Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 26 van 1166

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[8] Wanneer echter de Geest waarover Ik nu met jullie heb gesproken, tot jullie zal komen en jullie zal doordringen, zullen jullie uit jezelf alles begrijpen wat je nu allemaal ziet en hoort maar door je puur natuurlijke gesteldheid niet kunt begrijpen; want het lichaam kan de geest niet begrijpen en is op zichzelf zonder meer dood. Het heeft geen ander leven dan alleen maar het tijdelijke meeleven uit de levenskracht van de ziel, die met de geest verwant is en die helemaal op hem kan gaan lijken, en één met hem kan worden als zij zich helemaal van de wereld afwendt en haar zinnen alleen richt op het meest innerlijke, geestelijke, volgens de orde en wijze zoals Mijn leer en Mijn persoonlijke voorbeeld het jullie laten zien.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarom zeg Ik jullie allen nog eens, dat jullie volkomen vrij van geest, en vrolijk en opgewekt door de wereld moeten gaan, zonder aan de wereld te hangen. Want zoals Ik Zelf alleen maar in de wereld ben gekomen om alle mensen een blijde en gelukkig stemmende boodschap uit de hoogste hemelen over te brengen, die iedereen op zo'n wijze troost moet geven dat zelfs de ergste marteldood hem niet droevig zal stemmen -omdat hij ziet en zien moet, dat er voor hem geen dood meer bestaat en kan bestaan, en dat in Mijn eeuwige rijk voor hem noch deze aarde noch de hele zichtbare hemel ooit meer verloren kan gaan, en dat hij bovendien nog het gezag zal krijgen over heel veel -, zo zal Ik ook jullie, wanneer jullie in de geest en in de kracht van Mijn leer bekwaam worden, in Mijn naam uitzenden om alle volken der aarde deze blijde boodschap uit de hemelen over te brengen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ik zeg je: Als jullie mijn leerlingen willen zijn, moeten jullie je oude mens helemaal als oude kleren uittrekken en een totaal nieuwe mens aantrekken; want Ik en de uitermate versleten, verroeste, hedendaagse leer van de tempel passen absoluut niet meer bij elkaar. Let daarop en wees verstandig, onbaatzuchtig, opgewekt en vol goede moed!'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Daar zul je goed aan doen, maar doe dat meer in je hart dan naar buiten toe, zodat de vossen je niet zullen gaan wantrouwen, want tot op heden sta je nog hoog in aanzien bij de tempel! Als je je plotseling terugtrekt zou dat noch jou, noch Mijn zaak enig goed doen, en Ik kijk immers alleen maar naar de innerlijke mens; want de uiterlijke is van geen enkel belang.'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK antwoordde: 'Zoals Mozes' zuivere leer mettertijd verontreinigd werd door de hebzucht van de mensen en door hun hang naar het wereldse, zo zal het ook met Mijn zuivere leer gaan. Zij, de wereldse mensen, zullen weer tempels bouwen en deze gebruiken voor het verkrijgen van geld en andere aardse goederen, en daarbij zullen zij het verkrijgen van Mijn rijk helemaal niet belangrijk vinden. Zij zullen trotser dan de grootste vorsten en koningen der aarde rondgaan, gehuld in goud en edelstenen. -Kijk, dat zal het onkruid tussen de tarwe zijn en dat zijn de wilde stammen in Mijn wijngaard! ,
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] PHILOPOLD zei: 'Het voorbeeld met het licht heeft me in deze zaak veel duidelijkheid verschaft; maar op de achtergrond blijft toch veel nog erg verhuld en tot het erg verhulde behoort vooral Uw huidige volmaakt goddelijke tegenwoordigheid, waarover ik nu duidelijk niets anders kan zeggen dan: Als U vóór Uw menswording ergens heel ver weg in de hoogste hemel, buiten tijd en ruimte, met Uw reine engelen als Jehova heeft gewoond, dan moet Uw in zekere zin menselijk persoonlijke aanwezigheid nu afwezig zijn in die hemel, omdat U nu helemaal in tijd en ruimte bij ons woont! Hoe kunt U nu binnen tijd en ruimte, maar als God ook tevens buiten tijd en ruimte bestaan? Heer, dat schept voor mijn verstand nog een enorme kloof die ik zelf niet kan overbruggen; daarom vraag ik U om ook daarover Uw licht te laten schijnen!'
Hoofdstuk 31: Het goddelijke en menselijke wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Ik geloof dat jullie nu allemaal ook met deze zaak in het reine zijn en daarom zullen wij het overige deel van deze nacht opgewekt en vrolijk doorbrengen! Heeft iemand nog wat op zijn hart, dan hebben wij nu tot Pasen de tijd; want tot dan zal Ik bij Mijn vriend Kisjonah blijven. Philopold, is het je nu duidelijk?'
