Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8644 resultaten - Pagina 26 van 577

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[8] Wat is de uitwerking van deze verbintenis? Als jullie maar enigszins de veelvuldige verschijnselen op dit gebied beschouwen dan kunnen jullie onmogelijk wat anders zeggen dan: de kracht van de zwakke vrouwelijke geest is door de daarmee verenigde kracht van de mannelijke geest zeer verhoogd en kan in zo'n toestand dingen tot stand brengen die een geïsoleerde geest in zijn natuurlijke toestand toch hoogst zelden en dan nog slechts heel moeizaam tot stand kan brengen. Helderziendheid, het in zichzelf en anderen inzicht krijgen en, kort gezegd, het krachtige, helder geestelijke doordringen in anders ondoorgrondelijke diepten van de schepping, is het gevolg van zo'n vereniging.
Hoofdstuk 45: De overeenstemmende betekenis van eten en drinken van de hemelse geesten. Het hemelse huwelijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] Daarom treft iedereen de geestelijke wereld en de hemel aan, zoals hij zich deze, gebaseerd op zijn geloof, in de geest heeft geschapen, met als enige uitzondering het vagevuur. Dit laat de Heer niet toe omdat daardoor grote schade toegebracht zou kunnen worden aan de geesten, als deze zich in zo'n beklagenswaardige toestand dan in plaats van tot de Heer slechts des te krachtiger tot de heiligen zouden wenden, of hulp van misoffers op aarde zouden verwachten. Dit alles zou de geest mettertijd geheel en al doden omdat de geest in dit opzicht helemaal zou afzien van eigen werkzaamheid en zijn zaligheid slechts zou zoeken in de directe of indirecte barmhartigheid van God, hetgeen met andere woorden gezegd niets anders zou betekenen dan het begaan van een geestelijke moord aan zichzelf!
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De volmaakte geest heeft het volmaakt goede en ware in eindeloos grote overvloed in zich; daarom kan hij het geestelijk reëel ware en goede zo ongelooflijk snel opnemen. De meer onvolmaakte geest heeft echter niets anders dan misvattingen in zich. Als hij nu met het goede en volkomen ware vooruitgang wil boeken, dan moet hij eerst zijn misvattingen als zodanig erkennen, deze uit zichzelf verwijderen en daardoor in grote armoede vervallen, opdat hij een waarachtig arme van geest wordt. Pas door deze armoede of volslagen geestelijke leegte komt de goddelijke vonk, die het liefdevolle goede is, dan vrij, begint zich steeds meer uit te breiden en vult dientengevolge de vroegere geestelijke leegte met nieuw licht op. Pas in dit licht wordt het opnamevermogen van de geest steeds volmaakter. En zo zien jullie dat het ons gezelschap nogal wat moeite kost om dit aanschouwelijk voorgestelde beeld van de hemel kwijt te raken.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Luister dan: Jezus Christus is de enige God en Heer van alle hemelen en werelden! Hij is volgens Zijn eeuwige liefde de Vader en volgens Zijn oneindige wijsheid de Zoon en volgens lijn eeuwige almachtige onaantastbare heiligheid de Heilige Geest Zelf. Zoals Hij ook over Zichzelf' heeft gezegd, dat Hij en de Vader één zijn en wie Hem ziet, ook de Vader ziet en dat de Heilige Geest van Hem uitgaat zoals Hij heeft aangetoond toen Hij over Zijn apostelen blies en sprak: `Ontvang de Heilige Geest!'
