Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 26 van 884

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[8] De geest zei: 'Denk jij soms dat wij, volmaakte mensen in onze grote wereld, die geen begin en geen einde heeft, nog even blind zijn als jullie, woelratten en hazelwormen van deze smerige aarde, die niet veel groter is dan een hazelnoot? Waar heeft er buiten ons ooit een God bestaan? Wij zijn de goden, en onze grote keizer is de hoofdgod, en ik ben nu ook weldra aan de beurt om keizer te worden; want bij ons is er nu al een groot aantal keizers!'
Hoofdstuk 169: De Romein in gesprek met zijn gestorven vader - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Toen zei hij met net zulke van woede gloeiende ogen tegen mij: 'Je was, bent en blijft een onnozele stommeling! Als je bij het volk een steeds toenemend respect voor de wet in stand wilt houden, moetje van tijd tot tijd toch een voorbeeld stellen, ook al heeft niemand de wet overtreden. Als er geen misdadigers zijn moet je met geweld de eerste de beste uit het volk nemen, hem van een misdaad beschuldigen, dat door ingehuurde getuigen laten bekrachtigen en vervolgens streng en onverbiddelijk je ambt uitoefenen. Daardoor boezem je het volk het ware respect voor de wet in en kun je daarvoor bij de keizer grote lof verwerven.'
Hoofdstuk 169: De Romein in gesprek met zijn gestorven vader - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De arts zei: 'O Heer en Meester, nu is alles mij duidelijk, en wij danken U, ten eerste omdat U de wereld van de geesten zo duidelijk voor ons heeft onthuld en wij nu weten hoe het verdere leven van de zielen van mensen met een wereldse instelling in de grote wereld aan gene zijde vorm krijgt en moet krijgen; en ten tweede danken wij U, o Heer en Meester, voor Uw toelichting over de toestand van de voleindigde geesten in het Godsrijk.
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Het zou natuurlijk ook wel wenselijk zijn om een innerlijke blik te kunnen werpen in het wezen van het rijk Gods en de reeds zalige bewoners daarvan; maar omdat Uw genade en liefde ons dat in woorden toch al zo duidelijk uiteengezet heeft dat wij het eenvoudig bijna met onze ogen kunnen aanschouwen, zou ik het als een vermetelheid beschouwen om van U te verlangen dat U ons ook de wereld van de zalige geesten aan gene zijde laat zien - en daarom danken wij U hier nogmaals voor de grote genade die U ons in zo rijke mate hebt geschonken.'
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarop zei Rafaël: 'Luister dan, mijn beste vriend en broeder in de naam en liefde van de Heer! Enerzijds ben jij, een arts uit Melita, die nu genezen is, wel een werkelijk wijze man - want in het kuuroord, toen de Heer jou op jouw verzoek ogenblikkelijk had genezen, heb jij Hem als eerste en het beste herkend als de ene en enig ware God, en nu heb je daarin zo'n vast en je hele wezen doordringend geloof, dat geen enkele verschijning ter wereld je daar vanaf zou kunnen brengen, en dat strekt je ziel en hart tot grote eer; maar omdat je vanuit je voormalige heidense duisternis de allerbelangrijkste en grootste levenswaarheid zo snel hebt herkend, is het nu echt enigszins merkwaardig dat je het wezen van het rijk Gods niet nog eerder en gemakkelijker herkent dan voordien de Heer uit Zijn werken, zonder dat je Hem tevoren had gezien of gesproken!
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Het is dus volkomen onmogelijk dat er ook maar een stipje vernietigd zou kunnen worden van wat er eenmaal is, omdat alles wat eenmaal bestaat in de eindeloze. .overvloed aan gedachten en. ideeën van de Heer en eeuwige Meester, Zijn onvernietigbare realiteit bezit. Dat de vormen, verschijnselen en bestaande dingen en wezens, die in de materiële wereld voorkomen, aan veranderingen en schijnbare vergankelijkheid onderhevig zijn, is door de Heer net zo vastgesteld als bij een wijze bouwmeester, die een grote, stevige burcht moet bouwen. Daarbij zul je bij het begin van de bouw ook een heleboel en allerlei ruwe bouwstenen, bakstenen, balken en nog een groot aantal andere voor. de bouw noodzakelijke dingen zien; maar al die op zichzelf afzonderlijke dingen zullen volgens de aanwijzingen van de bouwmeester eerst nog aan geweldige veranderingen onderworpen worden, voordat ze geschikt zijn om gebruikt te kunnen worden voor de bouw van de grote burcht, wat je uit het genoemde beeld veel gemakkelijk zult opmaken en begrijpen. Op precies dezelfde manier zijn alle dingen in de natuur, waarvan de mens de sluitsteen vormt, het voorafgaande bouwmateriaal, waaruit dan pas het wezenlijk bestaande en onverwoestbare van de geestelijke wereld voort moet en zal komen.
