Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 25 van 403

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[21] Borus zegt: 'Ik ben uitgepraat en kan nu weer een betere weg volgen dan die naar u voerde. Want hier is blijkbaar de hel op aarde, en daarin kan geen engel iets goeds doen, laat staan ik als een altijd nog zwak naar lichaam sterfelijk mens!'
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Baram zat al met het avondmaal te wachten, en wij lieten het ons na het gedane belangrijke werk goed smaken. De maaltijd bracht Judas ook in een iets betere stemming, en hij prees de moed van Borus, die hij ook heel goed kende.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En Ik zeg: 'Wat beter is, is altijd beter; neem het daarom, maar beschouw het nooit te veel als je eigendom, maar slechts als iets dat voor deze korte tijd geleend is!'
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Spoedig daarna komt de kinderkaravaan aan, en de engel bevrijdt in een oogwenk allen van de ezels en pakpaarden waarop ze vastgebonden waren. Het zijn er meer dan de eerste drijvers, die de twaalf hoofdverdachten gebracht hebben, zeiden, want op menig pakpaard waren er drie vastgebonden. Alle kinderen beven van angst en vrees omdat ze denken dat hen hier wat kwaads zal overkomen, maar de engel spreekt ze heel vriendelijk en aardig toe en zegt dat hen hier niet alleen niets ergs, maar alleen maar iets heel goeds zal overkomen, en dat ze zich de volgende dag alweer in de armen van hun treurende ouders zullen bevinden. Toen werden de kinderen rustiger.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Gelukkig heeft u echter in dit geval buiten uw wettig genoemde pandopeising iets gedaan dat zelfs ook schijnbaar niet door een mij bekende wet goedgekeurd wordt. Deze daad, waarvoor u nu alleen hier terecht staat, heet vernieling van bos. Daaraan heeft u zich zeer uitgebreid in de mooie bossen van Kisjonah schuldig gemaakt. Hij is een Griek en een betrouwbaar onderdaan van de keizer, wiens rechten door iedere keizer van Rome met een compleet legioen zullen worden beschermd als ze ook maar in het geringste aangetast zouden worden, want hij betaalt jaarlijks daarvoor aan de keizer duizend pond, wat echt geen kleinigheid is.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Joses zegt daarop: 'Heer en broeder! Dat heeft vader Jozef ons al geleerd, en daarom hebben wij de kleine bezitting in Nazareth dan ook nooit als een soort eigendom gezien, maar zuiver als een voor deze korte aardse levenstijd door God geleende zaak, waarvoor we Hem ook dagelijks met Jou Zelf gedankt hebben en wij hebben Hem daarnaast ook altijd gebeden, dat Hij dit kleinood voor ons wilde bewaren voor ons noodzakelijke aardse onderhoud. Zolang het Zijn heilige wil was heeft Hij het ook bewaard; maar nu zeg ik met Job: De Heer heeft het ons gegeven, en toen Hem dat behaagde, heeft Hij het ook weer van ons genomen. Zijn wil, die alleen heilig is, geschiede, en Hem alleen zij alle eer, alle lof en alle prijs! Wat God neemt, dat kan Hij rijkelijk teruggeven. Nu, als Je aardse broers en zusters vinden we dat in orde; maar al onze werktuigen en al ons huisraad heeft men ons ook afgenomen. We dachten toch wel, dat we dat terug zouden krijgen of dat we minstens iets anders bruikbaars daarvoor in de plaats zouden krijgen.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu zinkt de moed de Farizeeën in de schoenen, maar één van hen, die iets meer durf heeft, zegt tegen de rechter: 'Heer, ontsla ons van het tweede oordeel! Daarvoor in de plaats verviervoudigen wij het eerste en wel binnen acht en veertig uur!'
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu echter nog iets! Voordat u weer in vrijheid gesteld wordt, moet u de namen en woonplaatsen opgeven van alle partijen, waar u zo schandalig uw panden hebt opgeëist, zodat ik ze hierheen kan laten komen en hen al het geroofde, zoals kinderen, vee, koren en wijn terug kan geven!'
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De Farizeeën doen hun best om aan deze opdracht te voldoen en geven precies alle namen en plaatsen op. En de rechter zendt meteen boodschappers naar alle aangegeven plaatsen, en binnen tien uur arriveren reeds alle partijen die in Kis iets te halen hadden.
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Daarom vertrouw ik U nu ook toe, dat Kisjonah's dochter mij buitengewoon goed bevalt. Zoals U wel weet ben ik echter een Romein, en zij zal ongetwijfeld een Jodin zijn, die haar mooie hand aan geen heiden, zoals wij door de Joden genoemd worden, geven mag. Raad mij eens, vriend, is daar nog iets aan te doen? Zou het onder geen enkele voorwaarde mogelijk zijn, dat zij mijn vrouw werd? Kom, doe mij eens een middel aan de hand!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als u de Farizeeën tot op heden nog niet gekend hebt, dan zult u ze nu of ten minste binnenkort leren kennen! Want zo'n ontzettende beschuldiging kunnen wij nooit op ons laten rusten. Vanwege de bosbeschadiging waren we toegeeflijk, hoewel we volgens onze wetten niet toe hadden hoeven te geven; maar voor de lieve vrede hebben wij uw hoogst onrechtvaardige oordeel aanvaard. Maar daar komen wij op terug, en als u zo misdadig zou zijn om ook maar iets van het goud, de panden of de schatten aan te raken, dan zult u dat niet alleen honderdvoudig moeten vergoeden, maar dan is het met al uw glorie ook totaal afgelopen! Want op dit ogenblik al zal men in de tempel weten, wat op zo'n allerbrutaalste manier hier met ons gebeurt'.
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Natuurlijk is de overste van de Pontus en Klein-Azië toen met zijn drieduizend ruiters zo snel mogelijk omgekeerd en in een paar uur was hij al zo ver van ons verwijderd, dat wij onmogelijk meer iets van hem te vrezen hadden. Ons allen was op leven en dood opgedragen te zwijgen en ieder zou tweehonderd pond zilver krijgen, die we echter tot op heden nog niet ontvingen, want dat zou pas in Jeruzalem gebeuren. Het noodlot wilde het echter anders, en van die tweehonderd pond hoeven we niet veel meer te verwachten.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Slechts wij twaalven waren met dit geheim bekend, en buiten onze dertig handlangers weet geen Farizeeër er iets van af. De helpers weten alleen niet voor welk doel het is. Tegen hen is gezegd, dat alles bewaard wordt voor de toekomstige Messias, die de Joden in deze tijd zal bevrijden van het juk van de Romeinen. Maar ik ken natuurlijk wel een andere reden, en dat is in de eerste plaats: een uitermate luxueus leven, -en in de tweede plaats een geweldige mogelijkheid tot omkopen, als men in belangrijke gevallen de Romeinen naar zijn pijpen wil laten dansen, of om een functie van overste in de tempel te kopen, wat natuurlijk altijd ontzettend veel geld kost. Nu weet u alles; u kunt ook alle dertig ondervragen, maar zij zullen u hetzelfde zeggen.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Faustus zegt: 'Tegen u en de dertig zal ik niet als rechter, maar als beschermer optreden; maar wat met de elf moet gebeuren, daarover zal Cyrenius oordelen! Zeg mij alleen, of er van de gelden en schatten niets is weggenomen, of alles wat uit Klein-Azië gebracht werd hier bij elkaar is, en of u iets weet van de beroemde grot.'
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Onderzoek uw innerlijk en zeg eens of er behalve uw satan nog iets ergers kan zijn, dan wat u bent!?
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...