Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

25552 resultaten - Pagina 26 van 1704

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[10] Maar jullie, soldaten, die samen met ons door Zijn genade gered zijn, moeten ook je geweten wekken en zien in hoeverre het ook behept is met die zonden, omwille waarvan zij hun einde in het water hebben gevonden; heb berouw over jullie zonden met het onwrikbare voornemen om aan alle mensen waar jullie mee te maken hebben gehad, de berokkende schade zoveel mogelijk weer goed te maken, opdat ook jullie genade mogen vinden bij de Heer en Meester over alle dingen in deze wereld! Want n.u hebben wij met al onze zintuigen meegemaakt dat Hij een Wezen is, dat een meer dan groot geduld heeft met de blinde mensen; maar als de mensen ondanks alle waarschuwingen in hun boosheid volharden en hun leven niet willen beteren, dan loopt Zijn geduld ten einde en volgt daar onvermijdelijk de straf op.
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen de kinderen en dienaren van Ebal alle spijzen op tafel hadden gezet, kwamen ze naar Mij toe en groetten Mij hartelijk en dankten Mij dat Ik deze plaats nogmaals de liefde bewees om hier persoonlijk te komen. Ik legde hun de handen op en sterkte hen, waarvoor ze Mij opnieuw bedankten en daarna weer aan het werk gingen -want ze hadden deze keer veel vreemde gasten te bedienen, die hier nu ook vanwege hun gezondheid verblijf hielden. Want sinds Mijn eerste verblijf hier was het voorheen zeer ongezonde Genezareth veranderd in een kuuroord, en heel in het bijzonder de door Mij speciaal gezegende weide.
Hoofdstuk 6: De maaltijd bij Ebal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ik zei: 'Vriend, laat je ergernis daarover varen! Als deze wereld niet door God tot een oefenplaats voor het leven bestemd zou zijn, waar ieder mens zich tot aan zijn volledige geestelijke wedergeboorte voortdurend moet oefenen in alle geduld, zachtmoedigheid, deemoed en liefde via de weg van uiterste zelfverloochening, dan zou Ikzelf niet naar jullie toe zijn gekomen om jullie in alles met het beste en meest levensechte voorbeeld voor te gaan. Als de mensen van deze aarde voor eeuwig kinderen van God willen worden op de manier zoals je hier in Rafaël, die jij goed kent, een voorbeeld kunt zien, dan moeten ze zich in dit slechts kort durende proefleven met alle geduld en overgave aan de wil van de alwijzeVader ook de middelen laten welgevallen, die door God vastgesteld zijn om dat hoogste levensdoel te bereiken.
Hoofdstuk 6: De maaltijd bij Ebal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Bovendien zal de Heer na drie dagen weer in ons midden zijn en ons vervullen met Zijn machtige geest, en op die manier tot aan het einde van deze aarde bij de Zijnen blijven; ik denk dus dat wij alle reden hebben om ons te verheugen over alles, wat Hij voor het mogelijke heil van alle mensen heeft bepaald en over Zich laat komen. Want die dwazen, die vol blindheid zitten, kunnen zich in hun dolle woede wel aan het lichaam van de Heer vergrijpen en Hem ook doden, als Hij dat ter verbetering van de blinden Zelf toelaat, daartoe genoodzaakt door Zijn liefde voor ons mensen; maar wie zal in staat zijn de eeuwige, almachtige Godheid in Zijn lichaam te doden? Die zal Zijn verheven lichaam weer tot leven wekken, en op de derde dag zal Hij weer net als nu bij ons zijn, zodat wij ons buitengewoon kunnen verheugen.
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Vriend, daar hoeft niemand bang voor te zijn die van harte in Mij gelooft en Mij liefheeft door de werken te doen die Mijn liefde in hem aangeeft! Maar mensen die nog diep in allerlei heidens bijgeloof staan dienen overal en te allen tijde voor dergelijke geesten te vrezen en zijn ook steeds min of meer door hen omringd of zelfs bezeten; want alle onzuivere hartstochten van de mensen worden gestimuleerd en beïnvloed door geesten die vroeger zelfhun hele leven lang door dezelfde onzuivere hartstochten werden beheerst en zich daar naar hartelust aan overgaven.
