Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1309 resultaten - Pagina 26 van 88

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[10] Ten tijde van Mozes was er een nieuwe, buitengewoon grote openbaring van God, en op stenen tafelen moesten Gods donderende woorden tot de mensen ingegrift worden. Maar wat een vreselijk gericht was deze openbaring van God, met name voor de te blind, te hoogmoedig en te onmenselijk geworden Egyptenaren, wier voornaamste luister volledig gebroken werd; maar ook van de Israëlieten werd niets door de vingers gezien.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het zekerste teken van de reeds bereikte levenszelfstandigheid van een mensenziel is, dat zij God erkent en Hem zelfs met al haar kracht liefheeft. Want zolang een ziel God niet erkent als een wezen dat buiten haar bestaat, is zij nog blind en stom, en nog niet bevrijd van de kracht van de goddelijke almacht; zij moet dan nog geweldig vechten om zich van die boeien te bevrijden. Maar zodra een ziel begint de ware God buiten zichzelf te herkennen en, door het gevoel van haar liefde tot Hem, Hem echt wezenlijk begint waar te nemen, dan is zij vrij van de banden van de goddelijke almacht en behoort zij ook steeds meer zichzelf toe en is zodoende zelf schepster van haar eigen bestaan en leven, en daardoor een zelfstandige vriendin van God voor alle eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En wat gezegd is van de mens als zodanig, geldt ook voor gemeenten en zelfs voor hele volkeren. Maar omdat dat zo is -wat ook overal uit blijkt -, moetje altijd bedenken dat niet alle mensen op één en dezelfde manier op te wekken en te leren, en voor het licht en leven te winnen zijn. Wat echter ten opzichte van mensen als zodanig geldt, geldt ook voor hele gemeenten en ganse volkeren.'
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ja, Ik zeg jullie: Deze stad en de tempel zullen op z'n hoogst binnen vijftig jaar zodanig worden vernietigd dat men helemaal niet meer zal weten waar de tempel heeft gestaan; dat zal echter gebeuren door de uiterlijke kracht van de Romeinen. Het zal een geweldige tuchtiging van God zijn, en de joden zullen naar alle windstreken verdreven worden, nooit meer een volk worden en door iedereen veracht bij de heidenen in ellende hun brood moeten verdienen. Dit land zal hun voor altijd ontnomen worden en door de heidenen in een woestijn worden veranderd!
Hoofdstuk 153: Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] EEN VAN DE JOODSE GRIEKEN zei: 'Maar Heer, nu U toch weer zo bezig bent om ons zulke buitengewoon belangrijke zaken te onthullen, wilt u dan ook zo goed zijn ons te vertellen waarom nu eigenlijk niets stoffelijks voor eeuwig als zodanig kan blijven bestaan! Rotsen verweren, reusachtige bomen die vaak zo'n tweeduizend jaar alle stormen getrotseerd hebben, zoals in ieder geval de oerceders op de Libanon, sterven, vermolmen en er blijft niets van over. Ook meren en zeeën drogen uit, kortom, men ziet op de hele aarde niets dan een voortdurend ontstaan en vergaan! Alleen aan de sterrenhemel blijft het steeds nog heel aardig bij het oude; want dezelfde sterren die Adam gezien heeft, staan er nog steeds even onveranderlijk en onvergankelijk op dezelfde plaats. Wanneer U echter zegt dat ook zij eenmaal zullen vergaan, kom je natuurlijk tot de uitermate belangrijke vraag: Als die, volgens Uw zeggen ontzettend grote hemellichamen al gedurende zo'n onuitsprekelijk lange reeks aardse jaren bestaan, zouden zij toch net zo goed ook eeuwig kunnen bestaan. Hoe lang geleden zijn zij ontstaan, wie kan die tijd meten en in jaren of zelfs in tienduizenden jaren becijferen? Voor ons menselijk verstand bestaan zij zo goed als eeuwig en kunnen ook net zo goed verder de hele eeuwigheid door blijven bestaan. Waarom moeten zij dan tenslotte toch vergaan?'
