Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 25 van 90

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[2] Onder de vijftig Farizeeën, met aan het hoofd de overste Stahar en de ons reeds bekende spreker Floran, was verschil van mening ontstaan. Deze nog half in de oude leer vastzittende volgelingen hadden in een tent van Ouran tijdens de storm nog allerlei twijfels uitgebroed, en de manier waarop nu de lijken werden neergelegd, bevestigde veel van hun twijfelachtige opvattingen over Mij en Mijn daden. Het verschil van mening dat zij hadden, ontstond omdat het merendeel heel nadrukkelijk aannam' dat Ik een buitengewone profeet was, een soort Elia, -terwijl een minder verlicht deel meende dat Ik ondanks alle kennis van de Schrift slechts een leerling was uit de catacomben van Egypte en in de tempel te Karnak de wijsheid en de echte magie had geleerd. Dat zou ook de reden zijn van Mijn warme onthaal bij de Romeinen, want bij de Romeinen hadden de echte magiërs meer aanzien dan hun goden, omdat de Romeinen zulke magiërs voor vingers van de god Zeus aanzagen, die op die manier onder de mensen werkte en veel op had met de hoge heren! De Romeinen waren echter zeer verstandige mensen en wisten dat de Joden pas te vertrouwen waren als zij met ziel, bloed, huid en haar, Romeinen werden. Dat kon het gemakkelijkst bereikt worden als men door zo'n aartsmagiër uit de school van Karnak de Joden bewerkte, daar zij ervoor bekend stonden dat zij het meest verslaafd waren aan wonderen. Dat moest echter wel zó gebeuren dat de Joden daarin ook hun Mozes en hun profeten terugvonden, en dat gebeurde nu zichtbaar met het beste resultaat ter wereld. Want voor wie zich niet liet bekeren door woorden en wonderen, waren altijd enige cohorten Romeinse soldaten volledig paraat om hen door de schrik te bekeren. Daarom werd er ook bij iedere gelegenheid zo fel mogelijk tegen de tempel te Jeruzalem te keer gegaan. Alle mogelijke moeite werd gedaan om de slechte dingen naar voren te brengen, terwijl men aan de goede dingen achteloos voorbij ging en daar ook met geen enkel woord over sprak, hoewel toch bekend was hoeveel goeds de tempel steeds verrichtte!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, je vond meteen bij het begin van je waarnemingen Mozes en al de profeten leeg, geestloos en zonder waarheid, je hield ze zoals alles voor een ijdel mensenmaaksel, je nam ook nooit de moeite in de geest van de Schrift door te dringen, je hebt liever tijd en goud verspild om de waarheid dáár te zoeken waar deze nooit te vinden kon zijn!
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar God houdt onveranderlijk het woord uit Zijn eeuwige orde, niets kan Zijn bedoeling veranderen. Of wij dat ook altijd gedaan hebben volgens de wet, die Hij Zelf voor alle mensen door Mozes en door de aartsvaders van deze aarde heeft gegeven en tevens in ieder mensenhart heeft geschreven, dat is een andere vraag!
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik vraagje, bezweer het mij; want je hebt in mij een te machtig verlangen gewekt om nu in deze zeer gedenkwaardige zaak verder ingewijd te worden! In Mozes is daar echt geen spoor van te vinden, zelfs niet de geringste aanduiding, want in zijn scheppingsgeschiedenis staat daarover geen enkel woord. Geen mens kan toch al begrijpen wat hij eigenlijk met zijn Genesis heeft willen zeggen!"
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Je was door allerlei kennis en ervaring voorbereid en verrijkt, je verstand was zeer gelouterd, en toch begreep je Mozes en Jesaja niet. Er waren wóórden voor nodig om het licht en helder in je hart te maken!
Hoofdstuk 229: Zorgen over de verspreiding van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] MUREL zegt: "Als dat zo is, wat moet je dan denken van het scheppingsverhaal van Mozes?"
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan vraagt Murel hetzelfde aan MATHAËL en die zegt: "Wat Mozes over de schepping zegt, heeft helemaal geen betrekking op de schepping van de wereld, maar alleen op de vorming van de mens, te beginnen bij de wieg en voortgaande tot aan zijn voltooiing, en ook is het een beeld van de vestiging van Gods kerk op aarde tot op heden en verder tot aan het einde der wereld.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Daarop zei ik, Mathaël, heel kwaad: 'Waarom vervolgde God mij eerst, terwijl ik toch in Zijn naam naar de Samaritanen werd gezonden om hen allen voor de tempel te winnen!? Mijn bedoeling was eerlijk en rechtschapen voor God en alle mensen, omdat zij eerlijk en rechtschapen was voor mijn geweten. God heeft mij vanaf het begin van mijn bestaan alleen mijn geweten als mijn rechter meegegeven en ik leefde rechtvaardig voor deze innerlijke, strenge rechter. Ik heb mijzelf niet uitgezonden naar de Samaritanen, maar de hogepriester als plaatsvervanger van Mozes en Aäron.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De leraren van Karnak zouden je alles uit hebben moeten leggen omdat jij hen daar zeer ruim voor wilde betalen, maar toch deden ze dat niet, omdat ze het niet konden. De tegenwoordige wijzen en geleerden van Egypte zijn namelijk niet meer te vergelijken met degenen, die ten tijde van de oude Farao's de grondleggers van die scholen en tempels waren. Van de oude wijsheid weten zij nog veel minder dan de schriftgeleerden en Farizeeën in Jeruzalem, en de Birmanen staan er nog slechter voor. Die zijn op een dergelijk ascetisme overgegaan dat het een schande is voor de mensheid, en wat is dit ascetisme anders dan onbegrensde hoogmoed enerzijds en juist daarom onbegrensde domheid anderzijds!?
