Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 26 van 42

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[13] Ik zeg je, je hebt voor een deel gelijk; maar, om je tot het ware licht te leiden, wil Ik je een gelijkenis geven en jijzelf zult daartoe dienen en dan oordelen:
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Het offer verteert, vernietigt en doodt iedere gave in het vuur dat op het altaar brandt. Zie, dat is een getuigenis van de mens voor God, hetgeen te kennen geeft dat hij God heeft leren kennen, of duidelijk of alleen als een duister vermoeden in zijn hart, hoe God is en hoe Hij overeenkomstig het offer handelt!
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Te oordelen naar hetgeen Henoch mij reeds getrouw over je heeft bericht en naar hetgeen ik nu zelf in het gesprek met Henoch van je heb vernomen, zal één woord van jou bij deze mopperaars zeker meer tot hun verbetering bijdragen dan duizend woorden van mij.
Hoofdstuk 173: De zeven mopperaars uit het middaggewest bespotten Sethlahem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] "Broeders, laat mij deze ene keer uitspreken! Ik wil jullie niets opdringen, iedereen kan in weerwil van mijn woorden bij het zijne blijven; maar deze keer verzoek ik je geduld met me te hebben en mij van het begin tot het eind aan te horen. Heb je het eenmaal gehoord, dan mogen jullie erover oordelen zoals je wilt! Luister dus:
Hoofdstuk 175: Sethlahem en de zeven morrende mannen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar zelfs als wij op die manier oordelen, begaan wij een geweldige vergissing; want indien wij werkelijk oud zouden zijn, dan zouden wij er immers nog netzo uit moeten zien als wij er vijfhonderd jaar geleden uit hebben gezien!
Hoofdstuk 175: Sethlahem en de zeven morrende mannen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Maar omdat ter wille van de instandhouding alles van het grootste tot het kleinste zich op precies afgemeten, juiste afstanden moet bewegen en zelfs de delen van een samenhangend lichaam op zijn minst een voortdurende drang tot bewegen in zich moeten hebben, waardoor zij bij een eventuele hindernis meteen kunnen beginnen zich te bewegen, daarom bewerken de onophoudelijke, volgens dezelfde wetten steeds terugkerende bewegingen en de overeenkomstig de ordening wederzijdse ontmoetingen de tijdsverlopen, die te tellen zijn. En wat deze bestendigheid in de beweging bewerkstelligt, namelijk de slijtage van de zich door de beweging elkaar aanrakende delen en daardoor het langzame of snellere vergaan van de dingen, is de alles verterende tijd. Daarom is dan al het tijdelijke ook vergankelijk, omdat de dingen vergaan en weer andere in hun plaats komen en zo wordt dan de maat der tijd bepaald overeenkomstig het verdwijnen en wederkeren van de dingen.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Zie, de komende week herinnert u aan twee feiten: ten eerste aan het voorbeeld van Mijn nederigheid, zachtmoe­digheid en alomvattende, alles vergevende Liefde; ten tweede aan het grote offer dat Ik als God in de gestalte van een mens voor u bracht, om u niet als dieren aan uw harts­tocht ten onder te laten gaan, maar uw geestelijke waardig­heid te redden, zodat u, overeenkomstig Mijn evenbeeld, dat kunt worden waartoe Ik u geschapen heb!
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[32] De eigenaar van het huis kende de beide discipelen. En toen hij van Mijn wens hoorde, liet hij direct in zijn woning het beste vertrek, dat hij anders bij familiefeesten voor zich­zelf gebruikte, in orde maken, opdat we daar ongestoord het gebruik van het Paaslam in ere konden houden; als een,volgens de leer van de tempel afvallig geworden Israëliet nam hij dit gebruik zelf niet meer in acht, temeer daar zijn vrouw een Griekse was, met wie hij overeenkomstig Mijn leer leefde.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[72] Weliswaar moet eerst van buitenaf de mens de weg wor­den gewezen door middel van het Woord van God dat uit de hemelen tot de mens komt. Maar daarom is de mens nog niet in het Godsrijk en het Rijk van God is nog niet in hem. Pas als de mens zonder te twijfelen begint te geloven en door zij n handelen overeenkomstig de leer het geloof in hem levend maakt, ontvouwt zich in de mens het Rijk van God op de wijze zoals in het voorjaar het leven in de plant zich van binnenuit begint te ontplooien, wanneer de plant door het licht van de zon wordt beschenen en wordt ver­warmd en daardoor tot een innerlijke activiteit wordt aan­gezet.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[91] Wat overeenkomstig de zin en wil van de hemelse Vader waar en goed is als uiterlijk teken van verbondenheid tot viering van de gedachtenismaaltijd, maakt de Heer bekend in het Grote Johannes Evangelie met de woorden:
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[383] Natuurlijk stemden allen meteen in. Want in de Raad waren slechts die mensen bijeen gekomen, van wie Kajafas wist dat ze hem waren toegedaan en overeenkomstig zijn wil handelden. Aan degenen die Mij op de een of andere manier vriendelijk gezind waren, was van het plan Mij ge­vangen te nemen niets meegedeeld. Zo kwamen ze dan ook snel tot hun doodvonnis. En het ging er nu alleen nog om de goedkeuring van Pontius Pilatus te krijgen.
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[414] De leider van de groep antwoordt de protesterende tem­peldienaar overeenkomstig de volksaard en vervolgt:
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[444] De Messias als Mensenzoon is niet gekomen om over deze wereld te oordelen, maar alleen om allen die nu in de duisternis van de dood wandelen, uit te nodigen voor het rijk van de liefde, het licht en de waarheid!
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[78] De Heer zegt: "Natuurlijk! - Want brood en lichaam zijn hier een en hetzelfde. En wie in Mijn Woord het brood van de hemel eet en overeenkomstig het Woord handelt, dus door de werken van de ware, onbaatzuchtige liefde tot God en tot de naaste, de wijn des levens drinkt, eet ook Mijn lichaam en drinkt Mijn bloed. Want zoals het door de men­sen genuttigde natuurlijke brood in de mens tot vlees en de wijn die wordt gedronken tot bloed wordt omgevormd, zo worden in de ziel van de mens ook Mijn Woordbrood in het lichaam en de wijn van de liefdedaad in het bloed van de ziel getransformeerd.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[327] Wie van u mensen kan echter vanwege de overtreding van een van Mijn geboden over een ziel rechtspreken en deze straffen, omdat gij allen toch onder dezelfde wet staat en een wet van Mij er juist uit bestaat dat gij niemand zult oordelen!? Wanneer u over uw naaste oordeelt die tegen een van Mijn wetten heeft gezondigd, dan zondigt u immers ook in dezelfde mate tegen Mijn wet! Hoe kunt u echter, als u zelf zondigt, over anderen rechtspreken en hen ver­doemen?! Weet u dan niet, dat terwijl u uw broeder, wiens ziel ziek is, tot een strenge straf veroordeelt, hiermee ook over uzelf een tweevoudig oordeel hebt uitgesproken dat over u eens - hoewel niet reeds nu - zal worden voltrok­ken!?
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...