Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 25 van 78

...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...
[8] De wind die nu waait is afkomstig van zo'n ademhalende levensuiting van de aarde. Maar je moet je dat niet zo voorstellen, alsof de aarde een mond of een neus heeft en dat de door deze organen uitgestoten adem nu misschien vanaf de noord of de zuidpool hier aangekomen is. Nee, dergelijke winden ontstaan veeleer alleen maar, doordat de aarde wanneer ze inademt wijder wordt, wat in het bijzonder voelbaar is onder de zeeën, die haar meer weke delen zijn, hierbij neemt haar omvang zodanig toe, dat de zee overal enkele handbreedten stijgt en bij het uitademen, waarbij de aarde weer kleiner wordt en samentrekt, daalt de zee weer net zoveel als hij gedurende het inademen gestegen is. En kijk, dit dalen en stijgen van de zeespiegel brengt dan ook de periodieke beweging tot stand van de atmosferische lucht die de aarde omgeeft en die jij nu als wind waarneemt! Want wind is niets anders dan alleen maar een vaak meer of minder heftig stromen van de lucht; ook de heftigste stormwind is niets anders. Maar de oorzaken waardoor de lucht tot stromen gebracht wordt kunnen verschillend zijn; om die allemaal op te noemen en precies te beschrijven zouden verscheidene dagen nodig zijn.
Hoofdstuk 96: Het ontstaan van de wind - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] En zo is het vanzelf begrijpelijk dat alles wat Ik jullie voorspeld heb en nog zal voorspellen noodzakelijkerwijs in twee delen uiteenvalt: ofwel de erge dingen gebeuren, ofwel de goede; evenzo wordt ook de tijd nooit als vaststaand aangegeven, maar die richt zich altijd helemaal naar de wil en het handelen van de mensen! Want hoe zou Ik tegen een volk, hoe ontaard ook, kunnen zeggen: 'Omdat jullie zo slecht zijn geworden en geen acht geslagen hebben op Mijn ernstige vermaningen, moeten jullie over zeven dagen, gerekend vanaf vandaag, van de aarde verdelgd worden met bliksem en donder en pek en zwavel uit de hemel! ' -maar als het volk dat zeer ter harte zou nemen, boete zou doen in zak en as en zich naar Mij zou keren?! Zal Ik onder dergelijke omstandigheden ook nog op de zevende dag Mijn dreigement ten uitvoer brengen, omdat Ik dat Zelf verkondigd heb? O nee -Ik zal Mij over dat tot inkeer gekomen volk ontfermen en het zegenen en niet tuchtigen!
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Dit vuur vervult echter Gods hele eindeloze scheppingsruimte en maakt in zijn volkomen rust de ether uit, waarin al die talloze grote hemellichamen rondzweven, ongeveer zoals vissen in het water. Als de hemellichamen in de eindeloos grote scheppings en tevens etherruimte ergens op één punt zonder enige beweging voor of achterwaarts stil zouden blijven staan, dus volkomen in rust, dan zouden ze spoedig als een dood lijk bederven, vergaan, helemaal oplossen en overgaan in de rustige ether. Maar daarom heeft de Schepper er met Zijn wijsheid en macht wel voor gezorgd, dat al die talloos vele hemellichamen in de grote etherruimte voortdurend en op allerlei manieren bewegen, en deze aldoor in hoge mate in een onrustige beweging brengen en bijgevolg tot een actief ontwaken dwingen.
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'O jawel, maar dan zouden de mensen tot pure machines omgebouwd moeten worden! Jullie zeggen ook: 'Maar waarom steeds zulke hevige winden en stormen op zee?' Goed, zeg Ik, dan halen wij die weg, dan zal de zee geen gevaarlijke golven en baren meer voortbrengen en zullen de schippers de zee in alle rust en vrij van ieder gevaar kunnen bevaren. Maar de zeer kalme zee zal dan vuil worden en over alle delen van de aarde epidemieën veroorzaken, en daarbij zal er absoluut geen natuurlijk leven meer mogelijk zijn, niet op het droge land en evenmin in de zee zelf.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] In de grote wereldzee storten zich wel duizenden soorten wateren, zuivere en onzuivere, zoete, zure, bittere en heilzame en onheilzame, maar in de zee worden ze allemaal één en hebben ze hetzelfde zout, en daar halen de talloze soorten organisch natuurlijk leven hun grondstof uit en verwerken die in zichzelf, al naargelang hun soort.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kado en zijn vader bedankten Mij voor dit advies en de vader gaf opdracht om de resten in een grote mand te verzamelen en ze zo aan de smekelingen uit te delen en liet iedereen ook een aarden kruikje met goede wijn geven.
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar aangezien U nu al zo genadig was om ons van tevoren als een vaststaand feit mee te delen dat U nog een tweede keer persoonlijk en voorgoed naar de mensen op deze aarde zult komen, zou U ons toch ook nog kunnen zeggen, waar op aarde U bij de mensen zult wederkomen! Hoe zal dat land, die plaats en dat gelukkige volk heten?'
