Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 25 van 373

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[11] IK zeg: "Ik ben geen profeet; want er staat geschreven: 'In Galiléa zal geen profeet opstaan!' Maar Ik ben méér dan een profeet! Want in Mijn borst woont dezelfde geest, die door de mond der profeten gesproken heeft en voortaan nog veel meer spreken zal. Want bij hen, die in het vervolg Mijn naam gelovig in hun hart zullen dragen, zal ook de geest der profetie wonen! Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Intussen maakte Ik 's middags met de hoofdman en Ebahl en zijn familie een wandeling naar de zee, waar de acht knechten het schip verzorgden en het, omdat het hier en daar al wat beschadigd was, goed en zorgvuldig opknapten. Toen wij bij hen kwamen deed hen dat veel genoegen en zij vertelden de hoofdman dat Ik op de zee gelopen had. Want die gebeurtenis ging de acht maar niet uit het hoofd en uit het hart.
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar voor God is zulk bidden en offeren een verschrikking! Wie niet in zijn hart kan bidden, die kan beter helemaal niet bidden, opdat hij zich voor God niet onbetamelijk gedraagt! God heeft de mens geen voeten, handen, ogen, oren en lippen gegeven om daarmee ijdel en zinloos te bidden! Hij heeft voor het bidden alleen het hart gegeven!
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Dit meisje bewijst met de daad, wat het in het hart voelt, maar jullie praten verstandig en houden je hart koel! Schiet het jullie dan nog niet te binnen, wie Ik zou kunnen zijn en ook werkelijk ben?"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Omdat ik nu na alles wat Ik van U gedurende deze paar dagen gezien en gehoord heb, zonder twijfel aanneem dat U de Schepper Zelf of anders zeker Zijn eeuwige Zoon bent, en U Zich hier op de aarde aan ons in onze vorm vertoont en ons leert om God en U te kennen, is het een noodzakelijk gevolg dat ook ik U boven alles moet liefhebben. Ook al heb ik niet de moed om U zo te omarmen als dit waarlijk heel gevoelige meisje, dan omarm ik U toch in mijn hart en prijs U boven alles! En ik geloof dat het zo ook goed is."
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Weliswaar staat er geschreven dat de mens zonder ophouden moet bidden om niet in verzoeking te geraken. Maar hoe kinderachtig en dwaas zou het zijn als God van de mensen een onophoudelijk lippengebed zou wensen! Dan zouden dus de mensen, om God welgevallig te zijn, dag en nacht onafgebroken op de knieën moeten liggen en onophoudelijk inhoudsloze harte en zinloze lippengebeden moeten snateren, zoals de vogels in de lucht! Wanneer zouden zij dan het noodzakelijke werk kunnen doen? Maar als je met handen, voeten, ogen, oren en lippen steeds zo bezig bent en in je hart altijd God en je arme naaste liefhebt, dan bid je echt en metterdaad zonder onderbreking tot God. Hij zal je daarvoor ook altijd zegenen en eens in het hiernamaals het gelukzaligs te leven geven! -Hebben jullie dit alles goed begrepen?"
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Kijk, jaloerse zuster, als je ooit ware liefde in je hart had gehad, dan zou je dat niet gezegd hebben! Maar omdat men je verwende, voelde je in je hart nooit een ware liefde of vertedering en kun je ook niet anders zeggen, dan wat je nu zegt!
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Als jij liefhebt, verwacht je tienmaal zoveel liefde terug! En wordt de liefde niet op die manier beantwoord, dan word je wrevelig en komen er allerlei verdachtmakingen in je van eigenliefde vervulde hart!
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar kijk nu eens naar de lieve Jarah of ze ooit wel eens énige aanspraak op wederliefde gemaakt heeft! Dit is dan ook de reden waarom zij Mij nu mag liefhebben zoveel haar hart maar kan! Want alleen voor haar kwam Ik hierheen, en voor haar zal Ik nog ettelijke dagen hier blijven, en dus hebben jullie het allemaal aan dit meisje te danken, dat Ik hierheen kwam en jullie zieken en de gehele plaats genezen heb en verder nog meer zieken zal genezen.
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar soms verhoorde de lieve grote God mij ook snel, en dat deed mij dan wel veel plezier! Want voor een medelijdend hart is er in deze wereld geen grotere vreugde, dan te ondervinden dat de grote God zelfs het gebed van een haast nog onmondig meisje verhoort!
Hoofdstuk 114: De gebeden van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Ach, het is niet te beschrijven wat een vreugde het mij gaf, toen men zei dat U gekomen was! O, als ik maar gedurfd had, hoe graag zou ik U omhelsd hebben! Maar ik moest, terwille van mijn ouders en familie, mijn hart met grote dwang het zwijgen opleggen. Maar nu is voor mij de haast onbeschrijfelijk gelukkige tijd aangebroken om bij U, de Meester en Heer, te zitten, die ik al sinds ik het eerste woord dat ik over Hem gehoord heb, boven alles liefheb.
Hoofdstuk 114: De gebeden van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Na deze woorden en nadat haar het gezicht weer ontnomen werd, zinkt zij aan Mijn borst neer en zegt: "O grote enige Heilige! Verstoot mij arme zwakke Jarah, omdat Ik U na alles wat ik nu heb gezien nog steeds durf lief te hebben! Maar ik kan er niets aan doen, dat Mijn hart U steeds meer liefheeft!"
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Jarah pakt Mij daarop met beide handen vast en drukt Mij zo vast mogelijk aan haar hart, en IK zeg dan tegen de omstanders, die stom van verbazing toezien: "Kijk maar en nemen jullie allen een voorbeeld daaraan! Dit meisje van pas twaalf jaar oud, laat een liefde voor Mij blijken, zoals Ik die in heel Israël nog niet heb meegemaakt. Maar wie Mij zo liefheeft als zij, die zal ook Ik geven wat de wereld nog niet gehad en Israël nooit gevoeld en gesmaakt heeft, en dat zal hij dan in overvloed hebben!"
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "Er wordt voor gezorgd dat ze thuis niet veel zullen zeggen.. - Na deze verklaring van Mij valt er een pauze, waarin iedereen, die zich in het vertrek bevond, zich heel stil en rustig hield en alleen in het hart bezig was.
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De KLEINE zegt: "Heer, zolang U in ons huis blijft, zal Jarah U niet verlaten, en zou U mogelijkerwijs sterven, dan zou Jarah met U sterven! Als U echter ons huis weer zult verlaten en Jarah niet met U mee zal kunnen gaan, dan zal zij thuis zuchten en de Vader in Uw hart vragen of Hij U weer bij haar zou willen brengen, want zonder U kan Jarah nu niet meer leven!"
Hoofdstuk 119: Gods liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...