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Overigens is dit heel natuurlijke verschijnsel gunstig voor onze huidige bezigheden hier; want zowel de priesters als het volk houden zo' n verschijnsel voor een teken van Gods toorn, en het volk dat in Mij gelooft, zal de priesters luidkeels verwijten dat zij Mij vandaag hebben willen laten oppakken, en dan zullen de priesters het zwaar te verduren krijgen. Maar dan zullen de priesters zich verontschuldigen en de Essenen, die zij boven alles haten, de schuld in de schoenen schuiven en hen hartgrondig gaan verwensen en verdoemen. Intussen zal de maan weer te voorschijn komen en de priesters zullen heel hoogdravend tegen het volk zeggen: 'Kijk, ontzettend blind en dom volk, omdat wij de ergste vijanden van God nu met onze volkomen macht, die God alleen ons verleend heeft, tot de orde hebben geroepen, is de toorn van God weer bedaard, en kunnen wij weer vrij ademhalen en uit grote dankbaarheid rijkelijk offers in Zijn offerkist geven!'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'M'n beste broeder, windje daar niet over op en bedenk dat Ik Zelf wel het best inzie, waarom toegelaten wordt dat zij zich zo onzinnig gedragen! Toch zullen wij hen niet richten, maar het goed begrijpelijke woord dat Ik zo vaak helemaal tevergeefs tot hen gesproken heb, zal hen richten. Maar het is goed dat ook jullie nu gehoord hebben, hoe het merendeel van het volk over Mij oordeelt. Morgen, op de grootste feestdag, zal Ik weer in de tempelonderricht geven en hun heel precies vertellen wat voor soort mensen zij zijn, en wat zij als zodanig te verwachten hebben. - Daarom houden we er nu over op en houden ons met iets beters bezig! ,
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Heel andere reacties zal de heldenmeester oproepen als hij ten aanschouwe van zijn leerlingen een gevecht aangaat met een leeuw, en deze door zijn kracht en behendigheid overwint en in het stof laat bijten. Dan zullen zijn leerlingen hem bewonderen en bij zichzelf steeds meer zin krijgen om zo gauw mogelijk ook zo'n gevecht aan te gaan. En de spreuk blijft steeds waar, dat alleen de geest van de daad leven brengt, de dode letter van het woord slechts doodt. Want wat zelfdood is, kan als zodanig geen leven schenken, maar de geest die door de levende daad aan de dag treedt, maakt alles levend.
Hoofdstuk 163: Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Als de mens zonder enige kwade invloed van iemand anders, puur uit eigen vrije wil het kwade doet, dan vind ik hem een afschuwwekkend zondaar, die als zodanig uit alle goede gemeenten verwijderd moet worden -want zo'n onmens verdient naar mijn oordeel zeker voor eeuwig niets beters, als hij zijn leven niet serieus in alle opzichten verbetert -, maar wie kan iemand die door een duivel verleid is, veroordelen?! Zo'n veroordeling zou voor mij hetzelfde zijn als het straffen van iemand die een gevaarlijke ziekte gekregen heeft. -Heer, leg Mij ook dat eens goed uit!'
Hoofdstuk 165: Invloeden van geesten en de vrije wil van de mens van de zielen van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Die oude sage bevat niet de minste waarheid; maar het verschijnsel zelf, dat heel natuurlijk is, moet waar zijn, omdat het anders nooit op zou treden. Wat het verschijnsel als zodanig voorstelt, zal Ik je in de praktijk laten zien. Let nu dus op!
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Dit betekent: Wat zou een mens er aan hebben als hij met dit aardse leven de hele wereld zou winnen, maar schade zou lijden aan zijn ziel? Wat kan zo'n mens dan geven om zijn ziel te verlossen? Daarom moet een mens dit lichamelijke leven alleen maar gebruiken om daardoor het eeuwige leven van de ziel te winnen. Als een mens zijn lichamelijke leven met in de eerste plaats daarvoor gebruikt, is het zijn eigen schuld dat hij h.et leven van zijn ziel verspeelt, of het minstens zodanig verzwakt dat de ziel later aan gene zijde vaak een zeer lange tijd nodig heeft om zo ver tot zichzelf in te keren, dat zij in een wat lichter en beter geestesleven over kan gaan. Want zolang een ziel nog met enige liefde aan haar lichamelijke leven en de voordelen daarvan hangt, kan zij in haar geest niet volledig wedergeboren worden; een ziel die echter niet volledig in haar geest wedergeboren is, kan ook al die tijd niet in het ware rijk van God binnen gaan, omdat daarin geen atoom van iets materieels kan bestaan. Nu weten jullie genoeg, laten we dus naar binnen gaan!'