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Heb je uit de mond van Rafaël dan niet gehoord -toen iedereen hem zo van harte bedankte voor de grote onthullingen die hij had gedaan met betrekking tot het wezen van het rijk Gods -hoe hij een van Mijn oudste leerlingen, die al vanaf het begin van de tijd dat Ik onderricht bij Mij was en nog steeds is, een welverdiende terechtwijzing gaf? Die leerling heeft alles gezien en gehoord, en toch is de wereld hem meer waard dan alle waarheden die hij heeft gehoord!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Pas als ze door allerlei bittere ervaringen zover gebracht zijn, dat ze zelf werkelijk weerzin beginnen te krijgen tegen de wereld en haar ijdele verlokkingen, is het weer tijd om hun, zoals nu, door nieuwe openbaringen uit de hemelen de wegen naar het licht des levens te tonen, die velen dan met grote inzet. zullen bewandelen; maar nog veel meer mensen, die te diep weggezakt zijn in de nacht van het gericht en de dood der wereld, zullen toch blijven waar ze zijn en al degenen die hen willen wekken tot het leven van de geest, net zo lang vervolgen tot de over hen toegelaten gerichten hen van de aarde zullen wegvagen, zoals stormen het kaf verwaaien.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Pas wanneer de mens in deze belangrijkste aspecten van zijn bestaan en leven duidelijkheid heeft en zodoende Mijn geest zich in zijn ziel met levende en lichtende werkzaamheid begint te ontplooien en de hele mens begint te doordringen, zal de mens met zijn van bovenaf verlichte verstand ook snel en gemakkelijk het wezen en de orde der dingen van de grote en kleine natuurlijke wereld in hun volle en onbetwistbare waarheid bevatten en ze tot op de bodem begrijpen; maar als je de heidenen - ook al hebben ze met alle ijver alle hoge wijsheidsscholen doorlopen - datgene wat je van Rafaël hebt gehoord gaat verkondigen, zullen ze het niet begrijpen, het als dwaasheid beschouwen en belachelijk maken, en de duistere, bovenmatig zelfzuchtige en heerszuchtige priesters zullen zo'n nieuwe leer, die absoluut niet in hun oude kraam van afgoden en bedrog te pas komt, in allerijl en met woede vervloeken en het volk ertegen opzetten.
Hoofdstuk 184: Over het opnemen van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik ben in deze wereld en - als Zelf een jood - naar jullie joden gekomen om jullie te redden uit iedere nood; maar tel de joden eens die in Mij geloven -hoe klein en gering is hun aantal vergeleken bij degenen die Mij haten en overal vervolgen! En tel dan eens de heidenen, die voortdurend van heinde en ver hierheen komen en Mijn leer met grote blijdschap aannemen, Mij snel en gemakkelijk herkennen als Degene die Ik ben en Mij onmiddellijk boven alles liefhebben!
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Als Ik daar het grote aantal bekeerde heidenen uit alle delen en streken van de aarde mee vergelijk, dan is dat nu al duizend keer groter dan dat van de joden, in wier midden Ik in deze wereld ben gekomen en nu als een allerwaarst en helder licht rondwandel en hen overalluid toeroep dat ze allemaal tot Mij moeten komen.
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Uit wat jij, vriend Leander, ons van Zijn woorden hebt meegedeeld, blijkt duidelijk dat onze grote Nazarener de uit de hemelen in deze wereld gekomen Messias is, getrouw naar waarheid volgens de vele beloften van de profeten en toegerust met alle goddelijke wijsheid en macht, waarin ik nu onwrikbaar geloof; want Hij heeft ons dat immers overduidelijk bewezen, doordat Hij door de macht van Zijn alles doorschouwende en alles kennende wijsheid en door de puur goddelijke macht van Zijn wil de hevige storm op het meer liet ontstaan, waardoor de trouwe jachthonden van Herodes hun beslist allang verdiende loon hebben gekregen. Hem zij dus alle eer!
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Laat degene die veel aardse goederen heeft ontvangen, die volgens de liefdeswil van de Vader beheren, dan zal hij, door reeds op deze wereld een trouwe beheerder over kleine dingen te zijn, in Mijn rijk over grote dingen aangesteld worden!'
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Zoals het alle boosaardige dwazen nog is vergaan, zo zal het weldra ook Herodes vergaan, voor een deel reeds in dit leven, en vele duizenden malen erger in de grote wereld aan gene zijde en voor altijd!
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik kan jullie dat verzekeren, aangezien ik de wereld aan gene zijde heel goed ken, en wel om de gemakkelijk te begrijpen reden dat ikzelf al heel lang een burger van die grote wereld aan gene zijde ben. Dat ik hier zichtbaar onder de mensen rondloop, werkzaam ben en hen in naam van de Heer in woord en daad onderricht, is een grote genade van de Heer, die nu Zelf als mens onder de mensen rondloopt, hen onderricht en hun overal de grote dwalingen toont waar ze zich in bevinden. Daarmee weten jullie nu ook wie ik ben, dan hoeven jullie je niet al te zeer te verbazen over mijn daden, die voor jullie natuurlijk onbegrijpelijk zijn.'
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...