Hoofdstuk 54: Over de gevaren bij het eten van onreine spijzen De Heer in Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Nou, nou, dat is wel goed en waar zo! Dat jullie weggezakte geloof door deze daad van Mij in één keer weer opgericht is, is wel goed te begrijpen, evenals het feit dat jullie Mij onmiddellijk hebben herkend; maar in de toekomst moeten jullie je geloof door werken van ware naastenliefde eerst levend maken, anders heeft het in Mijn ogen geen waarde voor het leven van jullie ziel. Want Ik ben enkel door Mijn overgrote liefde naar jullie mensen toegekomen, en zo kunnen jullie mensen ook alleen maar weer door liefde voor Mij en voor je naaste tot Mij komen en op die manier tot het eeuwige leven van jullie zielen, als Mijn echte kinderen; dat dienen jullie goed te onthouden!
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Uw Ik is de Heer Zelf in alle volheid, en ik heb nu als oude man in U mijn heil gezien en zou nu willen zeggen: 'O Heer, Heer, laat Uw oude dienaar in vrede overgaan naar de grote wereld aan gene zijde! Want U bent de Beloofde vanuit Uzelf! Uw eeuwige geest heeft uit de mond van de profeten gesproken en Uw neerdalen voorspeld, en U, die de eeuwige Waarheid en Trouw zelfbent, hebt Uw woord gehouden en bent in een lichaam van vlees en bloed naar ons zondige mensen toegekomen om ons weer opnieuw op te richten, zowel de Joden als de heidenen, die ook kinderen van Noach zijn en eens samen met de voor-Abrahamieten één volk vormden onder de grote opperkoning en allerhoogste priester Melchizédek van Salem. Daarom zij U alleen alle eer en alle lof, o Heer, Heer, Heer!'
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ten tweede moeten wij Joden onder de heidenen leven en met hen omgaan, en zij hebben meestel geen enkel geloof en lachen ons uit, als wij met hen over onze enig ware en enige God beginnen te praten; want deze heidenen zijn voor het merendeel wereldse wijzen, geloven niet in hun goden en evenmin in de onsterfelijkheid van de zielen, en met handige welbespraaktheid tonen zij de nietigheid van alle oude geloofszaken aan. Bij hen bestaat er geen God, maar alleen allerlei krachten in de natuur. Die scheppen aan één stuk door, volgens bepaalde aan hen ten grondslag liggende wetten, en vernietigen na korte of lange tijd weer wat ze hebben geschapen.
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Doe, zoals jullie nu uit Mijn mond hebben gehoord, dan zal het jullie daardoor pas werkelijk in jezelf duidelijk worden dat Mijn woorden waarachtig Gods woorden zijn; daardoor zullen jullie Mijn geest in jezelf wekken, en die zal jullie in alle wijsheid van de hemelen binnenleiden, jullie reinigen Voor het eeuwige leven en tot ware kinderen Gods maken.
Hoofdstuk 90: Hoe ware leerlingen van de Heer zich dienen De Heer in Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wanneer iemand jullie echter schade toebrengt en aldus tegen jullie Zondigt, vermaan hem dan met alle zachtmoedigheid en vergeef het hem! Als hij zijn leven betert, zal dat jullie ten goede komen; als hij zijn leven echter niet betert, verdoem hem daarvoor dan niet, maar wend je in je hart weer tot Mij, en ook dan zal Ik jullie gerechtvaardigde bede werkelijk niet onverhoord laten!
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] * (De voorafgaande hoofdstukken zijn in maart 1863 nog in Lorbers eigen handschrift opgeschreven. Daarna volgde een onderbreking van ongeveer een jaar. Pas op 11 april 1864 werden de dictaten voortgezet. Omdat Lorber tijdens zijn laatste ziekte (jicht met waterzucht) drie maanden lang aan het ziekbed gekluisterd was, kon hij hetgeen hij hoorde niet meer zelf opschrijven, maar moest hij het aan iemand anders dicteren.) Toen de waard de twee vreemdelingen gerust gesteld had, doordat hij hun - behalve nog meer brood en wijn om hen te sterken - de verzekering gaf dat ze de volgende ochtend in alle opzichten tevreden gesteld zouden worden, kwam hij weer terug naar onze tafel, terwijl hij geen woorden kon vinden voor zijn grote verwondering over hetgeen hij van de twee vreemdelingen over de priesters en de koning van hun land had gehoord.