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Zij weten maar al te goed dat jij de rijkste man van heel Judea bent, omdat jouw bezittingen als zodanig reeds een klein land vormen, en geheel onder de Romeinse jurisdictie staan. Zij hebben dus geen recht om je belasting op te leggen en dat is hun een gruwel. Zij zouden het graag zo willen aanleggen, dat jij je los maakt van de Romeinen en je dan tot zuivere onderdaan van de tempel verklaart. Omdat jij dat echter ondanks al hun opdringerigheid niet doet, vallen ze je overal op je bezit lastig, ruien je bedienden op, en doen stiekem nu weer dit, dan weer dat aan. Maar van nu af aan ben je beveiligd; en dus mogen ze heimelijk nog zo kwaad op je zijn, ze kunnen je toch niets doen, -en daarom kun je van nu af aan volkomen gerust zijn!'
Hoofdstuk 164: Lazarus' houding ten opzichte van de tempel. Ergernis en de kwalijke gevolgen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Maar kijk dan eens naar Mij! Heb Ik niet deze aarde en Zon, maan en alle sterren geschapen? Verzorg Ik niet voortdurend de aarde, opdat zij allerlei soorten voedsel voor alle schepselen voortbrengt? Zorg Ik niet voor het leven van ieder mens? Ik heb deze aarde voorbestemd voor het kweken van Mijn kinderen, Ik ben nu Zelf volgens alle bekende voorspellingen op deze aarde gekomen om Mij door woord en daad als Heer van hemel en aarde in de gedaante van een mens te tonen, om hen daardoor Zelf zodanig onderricht te geven dat zij waarachtig Mijn evenbeeld worden. En wat doen deze tempelhelden? Zij haten Mij, vervolgen Mij en ieder die in Mij gelooft, omdat Ik hun toon dat hun daden slecht zijn. Zij proberen Mij voortdurend te doden en weldra zal de tijd komen dat Ik Zelf zal toelaten dat zij ook die gruweldaad aan Mij begaan. En kijk, Ik voel geen ergernis over hen in Mij! Aan gene zijde zal Ik echter ook eeuwig Heer blijven, en hun zal daar zeker vergolden worden wat zij hier doen!
Hoofdstuk 164: Lazarus' houding ten opzichte van de tempel. Ergernis en de kwalijke gevolgen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als een mens dat allemaal uit eigen vrije wil doet, is hij toch wel erger dan de satan en al zijn duivels, waarover de Schrift herhaaldelijk spreekt; wordt hij echter net als Saulus door een boze geest tot al het kwade aangedreven, zodat hij onmogelijk iets goeds kan doen terwijl hij toch het goede en ware inziet en als zodanig erkent, dan is hij op zichzelf, omdat hij door onzichtbare krachten gedwongen wordt, toch zeker duidelijk onschuldig, en de schuld ligt dan bij de kwade verleider en ten dele -eerlijk gezegd - ook bij Hem die deze verzoeking voor de arme, zwakke mens toelaat. Want tegen een zichtbare vijand kan men zich op allerlei wijzen beschermen, maar wie kan zich tegen een onzichtbare vijand beschermen en daarmee een beslissende strijd aangaan, als die als geest de mens totaal gevangen kan nemen en zelfs op de menselijke wil een geweldige druk kan uitoefenen? - Kijk, Heer, dat zijn merkwaardige zaken, die zelfs de verstandigste en beste mens niet thuis kan brengen!
Hoofdstuk 165: Invloeden van geesten en de vrije wil van de mens van de zielen van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Vroeg in de morgen werd iedereen in huis door luid geblaf van de zeven honden uit de slaap gewekt, en Lazarus ging met zijn knechten kijken wat er aan de hand was. Hij ontdekte een grote schaar mensen, mannen en vrouwen die zich buiten de ingangspoort opgesteld hadden maar zodanig door de honden waren ingesloten, dat zij geen stap voor of achterwaarts dorsten te doen. Toen zij Lazarus, die zij goed kenden, met al zijn knechten aan zagen komen, riepen en smeekten zij om hulp. Lazarus riep de honden terug en vroeg die mensen wat zij al zo vroeg in Bethanië zochten.
Hoofdstuk 168: Lazarus en de tempelspionnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...