Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3319 resultaten - Pagina 25 van 222

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[6] Onder de 'hemel', die Mozes het eerst laat scheppen, moet verstaan worden, dat God de gave van het verstandelijk vermogen eertijds, hoewel reeds in het tijdelijke, buiten Zijn eeuwige en zuiver geestelijke centrum dus in zekere zin buiten Zichzelf gesteld heeft - maar, zoals gezegd, alléén maar, de gave van het verstandelijk vermogen. Die is als een spiegel, die ook in de donkerste nacht in staat is om de afbeelding van tastbare voorwerpen in, of meer nog óp zijn gepolijste oppervlak geheel juist en waar op te nemen en weer te geven. Maar als er in de donkerste nacht helemaal geen voorwerpen zijn, is de spiegel duidelijk van nul en generlei waarde!
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Op de zevende dag begint dan de rust, en dat is de toestand van het nu gereed zijnde, geheel rijpe en voor de eeuwigheid duurzame uit de vroegere toestanden geconsolideerde leven, op dezelfde wijze als God toegerust."
Hoofdstuk 221: Scheiding van licht en duisternis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Dus vormden al de zonnen zichzelf, evenals de aarden. En ook al het afzonderlijke op de zonnen en aarden vormde zichzelf, evenals hun gemeenschappelijke samenhang. En zo vormde de mens in beperkste zin, maar ook in de ruimste zin zichzelf, omdat de schepping als geheel volledig op een mens lijkt en daarmee overeenkomt, en omdat van het kleinste tot het grootste alles in de geestelijke en materiële schepping met de mens overeenkomt, en moet overeenkomen. Want de mens is de eigenlijke oorzaak en het einddoel van de hele schepping. Hij is het eind produkt, dat gewonnen moet worden door al de voorafgaande inspanningen van God.
Hoofdstuk 222: Het einddoel van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Gewoonlijk wordt er al door de eerste zaaiers een niet geheel juist gebruik gemaakt van de wijsheidszaadkorrels, en hun latere opvolgers doen dat nog veel minder. Want als de eerste zaaiers van de wijsheidskorrels een volkomen juist en goed gebruik gemaakt zouden hebben van de vruchten daarvan, dan zouden al hun opvolgers ook alleen maar het juiste en goede gebruik daarvan gemaakt hebben. Omdat echter door een onjuist begrip de profeten al fouten tegen hun slecht begrepen leer gemaakt hebben, waren zulk soort kleine fouten beslist de oorzaak van de grote, die volgden bij de latere opvolgers.
Hoofdstuk 223: De mening van Cyrenius over het scheppingsverhaal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Ja, Mijn beste vriend, dat is toch nog een hardere noot dan de Mozaïsche scheppingsgeschiedenis zelf, hoewel zij daar eigenlijk geheel in besloten zit en voor de ijverige zoeker nu al als goud vrij aan de oppervlakte ligt. Als je echter alleen maar een goede aanwijzing wilt hebben en geen complete les, dan wil Ik je dat genoegen graag doen, want voor het geven van een complete les zouden wij allen toch te weinig tijd hebben, omdat het nu al omstreeks de derde nachtwake geworden is. -Wie oren heeft, die hore!"
Hoofdstuk 223: De mening van Cyrenius over het scheppingsverhaal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Daarom vond er tijdens de zogenaamde 'Val der geesten' ook een noodzakelijke en gedwongen scheiding plaats, terwijl de adamitische scheiding, omdat die door hemzelf veroorzaakt werd, een vrije was en zodoende geen dwang, maar meer een vrije handeling van de in alle sferen van de ziel reeds vrije eerste vleselijke mens. Als geheel is het toch ook een tevoren voorziene handeling volgens de geheime orde van God, die weliswaar nooit als een absolute noodzaak, maar toch als een toelating onder 'je zult' en 'je zult niet' vanwege de vrije wil van de mens gegeven wordt om zich door eigen handelen zelf te versterken.