Hoofdstuk 150: De religieuze situatie in het land van de twee vreemdelingen (11.4.1864, vanaf vers 6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Want wie door de bazuin gewekt wordt, wordt niet ten dode opgewekt, maar ten leven; wie echter het geschal van de bazuin niet wil horen zal ook niet opgewekt worden, maar in de nacht van zijn graf en in gevangenschap van de zee blijven tot de tijd dat deze hele aarde door het vuur wordt opgelost. Want evenals ten tijde van Noach zullen ze huwen en ten huwelijk wor den gegeven en zich niet bekommeren om de stem van Mijn gewekten. De eerstgenoemden zal Ik dan echter in één ogenblik van de aarde wegrukken en de laatstgenoemden met al hun lievelingen prijsgeven aan het allesvernietigende vuur, aan het ontstaan waarvan de dan levende onboetvaardige mensen zelf het allermeest zullen bijdragen.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Maar nee, de mens bereikt weliswaar na ongeveer dertig of hoogstens veertig jaar wel een daarop lijkend standpunt, als zijn oorspronkelijke levenskrachten daar tenminste op ingesteld zijn -wat echter tot de zeldzaamheden behoort, omdat vrijwel de meeste mensen gelukkig reeds als kind weer daarheen terugkeren waar ze vandaan zijn gekomen. De mens, die in alle opzichten sterk is geworden, begint echter spoedig na dat hoogste punt van zijn leven min of meer ziekelijk te worden, en als hij het geluk heeft om wellicht zeventig, tachtig of negentig jaar oud te worden, dan is hij daarom niet te benijden; want zo'n ouderdom is geen leven meer, maar enkel een steeds gecompliceerdere ziekte, die hem net als ieder ander mens langzamerhand naar de dood en het niet-bestaan voert.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Want er waren nog enkele Farizeeën Dismas en Barnabas achterna gekomen, en die zeiden zelf: 'Ja, ja, wonderbaarlijk om te zien wat daar geschreven staat! Het oude Verbond met Abraham is ten einde en heeft geen geldigheid en werking meer; want wij weten immers allemaal dat de werking van de Ark des Verbonds al bijna dertig jaar geleden zo goed als geheel opgehouden is -alleen Simon en Zacharias kenden die nog in haar gebruikelijke kracht. De staf van Aäron werd niet meer groen en de zeven toonbroden werden door de motten tot stof stuk geknaagd. Alleen de twee stenen tafelen zijn nog gebleven; maar wat daarop geschreven stond werd van jaar tot jaar onleesbaarder, en daarom was het noodzakelijk om de hele oude Ark des Verbonds, met uitzondering van het goud ervan en de twee grote cherubs, reeds twintig jaar geleden te vernietigen en in plaats daarvan door een vooraanstaand en uitstekende schrijnwerker van hetzelfde hout een nieuwe te laten vervaardigen, overeenkomstig de vorm van de oude met het goud te beslaan en de twee cherubs er weer op te plaatsen. En in het midden van de Ark, waar de rookzuil of bij tijd en wijle ook een vuurzuil uit opsteeg, moest de Ark zo ingericht worden dat men er pas aangestoken kolen in kan doen en daar dan wierook en andere welriekende hars op kan leggen om zo een rookkolom te vormen, die echter de hele ruimte van het Allerheiligste dermate in alle richtingen vult, dat men het daar nauwelijks kan uithouden, en de vuurzuil moet met aangestoken nafta tot stand gebracht worden.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen ze hun leven weer begonnen te beteren, liet Ik weer gebeuren dat ze naar hun land mochten terugkeren en de stad Jeruzalem en de tempel weer opbouwen, en ze werden weer een volk dat aanzien had.
Hoofdstuk 187: De liefde van de Heer voor het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...