Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11480 resultaten - Pagina 26 van 766

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[8] Een zandkorreltje, dat zeker het eenvoudigste mineraal is, is zo kunstig samengesteld, dat jullie van pure verbazing met open mond zouden staan, als jullie zouden kunnen zien op hoe kunstige wijze het in zichzelf is samengesteld. Dan zouden jullie een grote hoeveelheid van de meest verschillende kristallen ontdekken, die zo regelmatig samengevoegd zijn, dat een knappe wiskundige het niet zou kunnen berekenen. Dat is echter nog niets. Als jullie enkele kristallen nauwkeurig zouden onderzoeken, zou je ontdekken dat ze niets anders zijn dan louter een verzameling van dierlijke kadavers en wel van een soort infusiediertjes, die veel kleiner zijn dan die reeds lang meer ontwikkelde soort, die je in gistende waterdruppels ziet verschijnen. Zou je dan deze kadavertjes zelf nader onderzoeken, dan zou je in elk kadaver een talloze hoeveelheid atomistische diertjes ontdekken, die tijdens het leven van deze nu in kristalvormen aan elkaar gekleefde infusiediertjes hen tot spijs en voeding dienden. En zou het jullie mogelijk zijn zo'n atomistisch diertje - weliswaar meer met je geestelijke oog dan met een scherp gewapend natuurlijk oog - te beschouwen, dan zou je in elk atomistisch diertje een miniatuur hulsglobe ontdekken, waarin in allerkleinste afmetingen het hele universum in beeld te voorschijn treedt. Neem miljoenen daarvan tezamen in zo'n kristalletje, dat weer uit duizenden infusiediertjes is samengesteld en het zandkorreltje dan weer uit honderd van zulke kristallen, dan zullen jullie je tenminste een beetje begrip kunnen vormen van de zeer kunstige bouw van dit allereenvoudigste stukje mineraal, of liever gezegd, dat zou voor jullie beter zichtbaar worden.
Hoofdstuk 18: De aardkorst - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als alleen al het licht van de sterren door het mensenoog in zeer afgezwakte staat al zo'n duidelijke inwerking heeft, hoeveel sterker zal dan de werking van het sterrenlicht door middel van het grote aardoog op de aarde zelf zijn! Want de atmosferische lucht is aan haar oppervlakte, waar de ether op rust, een glanzende spiegel, waarin elk gesternte al zeer groot afgebeeld wordt. Dat beeld wordt nu op de vaste aardoppervlakte geprojecteerd en wel in steeds meer geconcentreerde lichtsterkte volgens bekende optische wetten. De inwerking van geconcentreerde licht, of het geconcentreerde licht zelf, is op zichzelf al een heel eenvoudig specificum in de atmosferische lucht, omdat het op de met haar overeenstemmende delen van de aarde en op de oppervlakte daarvan oplossend of samentrekkend werkt. Nu hoef je alleen maar de talrijke sterren te tellen - als dat mogelijk zou zijn - dan zul je tegelijkertijd ook het onmetelijke aantal eenvoudige specifica in jullie atmosferische lucht kennen. Alles wat lichamelijk in en op de aarde voorhanden is, is een wederzijdse werking van de sterren en wel daarom, omdat Ik, de Schepper, het grote wereldmechanisme zo heb ingericht.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Deze derde luchtregio, die, zoals boven al werd opgemerkt, de meest zuivere en doorzichtige is, rust als een etherische olie op de tweede luchtregio en heeft naast de al genoemde eigenschappen ook deze heel bijzondere dat ze bij een of andere storing gemakkelijk ontvlamt. Heel licht ontvlambaar is ze op die plaatsen, waar een lichaam, bijv. een meteoor, in haar belandt en dan een grote afstand in deze regio aflegt. Dit ontvlammen is van een heel bijzondere aard, omdat daarbij geen verbranding plaatsvindt. Het is een oplichten, maar geen verbranding. Om dit oplichten en deze heel bijzondere manier van onsteken aan jullie uit te leggen, zal voor jullie begrippen wel wat moeilijk zijn; maar desalniettemin zullen we proberen de zaak zo duidelijk mogelijk te maken.