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Als jullie maar een beetje nadenken dan kan het jullie onmogelijk ontgaan dat het eigenlijke hemelrijk van de Heer als het fundamentele leven van de geest in zich, onmogelijk op een andere manier kan worden bereikt dan alleen doordat de mens in zichzelf, dat wil zeggen in zijn geest, de door de Heer aangegeven voorwaarden voor het verkrijgen van dit leven daadwerkelijk vervult. Dat wil zeggen, hij moet dit leven eerst in zichzelf vinden en pas als hij het gevonden heeft, kan hij het sterker en krachtiger maken volgens de voorgeschreven orde van de Heer, want Hij alleen kan weten wat nodig is voor het bereiken van het reële, voorbestemde geestelijke leven.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Jullie vragen hoe zo'n metamorfose eigenlijk mogelijk is? Ik zeg: zo'n metamorfose kan een goede geest zelf weliswaar onmogelijk tot stand brengen, maar desondanks kan hij met de kracht van de Heer die hij in zich heeft door zijn wil zulke beelden buiten zichzelf tevoorschijn roepen zodat deze dan zichtbaar worden alsof ze werkelijk bestonden. Zulke verschijningsvormen worden in het rijk der geesten `gezichtsbedrog' genoemd. Toch is dat bij deze verschijning hier voor ons niet het geval, want geesten die iets boosaardigs in zich hebben, kunnen buiten zichzelf geen doelmatig gezichtsbedrog oproepen. In het uiterste geval kunnen ze wel het boosaardige zo uit zichzelf tevoorschijn roepen, waardoor dit boosaardige dan hun uiterlijke gestalte wordt. Dat is hier hij deze geesten het geval. Jullie hebben nu de gelegenheid gehad om het ruwe en boosaardige van deze geesten in zijn ware gedaante te zien. Kijk, zo verhouden de zaken zich hier.
Hoofdstuk 78: Tweede akte van de komedie in de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie zullen daaruit leren, hoe buitengewoon belangrijk het is om te weten welke leerschool er nodig is om allerlei geesten die er verkeerde inzichten op na houden, geleidelijk aan op het juiste levenspad te brengen. Het principe luidt als volgt: op grond van zijn vrijheid kan geen enkele geest eerder gevangen worden, dan dat hij zichzelf heeft gevangen. Daarom moeten voor deze geesten hier dan ook alle gelegenheden worden toegelaten, waardoor zij, zonder dat daardoor hun vrijheid aangetast wordt, in zekere zin toch uit zichzelf noodgedwongen in hun eigen netten verstrikt raken. Wanneer ze dan op geen enkele manier een uitweg meer zien, moeten zij zich overgeven, wat zoveel wil zeggen als: Wanneer op aarde de verkeerde stelling van een geleerde op alle mogelijke manieren mathematisch juist wordt weerlegd, dan moet die geleerde zich tenslotte gewonnen geven en zijn geesteskind een betere opvoeding laten geven.
Hoofdstuk 80: Verdere uitleg over de bedrieglijke komedie. Het geestelijke leven wordt op oneindig veel verschillende manieren begeleid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Kijk, dat is nu de enige in de hemel geldende verklaring van deze tekst. De zonden echter die een mens tegen God en derhalve tegen zijn eigen geest begaat, kan toch niemand anders vergeven dan alleen Hij, tegen wiens heilige orde zij werden begaan. En de zonde tegen de eigen Geest kan toch zeker ook niemand anders vergeven of kwijtschelden dan deze eigen geest zelf, dat wil zeggen met een volkomen oprechte wil uit liefde voor de Heer en zichzelf verloochenen en zulke zonden in het vervolg nooit meer willen begaan.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Zoiets lijkt jullie weliswaar wat al te wonderbaarlijk, maar in het volmaakte rijk des levens, waar op velerlei manieren een beroep wordt gedaan op de volledige inzet van iedere geest, is het ook werkelijk zo. Bij jullie zeggen mensen die zorgelijk bezig zijn toch ook vaak: kon ik maar overal tegelijk zijn; kon ik me maar in tweeën of in vieren delen! Dit gezegde, deze wens en deze vaak heel sterke gedachte zijn er een overduidelijk bewijs van, dat het in het rijk van de geest mogelijk moet zijn om zichzelf op bovengenoemde wijze doeltreffend te verveelvoudigen zonder dat daardoor de eenheid van de hoofdindividualiteit ook maar de geringste deling ondergaat.
