Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 25 van 1037

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[13] Dan stapt er één naar voren en zegt heel beschroomd: 'Goede Meester!'
Hoofdstuk 110: De Heer en de drie Farizeeën. (13.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Maar Ik zeg: 'Waarom noemt u Mij goed?! Weet u dan niet, dat er buiten God niemand goed is?!' De Farizeeër zegt: 'Ik smeek u, wees toch niet zo streng tegen mij; want ik heb uw beproefde hulp nodig!' Ik zeg: 'Ga weg en houd Mij niet op; want Ik wil vanmiddag naar beneden aan het meer en daar op de visvangst gaan. Daar kunt u Mij vinden!'
Hoofdstuk 110: De Heer en de drie Farizeeën. (13.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Daarna zeg Ik tegen de leerlingen, dat ze, als ze zin hebben om mee te gaan, nu vertrekken moeten. En iedereen staat vlug op en gaat met Mij naar het meer, dat, zoals bekend, niet ver van Nazareth begon.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Terwijl we begeleid door Jaïrus, in het sterke gedrang meer voort schoven dan liepen, schoof er zich in de drukte ook een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen leed en zo goed als al haar geld aan dokters had uitgegeven om maar gezond te worden, van achteren naar Mij toe en raakte Mijn kleed aan in het geloof, dat ze daardoor gezond zou worden; want de vrouw had veel over Mij gehoord.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Omdat ze een Griekse was en geen Jodin, durfde zij niet openlijk naar Mij toe te komen, want de Joden en de Grieken leefden op gespannen voet vanwege de handel en er was ook in Rome een strijd tussen hen gaande over de voorkeur waarmee de beide volken behandeld wilden worden.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Daarbij kwam dan nog de vrees, die vooral de Griekse vrouwen Voor de Joden hadden, omdat de slimme Joden onder de Grieken overal lieten rondvertellen, dat de in alle toverkunsten ingewijde Joden de Griekse vrouwen enkel door hen goed doordringend aan te kijken, onvruchtbaar konden maken. En dat was dan ook hier de reden, waarom deze vrouw zich van achteren naar Mij had toe gedrongen.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ik keek haar mild aan en zei tegen haar: 'Sta op, Mijn dochter je geloof heeft je geholpen! Ga nu in vrede naar huis, en wees gezond en bevrijd van je kwelling!'
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] En de vrouw stond blij en vrolijk op en ging naar haar huis, dat een halve dagreis verderop lag; want ze was de dochter van een pachter achter Zebulon en was ongehuwd. Toen ze dertien jaar oud was, beging ze een misstap met een zinnelijke man, die haar daarvoor twee ponden goud gaf; om deze reden moest ze echter hierna twaalf jaar lijden en de volle twee ponden goud opmaken, die in die tijd meer waard waren dan 100.000 gulden nu. Ze was dus door dat geschenk rijk geworden, maar moest toch eerst al haar rijkdom weer teruggeven, voor ze gezond kon worden.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Vervolgens ging Ik met het hoofd van de school het huis binnen, waar een groot tumult heerste en naar Joods gebruik gehuild en geweend werd en klaagliederen werden gezongen.
Hoofdstuk 112: Het dochtertje van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zei tegen de overste: 'Breng ze allemaal naar buiten, want hun ongeloof kan Ik hier niet gebruiken!' De overste deed dat; maar de herrieschoppers gehoorzaamden hem niet, en hij vroeg Mij om hem te helpen. Toen dreef Ik hen allen met geweld naar buiten, en ze renden weg en liepen alle kanten uit.
Hoofdstuk 112: Het dochtertje van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Nadat het meisje genoeg gegeten had en haar lofzang had uitgesproken, ging ze naar haar ouders en vroeg hen zachtjes, wie Ik dan toch wel was. Want toen Ze op het bed sliep, zag ze de geopende hemelen en een groot aantal lichtende engelen. 'En midden tussen de engelen stond een heel vriendelijke man, die naar mij keek, toen op me toekwam, mij bij de hand greep en zei: 'Talitha kumi!' en ik was meteen wakker na zijn oproep! En kijk nu eens, die man daar ziet er net zo uit als degene, die ik eerder in de droom temidden van zo veel engelen gezien heb! Ach, dat moet een heel lieve man zijn!'
Hoofdstuk 112: Het dochtertje van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Ik zei toen tegen de overste, dat hij nu met dochter, moeder en met Mij naar buiten moest gaan, opdat de buiten wachtenden beschaamd zouden worden vanwege hun ongeloof! En we gingen naar buiten. En toen de ongelovigen de dochter zagen, die met een gezonde blos op haar wangen opgewekt naar hen toekwam, en hen vroeg waarom ze er zo verbijsterd en geschrokken bijstonden, raakten ze nog meer van hun stuk en zeiden: 'Dit wonder is nog groter dan alle andere wonderen! Want het meisje was echt dood en nu leeft het!' En ze wilden dat meteen in de hele omgeving bekend maken.
Hoofdstuk 112: Het dochtertje van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik zei: 'Doe dat niet, opdat men later de gebeurtenissen niet verwisselt! Want overmorgen gaan we weer naar het meer en daar zal precies zo'n gebeurtenis plaats vinden, en die moet je dan wél helemaal opschrijven! Vanaf morgen kun je trouwens beginnen met al het buitengewone op te schrijven, wat er maar gebeurt!'
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik wil Mijn leer echter zo geven, dat niemand slechts door het evangelie te lezen of door er naar te luisteren de kern van de levende waarheld bereiken kan, maar deze alleen kan bereiken door Mijn leer toe te passen, en door de toepassing zal Mijn licht in iedere mens steeds helderder gaan schijnen!' (zie Joh. 7:17)
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na deze uitleg kwam Jaïrus nogmaals naar Mij toe en zei: 'Beste Meester! U heeft me nu door mij mijn dochter terug te geven, meer gegeven dan wanneer ikzelf van u een honderdvoudig leven gekregen zou hebben! Hoe kan ik u daarvoor danken, hoe kan ik u daarvoor belonen? Wat kan ik nu voor u doen?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...