Hoofdstuk 25: Het wezen van het vuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Om dat te voorkomen, proberen ze de wandelaars in die streken door allerlei verschijnselen schrik aan te jagen zodat deze zo vlug mogelijk de streek weer zullen verlaten. Heel erg lastig zijn ze in de bergen en vooral in de mijngangen en schachten; daar hebben ze al vaak grote ongelukken veroorzaakt onder de in de bergen werkende arbeiders. Hier en daar een plotseling instorten van schachten en gangen, slechte lucht daar binnen, vaak plotselinge overstromingen, verdwijnen van de metaaladers en dergelijke akelige dingen meer, is alles het werk van zulke geesten; ook worden meestal op hoge bergen door deze onverlaten aardverschuivingen en grote sneeuwlawines teweeggebracht.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Deze geest, waarin de Godheid Zelf haar licht had geconcentreerd, was evenals de Godheid over de hele oneindigheid uitgebreid, waardoor het hem ook wel mogelijk zou zijn geweest van zijn kant de Godheid overal aan te grijpen en krachteloos te maken. Maar bij deze zelfzuchtige gedachten ontwaakte in hem een grote ijdelheid en welgevallen aan zichzelf en aan zijn licht en zijn eindeloze verhevenheid en kracht. In deze zelfzucht en het ingenomen zijn met zichzelf vergat hij de oude eeuwige Godheid, ontbrandde in zijn ijdelheid en consolideerde zichzelf Toen greep de Godheid zijn wezen in al zijn delen aan, ontnam hem zijn specifieke aard, vormde daaruit hemellichamen in de hele oneindigheid en sloeg de geest van dit eindeloze zielewezen in de meest machtige boeien en ketende hem in de diepte der materie.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Dat dit zo is kan men zien aan een liefhebbend paar. Deze drukken zich zo lang en dicht tegen elkaar als mogelijk is en zou er tussen hen geen materie als huid, vlees en beenderen zijn, dan zouden die twee geliefden zich tot één punt verenigen; en als geliefden geestelijk geheel aan elkaar gelijk zouden zijn, zou die eenwording streven naar nog grotere intimiteit. Daarom zijn door Mij wijze grenzen gesteld in alles en iedereen, opdat ondanks alle liefde toch de ene individualiteit zich nooit teveel met de ander zal verstrengelen -en deze grenzen zijn de afstotende krachten in alles en iedereen. Daarom worden zelfs bij de engelen in de meest deemoedige hoogste hemel der onschuld in hun grote liefde wisselingen van toestand toegelaten, om hun individualiteit constant te behouden; zij hebben geestelijk een gesteldheid, die overeenkomt met ontspanning en moe worden na een geslachtsdaad. En zou dit alles niet volgens Mijn eeuwige orde zo zijn gesteld, dan zou tenslotte alle vlees en alle geest te gronde gaan; want de liefde op zichzelf zou geen doel en geen maat hebben. Dit alles zat pas bij latere onthullingen van de geestelijke wereld, de hemel en de hel volkomen duidelijk en helder worden getoond, namelijk wanneer allen reeds dieper in zichzelf zullen zijn gedrongen, dat wil zeggen: tot in het centrum van hun leven uit Mij.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Zo is het ook met de hoeveelheid lucht die één mens per dag in en uitademt; wanneer die vlam zou vatten, zou heel Europa dermate verwoest worden, dat niemand meer zou kunnen zien, dat het er ooit was. Maar opdat dit niet te fabelachtig in de oren klinkt, wil Ik wijzen op de onbeduidende oorzaak ( dit in natuurlijk opzicht gezien) van een grote aardbeving die onlangs over de helft van de aardbodem werd gevoeld en ook nog daarbuiten. De oorzaak daarvan was slechts duizend kubieke voet ingesloten lucht die door uiterlijke drukomstandigheden werd ontstoken! Neem aan, dat een mens met vier maal ademen een kubieke voet lucht omzet, bedenk hoe vaak een mens op een dag ademt en men zal verbaasd staan over het volume lucht dat slechts één mens per dag heeft omgezet. Als men dit aan het voorafgaande toetst, zal het niet verbazen dat Ik door de adem die de mens dagelijks in -en uitademt, heel Europa als mogelijk verwoestbaar voorstelde. Dus hoeft ook dat, wat Ik over de elektriciteit die één vlieg in één dag omzet heb gezegd, niet te verbazen. Maar als één vlieg al zoveel verricht, wat zullen dan miljoenen wel niet verrichten?
