gebruiken die voor hun aardse voordeel. Kijk, ook dat is een rechtvaardige straf van boven! En ik ben er nu helemaal van overtuigd dat ik je eerste vraag geheel naar waarheid en streng wetenschappelijk heb beantwoord.'
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Luister, hoe de mensheid op deze aarde behandeld moet worden, weet alleen Hij die haar geschapen heeft heus het allerbeste! En Hij heeft het zelfs geen dag laten ontbreken aan allerlei aanwijzingen uit de hoogste levenshemelen, om de mensen op de juiste wegen te wijzen waarop zij moeten wandelen om het doel dat God hun gesteld heeft op eenvoudige wijze te bereiken. Als de mensen zich echter door wereldse lekkernijen en haar valse en vergankelijke prikkels steeds opnieuw hebben laten verleiden en steeds opnieuw van God zijn afgevallen en het gouden kalf en de mammon van de wereld hebben aanbeden die zij in hun blinde inbeelding en ijdele fantasie zelf tot iets heel belangrijks hebben verheven, kan God er dan wat aan doen dat de mensen Zijn onderricht en Zijn raadgevingen verwerpen en zich in plaats daarvan wetten maken waardoor zij zich steeds meer van de verderfelijke mammon kunnen toeëigenen?!
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk, het rekening houden met de vrije wil van de mens van deze aarde gaat bij God zelfs zover dat Hij niet eens altijd toeziet op wat een of ook meerdere mensen denken, willen en doen. Alleen wanneer zij te ver van God zijn afgeweken, kijkt God naar hen om en verwekt weer zieners, leraren en profeten, om de mensen weer de wil van God en zijn plannen met hen opnieuw mee te delen. Houden de mensen daar rekening mee, dan gaat het al weer helemaal goed; houden zij zich er echter niet aan, en bespotten en vervolgen zij de door God voor hen opgewekte zieners, leraren en profeten, dan wordt God gedwongen een uiterlijk strafgericht over de mensen en vaak over een heel volk te laten komen. Maar zelfs zo'n gericht gaat nooit direct van de almachtige wil van God uit, maar komt altijd door de blinde en boosaardige verkeerdheid van de mensen.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Kijk, toen heeft opnieuw Gods almachtige wil in principe niet de volledige ondergang van deze slechte landstreek veroorzaakt; want dit wat tijdens Abraham gebeurd is, zou deze onrijpe plek toch ook door zijn aard te wachten hebben gestaan. Maar dat daarbij zoveel mensen te gronde zijn gegaan, was enkel en alleen de schuld van de ongehoorzaamheid van hun vrije wil.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...