Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 25 van 1490

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[2] Ik zeg: 'Breng hem dan hier, opdat hij weer gezond worde!' Eén van hen zegt: 'Heer, dat zal moeilijk gaan! Deze jichtlijder is dermate kromgegroeid, dat hij al bijna drie volle jaren het bed niet meer verlaten kan, en het bed waarop hij ligt, is niet te verplaatsen, want het is aan de grond vastgemaakt. Kunt u niet beter naar de zieke toegaan?' Ik zeg: Als het bed moeilijk te vervoeren is, rol de zieke dan in een mat en breng hem hierheen!' Na dit advies gaan er een aantal vlug naar het huis waar de jichtlijder ligt, rollen hem in een mat en brengen hem naar Mij op straat en zeggen: 'Heer, hier is de arme zieke!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Daarop zeg Ik: 'Nu dan, - sta daarom op en wandel! Je geloof kwam je te hulp; maar doe die bepaalde zonde in het vervolg niet weer, opdat de jicht niet terugkomt, en deze tweede maal erger dan nu!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Jonaël zegt: 'Tot op heden bestond je bezigheid uit liggen en het geduldig dragen van je ziekte, je hebt daarom thuis niet veel te verzuimen. Ga deze dag met ons mee en luister, er zal nog genoeg gebeuren, en morgen zal je al het andere te weten komen!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Op dit commando van de opperaanvoerder gaat het hele Romeinse vanglegioen er zo snel vandoor, als men nog nooit eerder gezien had. De genezene springt en juicht nu echter nog meer en schreeuwt de vluchtenden na: ' Jurahel, Jurahel! Als de mensen vrolijk zijn, is het vee treurig!' -Dan wordt hij rustiger, komt bij Jonaël terug en zegt tegen hem: 'Vriend, als je het niet vervelend vindt om tijdens het lopen te praten, dan kon je mij al wat vertellen over de nieuwe leer van deze Heer, die mij de gezondheid heeft gegeven!? Want als ik zo'n leer tot mijn wet wil maken, dan moet ik hem eerst kennen!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De genezene zegt: 'Jawel, jawel, je hebt gelijk! Maar God was toch zonder twijfel ook met Adam, en toch is het de satan met een heel sluwe list gelukt om Adam weg te kapen! En Michaël heeft na een gevecht van drie dagen het lichaam van Mozes toch aan de satan moeten afstaan! God is wel almachtig, daar is geen twijfel aan, maar de satan is vol heel gemene listen, en hij heeft het volk van God al menige schade toegebracht. Als je oog in oog staat met een tijger, is, net zolang als deze leeft, voorzichtigheid geboden, alleen na zijn dood kan men pas onbezorgd helemaal vrij ademhalen!'
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Jonaël zegt: 'Wacht, we komen weer bij een dorp, dat nu volgens de Romeinse grondwet zelfstandig is, daar zal de Heer zeker weer iets ?oen! Laten we afspreken, dat je ons volgt tot in de stad, dan vind je in mijn huis of in dat van Irhaël zolang je wilt onderdak. Daar zul je alles te weten komen! Het is nu ook niet zo ver meer naar de stad. Deze plaats, waar we nu komen, behoort volgens de nieuwe verordening van de Romeinen eigenlijk al tot de stad, maar omdat het een voortreffelijke vesting voor de Romeinen is, hebben ze het van Sichar gescheiden, er een wal omheen gelegd en het een eigen naam gegeven. Dit plaatsje is niet groot, met duizend passen ben je er door. Daarna gaan we naar links en dan is het nauwelijks zeven landwegen gaans tot aan de eerste huizen van Sichar; heb dus nog een beetje geduld en dan zal dadelijk je wens in vervulling gaan!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Bij deze toespraak zet de genezene grote ogen op en zegt na een poosje: 'Wat zeg je? Zou Jehova nu onder ons zijn? Ik dacht dat deze man, die mij hielp, alleen maar de verwachte Messias was!? Wat nu, is bij jou dan Jehova en de Messias Eén en Dezelfde?