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Door dit bewustworden ontwaakt een grote begeerte in hem om zich uit te zetten en zich vrij te maken. Daar echter zijn uiterlijke, negatieve, hem omgevende polariteit zodanig is samengesteld, dat ze wel tot een zeker punt rekbaar, maar toch niet te verbreken is, zet de geest die vrij wil worden zich in zijn omhulsel alleen maar zo ver mogelijk uit.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Nadat we in het kort de verschillen tussen licht en licht zo begrijpelijk mogelijk hebben verklaard, zullen we ons weer tot onze vlieg wenden, die schijnbaar in vergetelheid is geraakt. Maar Ik zie nu een nieuwe vraag opkomen, namelijk: 'Welk verband is er dan tussen de vlieg en de lichtverwekkende en lichtdragende geesten?' De vlieg, zeg Ik, zal hier een medium zijn en zal tot lichtverzamelende geest worden! Zie, hierin schuilt het grote geheim! Zou men ooit een wezen kunnen begrijpen, zonder te weten op welk standpunt het zich bevindt? Wat zou dat voor een begrip kunnen zijn? Waarlijk, er zou dan weinig onderscheid zijn hoe een mens de vlieg of een ander dier ziet, of hoe een ander dier de vlieg ziet, behalve dat een mens haar een naam kan geven en vaststellen dat ze zes voeten heeft, twee vleugels, een lichaam, een kop en tot de vliegende insecten behoort.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Was even daarvoor de hemel helder, dan is ze niet zelden in enkele minuten tijds gehuld in dichte, dikwijls geheel zwarte wolkenmassa's, die schijnbaar zonder doel heen en weer trekken, opdat daardoor de wachters van de troon op een dwaalspoor worden gebracht. Bij zo'n gelegenheid is dan de Grossglockner gewoonlijk in korte tijd weer wolken -en nevelvrij. Want zodra de wachters zo 'n plan van de boze geesten bemerken, trekken ze zich samen en verbergen zich in de binnenste grote kristallen tempels van deze berg. Als nu de hoofdaanvoerders van de boze bende zien dat de troon niet bezet is, bevelen ze hun troepen dadelijk zich zo hoog mogelijk te verheffen en boven over de troon te vallen om alles in de binnenste vertrekken gevangen te nemen en te verdrukken.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[15] Men neemt zo mogelijk vers geperste boomolie*, (* Vermoedelijk noten- en olijvenolie ) ongeveer een pond, men giet die in een goed sluitende stopfles en doet er, wat in deze tijd**(** Geschreven in 1851) gemakkelijk te verkrijgen is, een goede handvol klaproosbladeren bij. De bladeren van de wilde klaproos of van de kleine veldklaproos hebben de voorkeur boven de grote tuinklaproos.
Hoofdstuk 8: Een vijfde manier om het zonlicht als geneesmiddel toe te passen - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[4] 's Avonds pakt men de blauwe doek aan de vier punten en doet de bessen zo samen met de doek in een dusdanig grote glazen pot, dat daarin de doek met de bessen voldoende plaats heeft. De pot dekt men gedurende de nacht zo goed mogelijk af.