Hoofdstuk 93: Het vermogen om op verschillende plaatsen gelijktijdig te kunnen verschijnen. Uitleg - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Maar dat alles moet de geest uiteindelijk vrijwillig doen, want niemand wordt ooit op wat voor manier dan ook tot iets gedwongen en in zekere zin geoordeeld, maar hij moet zichzelf dwingen en zichzelf oordelen.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De prior en zijn broeders kijken nu eens naar de omgeving, dan weer naar de Heer en dan weer, en bijna het meest naar de mooie hemelse bruiden. De prior is daarom ook niet zo vlug klaar met zijn antwoord en overlegt bij zichzelf als volgt: hier zou het goed toeven zijn aan de zijde van zo'n hemelse bruid en in zo'n prachtig eigendom, waar je bovendien als het ware de gebraden vogels in de mond vliegen! Werkelijk, het is toch voor een onsterfelijke geest eeuwig volkomen onmogelijk om zich de hemel nog hemelser voor te stellen. Voorwaar, en nog eens driemaal voorwaar, als hier een echte goede raad niet duur is, dan is hij het in eeuwigheid niet. Als ik eraan denk, hoe het voor iemand zou zijn om zo'n hemelse bruid te omarmen en aan zijn onsterfelijk hart vol hemelse, vurige liefde te drukken, dan begint het me te duizelen en zou ik heel graag, ja, ik zou zelfs oneindig graag voor de Heer mijn krachtigste `ja' uitspreken, vooropgesteld dat deze eindeloze heerlijkheid in alle opzichten ook duidelijk een stevige basis heeft.
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Is die passie op deze manier overwonnen, dan zoekt de geest in zichzelf naar iets dat hem op aarde ook veel genoegen verschafte, bijvoorbeeld een spel. In dat geval verlangt hij naar speelgenoten. Ook deze wens wordt ingewilligd. Hij komt in gezelschap van bekende vrienden en bij de eerste samenkomst gaat het verlangen alleen maar uit naar het zo vlug mogelijk arrangeren van een spel. En al gauw wordt hij in een toestand verplaatst waarin hij alles vindt wat voor het spel nodig is, precies zoals in zijn eigen huis op aarde: kaarten, geld en dergelijke. Het spel begint, maar eindigt gewoonlijk met het verlies van al zijn geld en zijn huis. Dat hij daardoor een hekel aan het spel begint te krijgen is vanzelfsprekend; maar helaas krijgt hij ook een hekel aan de spelers die hem alles afhandig hebben gemaakt. Maar dan zijn onze begeleiders alweer onmiddellijk bij de hand, tonen hem het nietige van zijn hartstocht en hoe hij zich daardoor steeds meer van God verwijdert in plaats van Hem naderbij te komen.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wie zal er wel zo dwaas en dom zijn om te willen beweren dat een werkman zich bij zijn gereedschap moet aanpassen, terwijl men toch duidelijk moet inzien dat de handwerksman zichzelf van het noodzakelijke en geschikte gereedschap voorziet. Wanneer dus de handwerksman heeft bepaald welk gereedschap hij voor zijn karwei nodig heeft, dan zal het toch ook wel duidelijk zijn dat de gedragingen van het meelevende lichaam afhankelijk zijn van de levende geest, maar niet omgekeerd.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Door dit idee wordt het allesoverheersende gevoel van eigenwaarde van de geest steeds sterker en het wraakgevoel ten opzichte van een veronderstelde geslepenheid van de godheid steeds groter. De godheid wordt dan natuurlijk steeds machtelozer, ja, de geest gaat de godheid als het ware verafschuwen, begint haar te minachten en bitter te haten, zichzelf echter als een hoger wezen te beschouwen!
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] In de tweede hel is, zoals we weten, de begerige ziel door de stevige vastenkuur steeds meer ineengeschrompeld en de met haar versmolten geest heeft door deze afzonderingsmethode meer vrijheid gekregen. In het zelden voorkomende, beste geval keert een geest hier om, sterkt zich en verheft zijn ziel dan hoe langer hoe meer. In het gangbare, ergste geval ontwaakt de geest weliswaar, maar omdat hij bij dit ontwaken in zo'n veronachtzaming van zijn ziel zich bijzonder gekrenkt en beledigd voelt, begint hij ook zichzelf veronachtzaamd te voelen. Daardoor wordt hij vertoornd en laat in zijn toorn steeds meer het idee in zich ontkiemen dat de godheid hem voor dit onrecht een nauwelijks te meten genoegdoening verschuldigd zou zijn.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...