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Ik wist wel dat dit zo zou gaan; maar het had ook nog anders kunnen gaan, als de zaak nog een paar weken langer geduurd zou hebben. Want dan zou het tussen de arbeiders en de tempeldienaren tot ernstige handtastelijkheden gekomen zijn, die Ik voorzien heb en waarom Ik ook door Mijn wil het geheel zo geleid heb zoals het gegaan is, en dat was goed. De tempeldienaren hebben nu weliswaar een heimelijke wrok tegen Lazarus, maar dat heeft niets te betekenen, want zij hebben ook een wrok tegen alle Romeinen en Grieken en tegen de Essenen, Sadduceeën en Samaritanen. Maar al die wrok van hen lijkt op die van een dwaze man die bijna woest van kwaadheid werd op een grote rivier omdat hij geen brug vond waarover hij het mooie oeverland aan de overkant kon bereiken. De rivier bleef zichzelf ondanks de woede van de dwaze man. En waarlijk, precies zo is het gesteld met de wrok en de toorn van de tempeldienaren! Het is het zich in bochten wringen en tegenstribbelen van een worm in het stof tegen de stappen van voorbijgaande kamelen. Daarom houden we er nu over op en jij, beste vriend, kijk jij eens of we al vlug aan ons nachtelijk maal toekomen!'
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Bovendien duidden de vijfbroden op Mijn leer voor de mensen. Deze schijnt veel te gering te zijn voor alle mensen van de aarde; maar zij zal zich vermenigvuldigen zoals deze broden en dan zal daaruit zelfs voor de grootste wijzen, die in de geest door Mij onderricht en verzadigd worden, toch voor de hele eeuwigheid steeds nieuwe en diepere wijsheid te ontdekken zijn en nog eindeloos veel kennis te leren over blijven. Want de twaalfkorven staan voor de twaalf stammen van Israël en die weer voor het totaal van de goddelijke, nooit te evenaren volmaaktheid in alles.
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Daarmee, Mijn beste Johannes, komt dit teken overeen, en de gedachte van deze mensen om Mij werelds koning te maken, is afkomstig van hun duistere verdorven wereldse aard, omdat zij een machtig en gevreesd werelds volk wensen te zijn en al hun vermeende vijanden zouden willen neerslaan, wat rechtstreeks in zou gaan tegen de strekking van Mijn leer. En daarom zal Ik nu ook snel verdwijnen. Doen jullie echter wat Ik jullie gezegd heb!'
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] ZIJ begrepen echter niet dat Ik met het ware brood dat de ziel het eeuwige leven geeft, Mijn woord bedoelde en Mijn leer, die uit de eeuwige liefde en wijsheld van God voortkomt en daardoor zelf leven en wijsheid is en de ziel het ware leven geeft.
Hoofdstuk 43: Het brood des levens (Ev.Joh. 6,22-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Als jullie Mij zullen herkennen en in Mij zullen geloven, zal er een jongste, ware dag in jullie ziel ontstaan waarop Ik jullie door de macht van de waarheid van Mijn leer zal opwekken. Maar als jullie niet in Mij geloven en Mij niet herkennen, dan zal het in jullie ziel waarschijnlijk nooit een jongste dag worden.'
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] IK zei: 'O mopper toch niet onder elkaar! (Joh. 6,43) Ik zeg jullie nog één keer: Er kan niemand tot Mij komen (Mij herkennen), tenzij de Vader (de liefde uit God en tot God) die Mij heeft gezonden, hem trekt en alleen Ik (Mijn woord en Mijn leer) zal hem op de jongste dag opwekken! (Joh. 6, 44)
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Waarlijk! Ik ben als het levende brood uit de hemel gekomen! Wie van dit brood zal eten (de leer in daden zal omzetten), zal verder leven in eeuwigheid! En zie, het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het menselijk leven van deze wereld!' (Joh.6,51) (daar onder is te verstaan de uiterlijke, stoffelijke omhulling van Mijn woord, waarin zich het levende, geestelijke woord bevindt zoals de levende kiem in zijn dode omhulsel. )
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Laat niemand van jullie denken dat hij al echt bij Mij is omdat hij, nu met Mij rondtrekt, Mijn woorden hoort en Mijn tekenen bewondert, maar alleen hij is waarachtig bij Mij die door een innerlijke, zuivere liefde tot Mij getrokken wordt, en die zonder enige twijfel volledig gelooft wat Ik leer, en gelooft dat Ik nu als tijdelijke Mensenzoon uitgegaan ben van de Vader , en in de geest één ben met Hem.'
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...