Hoofdstuk 11: Een zonnegeneesmiddel tegen buikloop en cholera - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[2] Dewijl er echter ten tijde, dat God Hemel en aarde geschapen heeft, nog geen menselijk wezen geweest is, die zulks heeft aanschouwd, zo is daar­uit niet te besluiten, dat Adam, vóór zijn val, dewijl hij nog het diepe inzicht in de kennis Gods had, dit in de geest heeft geweten. Toen hij echter ten val was gekomen, zo heeft hij dit alles als een donkere en verborgen gebeurtenis in zijn binnenste bewaard en overgebracht op zijn nakomelingen. Openbaar is geworden, dat de eerste wereld vóór de zondvloed zo weinig heeft geweten van de hoedanigheden en het eigene van God, evenals de laatste waarin wij taps leven. Want uiterlijke, vleselijke geboorte heeft nimmer de Godheid kunnen verstaan of door­gronden; zo dit niet zo ware, zo zou daarover méér geschreven zijn. Dewijl echter aan mij, door de goddelijke genade in deze hoge waarden dit grote geheimenis in mijn geest naar de innerlijke mens, dewelke van één hoedanigheid is met de Godheid, iets geopenbaard is geworden, zo kan ik niet nalaten, deze dingen naar de kracht mijner gaven te be­schrijven en ik wil de lezer getrouwelijk vermanen, zich aan de eenvoud des schrijvers niet te storen. Want ik doe dit niet uit begeerte naar roem, maar wil in ootmoedigheid onderwijzen, opdat de werken Gods de lezer beter bekend mogen worden en des duivels rijk zal worden geopenbaard; omdat de tegenwoordige wereld in al haar boosheid en laster vol is van des duivels woelen en werken. Dat de tegenwoordige wereld toch moge zien, in welke kracht en uit welke drang zij leeft, zodat ik, met het mij overgeleverde pond, kan woekeren en hetzelve aan mijnen God en Schep­per niet renteloos behoef weder te geven, als een luie dienstknecht, die in de wijngaard des Heren zijn tijd in ledigheid heeft doorgebracht en zijn loon opeist zonder ervoor gearbeid te hebben. Wanneer echter de duivel spotters en verachters zou doen opstaan, die zouden zeggen, dat het mij niet paste, mij zozeer in deze hoge goddelijke dingen te begeven en daarin te speuren, zo geef ik deze ten antwoord, dat ik niet opgeklommen ben tot in de sferen Gods; dat mij dit, als ge­ring mensenkind, ook niet mogelijk zou zijn, maar dat de Godheid in mij is nedergedaald.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Het onbegrip voor zulke teksten vindt zeker zijn voornaamste oorzaak in de zeer gebrekkige en onjuiste vertaling van de Schrift uit de oorspronkelijke taal in de tegenwoordige talen; maar dit heeft intussen wel zijn nut. Want zou de geestelijke inhoud van zulke teksten tot nu toe niet zo goed verborgen zijn geweest, dan was het heilige daarin allang grondig ontheiligd, wat voor de gehele aarde een grote ramp zou zijn. Zoals het nu is, heeft men slechts aan de schors geknaagd en kon men de levende heilige kern niet bereiken.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De juiste vertaling luidt: 'In de diepste grond, of ook wel in de grondoorzaak (van al het zijn), was het Licht (de grote heilige scheppingsgedachte, de werkelijke idee). Dit Licht was niet alleen in, maar ook bij God, hetgeen betekent, dat het Licht zichtbaar uit God kwam en dus niet alleen in, maar ook bij God was en op een bepaalde manier om het goddelijke bestaan heen stroomde. Hiermee wordt reeds de basis zichtbaar voor het toekomstig mens worden van God, wat in de eerstvolgende tekst al duidelijk aangegeven wordt.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...