Hoofdstuk 187: De voorwaarden voor de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Na een uur waren er op het hele grote plein voor de herberg meer dan duizend gebrekkigen bijeen en onmiddellijk daarna kwam de genezen jood naar ons toe in de eetzaal om het Mij volontzag mee te delen.
Hoofdstuk 202: De genezing van de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Een dergelijke passiviteit heeft dan ook tot gevolg dat de luchtgeesten zelf minder actief worden en tenslotte ook helemaal zonder enige beweging als het ware verstard op elkaar zouden drukken, als in dergelijke delen van de aarde de inwendige aardegeesten niet in grote hoeveelheden zouden opstijgen en hen in hun rust zouden storen. Deze in zekere zin ongenode gasten bespeuren de in de lucht aanwezige ethergeesten en beginnen meestal daarheen te vluchten waar minder aardegeesten zijn, en dat gebeurt in de richting van de evenaar van de aarde. Bij zulke gelegenheden dwingen de vluchtige ethergeesten dan tevens de aan hen verwante luchtgeesten om mee te vluchten, en voor het gevoel van de mensen, dieren en planten beginnen er dan ijskoude winden te waaien, die koud zijn vanwege hun veel mindere activiteit; want alleen een verhoogde en vergrote activiteit brengt warmte voort.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ja, beste vrienden, de hele aarde is vol wonderen en heerlijkheden en getuigt daarmee op talloze manieren dat er maar één uiterst goede, wijze en almachtige God als Schepper en Regeerder moet zijn! Met zijn ijver, zijn liefde en met zijn verstand vindt de mens alles, alleen de Schepper, die toch overal thuis schijnt te zijn, vindt hij niet; en als hij Hem roept, geeft Hij geen antwoord, hoewel alles wat men ziet Zijn voortdurende aanwezigheid schijnt te verkondigen. En zo, vriend Kado, zullen ook wij die godsmens wel zoeken maar niet vinden, zoals het ons tot nu toe vergaan is. Maar daarom moeten wij het zoeken toch niet opgeven; want uit het lichtwolkje hebben wij gehoord dat we moeten zoeken om ons heil te vinden!
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Toen zei de Griek: 'In onze oude boeken staat geschreven dat de zwakke mensen de goden niet moeten verzoeken! Maar toch heb ik nu de enig ware God verzocht en het was dan ook volkomen terecht dat ik mijn dwaasheid in de lucht duur bekocht heb. Voor de mens, die niet zo gebouwd is als de vogels en de lucht niet kan beheersen, is het iets verschrikkelijks als hij van iedere vaste steun verstoken is en de wind geen verschil meer maakt tussen hem en een donsveertje, zoals jullie bij mij gemerkt hebben. O Heer en Meester, ik dank U dat U mij weer op de lieve, vaste aarde hebt geholpen! Laat die lieve vogels in de lucht genieten wat ze kunnen en willen; in mij zal nooit meer de begeerte ontwaken om mij ooit weer in de vrije lucht te bevinden en het genoegen van het vliegen met de vogels te delen. Laten we dus maar op de vaste aardbodem blijven, die ons draagt en voedt!'
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Roclus zei tegen hen: 'Maar al sinds een jaar en langer zijn er boden van hieruit in alle richtingen gestuurd om de mensen mee te delen dat hier geen doden meer opgewekt worden! Hebben jullie daar dan niets van gehoord?'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Roclus zei: 'O Heer en Meester, eeuwige liefde, goedheid en erbarmen! Dat was stilletjes ook allang mijn plan; maar mijn broeders wilden juist in dit opzicht mijn mening niet delen. Maar nu zij het helder en duidelijk uit Uw mond hebben gehoord, zullen wij met Uw genade en hulp ook deze dingen gemakkelijk goed in orde krijgen, en er is mij nu een last van duizend pond van de schouders gevallen. Wilt U, o Heer, Zelf deze herberg en de inrichting ervan in ogenschouw nemen?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Na een paar van dergelijke nietszeggende opmerkingen stond dezelfde vreemdeling op die Ik zojuist een advies voor zijn maag had gegeven, kwam naar onze tafel en zei, nadat hij de zanger nog een keer hoog geprezen had: 'Vergeef mij als ik jullie misschien stoor; maar omdat wij elkaar nu eenmaal als gasten in deze eetzaal getroffen hebben en echt geen reden hebben om elkaar vijandig te bejegenen, laat het ons dan ook over en weer vergund zijn om bij deze echt onverwacht prachtige gelegenheid enkele vriendelijke woorden te wisselen! Want of wij nu heidenen en jullie Joden zijn, doet althans bij mij absoluut geen afbreuk aan onze echte menselijke waarde, en jullie schijnen wat dat betreft mijn mening en levensbeschouwing te delen!'
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei tegen het meisje: ' Achaia, zou je net als de andere mensen het licht en talloze andere prachtige dingen op de aarde willen zien?'
Hoofdstuk 32: De genezing van het blinde meisje Achaia De Heer in Nahim in Judea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38  ...