Hoofdstuk 224: De val der geesten, de val van Adam en de erfzonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar toch kan iedere ziel, als zij werkelijk wil, ook volledig genezen van dat kwade lidteken. Want daarvoor heeft God al meteen in het bijzijn van Adam betrouwbare maatregelen getroffen, en Adam is zelf op het laatst van zijn leven weer bijna geheel genezen. Daarom is hij ook lichamelijk getransformeerd, net als nog een paar aartsvaders van de aarde. Omdat hun nakomelingen zich echter vermengd hebben met de kinderen van niet genezen vaderen, bleef het oude kwaad van Adam toch, meer of minder krachtig zich manifesterend, als een kwelling steeds onder de mensen.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Als een ziel eenmaal zichzelf geheel bewust is en met het gebruik van haar verstand zover komt dat zij in zichzelf de orde van God goed kan zien en herkennen, dan moet zij vervolgens ten behoeve van haar versteviging zelf handelend op gaan treden volgens de in haar bestaande en herkende orde van God. Doet zij dat op een bepaald punt echter niet, maar laat zij dat na, of doet zij in plaats daarvan iets geheel tegengestelds, dan is het duidelijk dat zij zich op dat betreffende punt een niet gemakkelijk uitwisbare schade toebrengt. Uit zichzelf kan zij zich daar nooit meer van bevrijden, omdat het gevolg is dat haar werkzaamheid al meer of minder in de war raakt. En in de loop der tijd ontstaan daaruit vanzelf steeds meer beperkingen van de ziel, zoals: allerlei blindheid, domheid, onverstand, zwak begripsvermogen, vrees, moedeloosheid, treurigheid, angst, ergernis, toorn, woede en tenslotte zelfs vertwijfeling.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Zo gaat het ook bij het sterven. Mensen, die erg aan het aardse leven hangen, en bij wie al hun zorgen dáárop gericht zijn, hebben al gedurende hun korte aardse leven veel te lijden. Vaak worden zij geestelijk en snel daarna zeker ook lichamelijk ziek en zeer beklagenswaardig, en voor het afscheid van het lichaam hebben zij altijd met vaak onverdraaglijke pijnen te kampen, en zij nemen onder een zware, alles verdovende pijn afscheid van hun lichaam. Die pijn blijft hen vaak na het scheiden van het lichaam nog zeer lang bij, vooral bij die zielen, die het op de wereld in hun lichamen heel goed en behaaglijk hadden. Geheel anders gaat het met de zielen, die op de wereld tot de heilzame overtuiging zijn gekomen, dat alle schatten der aarde geen enkel nut hebben voor de ziel, omdat ze evenals het lichaam in de dood ondergaan, en zich daarom van het oude lidteken van Adam zo veel mogelijk vrij hebben gemaakt. Als zij in plaats daarvan hun geest, de adem van God, in zich gevonden en met alle zorgvuldigheid verzorgd hebben -, behoeven zij voorlopig nog maar weinig lichamelijke ziektes door te maken.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De gedachten en de daaruit ontstane grote ideeën van God zouden zich eenmaal zover gevonden hebben, dat zij zich tot een met een eindeloos verstand begaafd wezen volgens de oervorm van God verbonden zouden hebben. Dan zouden zij zich hun vrije zelfstandigheid bewust beginnen te worden. Het eerste wat dan gedaan zou moeten worden om hen geheel vrij te naken, moest dan zijn, dat hen de gelegenheid gegeven en getoond werd, hoe en op welke wijze zij in hun handelen vrij zouden kunnen worden en zijn.
Hoofdstuk 227: De val der geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Kijk eens naar de bekende jongemannen in de vurige oven! Zij zongen heel levenslustig en prezen God. En ook al werden hun lichamen mettertijd door het kwade geweld van buiten vernietigd, toch voelden zij daarbij geen pijn, want zij waren reeds lang daarvoor vrij van alle banden met de wereld en waren één met hun goddelijke geest. Dan voelt zo'n geheel met haar geest vereende ziel bij het verlaten van het lichaam, waarmee zij reeds lang niet meer met materiële banden, maar alleen met een zeer tere geestelijke band in verbinding stond, zeker geen pijn. Zij voelt alleen een haar gehele wezen doortrillend zalig welbehagen en het is niet mogelijk dat zij bij de scheiding het bewustzijn of het licht van het geestelijk schouwen van de ziel kwijtraakt, en net zo min het gehoor, de reuk, de smaak en de edelste en allerteerste tastzin, zoals onze engel Raphaël die nu heeft.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar zoals gezegd, om dat te bereiken moet de mens eerst de oude Adamitische zonde kwijtraken, en dat gaat op geen andere manier dan op die, welke Ik jullie zoëven getoond heb: De wereldse zorgen moeten door de ziel uit zichzelf over boord geworpen worden, een ander middel is er niet! Als die afgedankt worden, komt bij de mens alles weer in de oude goddelijke orde terug, en de mens is dan weer geheel mens volgens de orde van God. Wel, dat is het wat men met recht 'erfzonde' noemt! Op zichzelf gezien noemt men het vlees volkomen terecht de erfzonde; overeenkomstig geestelijk gezien is alleen de veelvoudige zorg voor het vlees de moeilijk uit te roeien zonde van Adam bij al zijn nakomelingen.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Daaruit zien jullie wel, dat er hierbij van 'moeten' helemaal geen sprake kan en mag zijn. Want met 'moeten' werken alleen maar machines, waarvan er jammer genoeg op deze aarde, de aarde zelf inbegrepen, een nog te grote hoeveelheid voorhanden is. Ook het eindeloze heelal is geheel gevuld met zulke bestuurde machines. Want alle zonnen en manen zijn slechts machines, en alle lichamelijke wezens op en in hen zijn het ook, net zoals het lichaam van iedere mens op zichzelf niets anders is dan een kunstige machine, die door de vrije wil van de ziel op velerlei manieren in beweging gezet kan worden.
Hoofdstuk 227: De val der geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ook dat is voor jouw begripsvermogen wat te vroeg om geheel tot op de bodem te begrijpen. Om jou en jullie allen echter ook over dit punt wat licht te verschaffen, zal Ik jullie ook daarover voor een beter begrip wat vertellen. Luister dus naar Mij!
Hoofdstuk 228: Kracht is afhankelijk van weerstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] leder wezen kreeg geheel in zichzelf de beschikking over rust en beweging, luiheid en ijver, duister en licht, liefde en toorn, opvliegendheid en zachtmoedigheid en nog duizenden andere mogelijkheden; alleen de mate waarin was verschillend.
Hoofdstuk 229: De aard van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...