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] PHILOPOLD zegt: "Vriend! Wie Mozes goed begrijpt, vindt ook dat daarin. Maar daar is natuurlijk meer voor nodig dan het zich in het geheugen prenten van de woordelijke tekst! Wie maar ooit God boven alles liefhad, kreeg van de geest van God de juiste verklaring en zal dan ook weten dat de Genesis van Mozes niet zozeer de feitelijke schepping der werelden weergeeft, maar veeleer en eigenlijk vóór alles de geestelijke opvoeding en vorming van de gehele mens en zijn vrije wil, in en overgaande in de goddelijke orde. Wie dat begrijpt en inziet, ziet dan ook weldra het andere in omdat het langs de weg der onmiskenbare analogie daarin is te vinden, hetgeen ik jou zelf heel concreet en duidelijk zou kunnen aantonen. Maar daarvoor zou nu de tijd te kort zijn.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] O, broeder Philopold, wat een nooit te vergelden verdienste heb je je door mij verworven! Hoe kan, hoe moet ik het je belonen?! Vriend, als ik, vanaf nu gerekend, nog zoveel jaren zou leven als Methusalem en mij alle tempels en catacomben van de aardse, menselijke wijsheid ten dienste zouden staan, zou ik uiteindelijk van alle waarheden die jij mij nu hebt geopenbaard, nauwelijks zoveel weten als wat ik daarvan wist toen je begon met mij die wondere zaken te onthullen! Er verging nu slechts een klein uur, en ik sta er nu zo door en door verlicht bij als Mozes op de Sinaï, toen de vlammen van Gods licht zich hoog boven zijn hoofd sloten en hij letterlijk met lichaam en ziel door en door met de goddelijke wijsheid werd doordrongen!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Omdat U, heilige Meester, die dingen weet, die alleen maar Diegene kan weten die ze heeft geschapen, zeg ik: Ook al bent U, heiligste Vader, voor ons ook in het vlees verborgen, toch herkent mijn hart U! U bent precies Dezelfde Die door Mozes op de Sinaï Uw uitverkoren volk de heilige levenswetten hebt gegeven en Die door de mond van de geheiligde profeten steeds tot het volk hebt gesproken! U bent de door U Zelfbeloofde, en vervult nu het grote Godswoord van Uw eeuwige Vaderliefde aan Uw nu nog zwakke en onmondige kinderen. Laat ons spoedig manlijk en sterk worden, dan zal uit ons hart en uit onze onsterflijke mond U lof betuigd worden op een wijze zoals al de hemelen U, o heilige Vader, nog nooit hebben geloofd! , ..
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Volgens het raadsbesluit van God werden wij met z'n vijven kortgeleden toch door de Romeinen gevangen genomen en drie dagen geleden hierheen gebracht. Hier verloste de Heer ons van onze grote kwelling. Mijn ziel werd weer de enige geheel bij bewustzijn zijnde inwoonster van dit lichaam en zoals voorheen was Mozes weer haar leidsman. De Heer liet echter alle dwaalwegen van mijn hart duidelijk zien en - let op! - ik begreep nu pas Mozes en de profeten!
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik wens echter niemand toe om via mijn weg Mozes te leren begrijpen, omdat er nu een gemakkelijker weg is. Maar omdat jij, Murel, mij in zekere zin hebt gevraagd hoe ik tot zo'n helder inzicht in de boeken van Mozes ben gekomen, moest ik je toch laten zien wat voor treurige weg dat was en het andere kun je je nu gemakkelijk zelf voorstellen!
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen vroeg MATHAËL het Mij in zijn hart en ik gaf hem meteen heel duidelijk het volgende antwoord in zijn hart, dat hij direkt hardop voor de drie voordroeg: "De Heer beschermde de Samaritanen, omdat zij zich afgewend hadden van de bedorven leer van Jeruzalem en teruggekeerd waren naar de zuivere leer van Mozes en Aäron. - Jij, Mathaël was een ervaren, duchtig spreker en je week niet af van hetgeen je je had voorgenomen. De Heer wist dat en zag, dat je Hem bij de zuivere, gelovige Samaritanen grote schade zou berokkenen als zij met jouw onderwijs in aanraking zouden komen. Daarom liet de Heer Je met jouw metgezellen terechtkomen bij de beruchtste straatrovers, omdat HIJ wel wist dat je niet eerder van hen af zou komen dan nadat je onbuigzame wil helemaal week en meegaand zou zijn geworden. Zolang je, in het bezit van je volle bewustzijn, zelf een rover onder de rovers was, liet je wil zich zeker niet buigen. Integendeel, je had een heel sluw plan bedacht en alle vijftig rovers met hun vrouwen en kinderen zover gekregen dat zij de totaal verkeerde leer van Jeruzalem heel gunstig gezind werden, omdat zij daarin zelfs zekerheid en een veilig toevluchtsoord voor hun rovershandwerk vonden.
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...