Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 25 van 43

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[43] Niets, - niets kunnen wij doen, dan alleen Hem liefhebben met al de door Hem aan ons geschonken krachten, en dankbaar, vrolijk genieten van iedere gave van de eeuwige liefde uit Hem!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[47] Laat ieder handelen naar kracht en vermogen; want zoals er niet slechts bloemen zijn van een en dezelfde soort, maar er oneindig veel families bestaan, zodat de laatste bewoners op aarde ze niet eens allemaal zullen kennen en er ook ontelbare soorten grassen, bomen, en dieren zijn en ook sterren zijn aan de hemel, - zo zijn er ook overeenkomstig de allerwijste ordening van Jehova, onze allerheiligste Vader, in ieder mens ondenkbaar veel verschillende graden van allerlei soorten goede geestelijke krachten en ook verschillende zielenvermogens in de mens.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[48] Als iemand een sterk hart heeft, laat die ook sterk zijn in de liefde, zodat door de liefde ook al zijn andere krachten voor het leven gesterkt worden!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[62] Wanneer men zich echter een gave van Jehova toe-eigent heeft men met God te doen, die ons aller liefdevolle, heilige Vader is en aan wie alleen alle dingen volledig toebehoren, evenals alle machten en krachten en alle gezag.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[68] `Alleen God liefhebben' betekent dus niets anders dan in God Zelf een nieuw, eeuwig onsterfelijk, onvergankelijk leven beginnen en wel daardoor, dat wij al onze krachten als louter gaven van de heilige Vader op het altaar leggen in ons eigen door God opgerichte spijshuis van de geest, dan het heilige vlammetje met het verse hout van onze deemoed ondersteunen, zodat het een laaiend vuur wordt, dat vervolgens al onze geofferde krachten aangrijpt en verteert en al het wereldse in ons vernietigt.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Hored, mijn eerste echte redder, moet mij nageven, dat ik gedurende de gehele tijd van ons afgezonderde samenzijn, mij over niets anders met hem wilde onderhouden dan alleen maar over Jehova en daarom hem mij ook nog niet heb laten beslapen, omdat wij door niemand gezegend waren, hoewel hij mij daar meermaals om heeft gevraagd, - hetgeen hij als mijn echte redder ook nooit zal loochenen en wat hem, verkerend in mijn ongelukkige nabijheid, ook geheel en al te vergeven is!
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Of zijn jullie niet in staat zoiets te begrijpen? - Mocht je er niet toe in staat zijn, laat dan de een of ander eens wagen zoiets vanuit zichzelf in alle stilte te denken, ja, zich voor te stellen het heiligste te zijn, ja het allerheiligste, oereeuwige leven van al het leven, het licht aller lichten, de weg aller wegen en het heilige einddoel van alle dingen; ja laat iemand zich indenken de allergrootste kracht aller krachten te zijn, de allergrootste macht aller machten en het allergrootste gezag van alle gezag - en daarbij zijn leven te behouden, als hij dat kan!
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] En als hij zou willen zeggen: `Ik ben de allergrootste kracht aller krachten!', zou een mugje onmiddellijk al zijn botten breken en zijn spieren verteren;
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Heilige Vader, ik kan U aanbidden, U loven en prijzen; ik kan U mijn leven lang roemen uit al de door U aan mij verleende krachten; ik kan voor U overal offers branden waarheen mijn oog zich ook maar mocht wenden; ik kan U zodanig hoogachten dat, met de allergrootste eerbied die mij maar mogelijk is, mijn geest zich onder de allerlaatste, onderste en onbeduidendste scheppingen zou kunnen verbergen; ja ik kan U beminnen met al het geweld van de liefde in mij; ja, dat kan ik allemaal voor U doen, mijn almachtige Schepper, voor U, mijn heilige, grote God!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Als jullie dat nu onmogelijk ooit in je hart kunnen loochenen, waarom is het dan nodig dat jullie je verontschuldigen?!
Hoofdstuk 82: De waardigheid en grootsheid, een kind van God te zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Na deze woorden verzamelde ik al mijn krachten, sleepte mijzelf naar de rand van de wolk, sloot mijn ogen en sprong van de wolk af.
Hoofdstuk 84: Het visioen van Jorias, de tiende ziener. De hoogste leer van de ware wijsheid: de liefde is het enige brood dat de geest verzadigt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Nu legde Horadal zijn handen op zijn borst en zei: 'O Heer, Allerheiligste! Mogen ook ik, arme zondaar, en mijn arme volk U liefhebben met alle krachten van ons leven?!
Hoofdstuk 104: De wonderbaarlijke spijziging van het volk. Horadals woorden van dank en liefde. Liefhebben betekent leven in de geest - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar als jij zegt: `God is volstrekt oneindig in Zijn wezen, in Zijn liefde, in Zijn heiligheid, in Zijn genade, in Zijn erbarmen, in Zijn macht, krachten sterkte, in de duur van Zijn zijn alsook in Zijn goedheid, gerechtigheid en wijsheid', plan zou Ik nu toch vanuit jouw hart graag willen vernemen, hoe nu Mijn op jou gelijkende wezenlijke zichtbaarheid valt te rijmen met jouw voorstelling van Mijn oneindige wezen!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Heeft de hoge Abedam niet meer aan je verdiend, dan dat je Hem nu wilt loochenen en je mij liefdeloos over alle bergen wilt wegpraten uit pure naijver over Mijn wijsheid?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Dat in de loop der tijden de verschillende, op zich stomme, krachten in deze ruimte elkaar aan moesten grijpen en daardoor ten eerste vormeloze klompen voortbrachten, die dan voor de blind werkende krachten tot noodzakelijke ondergrond werden en ten slotte geleidelijk aan, door hun wederzijdse dwang verschillende andere producten vormden, dat leert de gehele natuur ons: maar waar is die ooit in Jehova tot uitdrukking gekomen?!
Hoofdstuk 160: De vier twijfelaars uit de streek van de middag. Henochs woorden als schijnbare godsloochenaar en hun uitwerking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...