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Dat in de Messias de kracht van Jehova veel sterker tot uiting komt dan bij alle profeten tesamen, dat kan ik echt wel begrijpen, maar dat de Messias en Jehova ook nog Eén en Dezelfde zouden zijn, dat had ik niet eens durven denken, laat staan durven zeggen! Daarenboven staat er ook nog geschreven, dat men zich onder geen beding een beeld van Jehova mag vormen, en nu moet dan deze mens, die echt wel alle bij de Messias behorende eigenschappen bezit Je -ho -va Zelf zijn?! Nu Ja, Ik heb er niets op tegen, als het voor jou, onze opperpriester, niets uitmaakt!
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Daarop antwoord Ik de overbrenger van de brief: 'Zeg tegen je gebieder, dat het gebeuren zal zoals hij gevraagd heeft. Ik zal evenwel niet in zijn residentie komen; als hij met Mij over geheime belangrijke zaken wil spreken, dan moet hij Mij aan de ingangspoort van deze plaats opwachten, en dan zal Ik hem datgene vertellen, waarover hij met Mij spreken wilde.'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Op dit ogenblik arriveerde de Romeins militaire deputatie en hun aanvoerder overhandigde Mij een verzoekschrift van de hoofdaanvoerder en kommandant van deze versterkte plaats, waarin deze Mij vraagt, in ieders belang het voorgevallene te vergeten, en er bij het gezelschap op aan te dringen aan niemand te vertellen wat er gebeurd was. Dat zou hem schade berokkenen, terwijl niemand er baat bij zou hebben! Het zou daarentegen voor iedereen nuttiger zijn, als men hem, de Romeinse bevelhebber, te vriend hield en niet tot vijand maakte! Jaïruth zou ook zijn mond moeten houden en kreeg hierbij de verzekering, dat hij voortaan , in zijn huis met rust gelaten zou worden. Verder verzocht hij Mij om hem in zijn residentie te bezoeken, want hij had met Mij heel geheime en belangrijke zaken te bespreken!
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Na die woorden verwijdert de afgezant zich met zijn begeleiding en meldt zijn gebieder alles wat hij van Mij gehoord heeft, en deze gaat direkt met zijn allerbekwaamste onderbevelhebbers naar de poort van hef plaatsje en wacht Mij daar op.
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Jaïruth vraagt Mij echter of de uitnodiging wel te vertrouwen is, want hij kent de grote sluwheid van deze opperbevelhebber, die tevens overste is. Die man heeft op deze manier al veel mensen naar de andere wereld geholpen!
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Beste vriend, u hoeft zich van al uw voorvaderen niets aan te trekken en nog minder van de goden, die zij vereerden; want uw voorouders zijn reeds lang dood, en hun goden bestaan slechts in de fantasie van dichterlijke mensen. Hun namen en afbeeldingen hebben niets met de realiteit uitstaande. Als u dus dat totaal inhoudsloze geloof in uw goden laat varen, dan stelt dat echt niets voor; want zij kunnen net zo min uw ziel versterken, als dat u uw honger kunt stillen met een afbeelding van voedsel! Daaraan heeft u, zoals reeds gezegd, totaal niets; maar u heeft alles aan de ene zuivere waarheid en het leven in, uit en door deze ene zuivere waarheid!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De overste zegt: 'Vriend! Wat U zegt is waar en u bent erg wijs! Maar wat, en waar is die grote heerlijke waarheid? Zijn de dingen ook werkelijk zoals wij ze zien, of ziet het oog van de neger ze soms anders? Een vrucht smaakt de ene mens zoet en aangenaam, en dezelfde vrucht smaakt voor een ander bitter en weerzinwekkend! Ook spreken verschillende mensenstammen verschillende talen; welke is daarvan waar en goed?! In het persoonlijke, dat rekening houdt met ieder individu apart, kan veel waars zitten; maar een algemene allesomvattende waarheid kan er volgens mij nooit zijn, -en als er een is, toon mij dan, waar en wat deze is, en waaruit ze bestaat!'
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Er is slechts één waarheid in de mens en deze grote en heilige E n e is de liefde, en deze liefde is een echt vuur uit God en woont in het hart; nergens anders dan in deze liefde is waarheid, want de liefde is zelf in iedere mens de diepste grond van alle waarheid in en uit God!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...