Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 26 van 1110

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[13] Kijk, Heer en Meester, zoals U maar al te goed bekend is, zijn wij allemaal Grieken, en dus heidenen! Maar toch houden wij jullie oude geloofsleer steeds meer in ere, hoe meer wij Mozes en de profeten doorbladeren. Wij hadden dan ook al verscheidene malen het besluit genomen om ons vast en onverbrekelijk bij jullie geloof aan te sluiten en zodoende dan ook volgens de grondbeginselen en wetten daarvan te leven en te handelen. Maar dat ging niet zo gemakkelijk als wij het ons voorstelden.
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Wat de zuivere leer zelf betreft zou voor ons alles wel in orde zijn, en wij hebben daar dan ook al meerdere malen met een plaatselijke rabbi over gesproken. Maar deze zwetste tegenover ons over een heleboel lastige overgangsceremoniën, die naar mijn idee geheeloverbodig zijn en iedere betere en verstandige betekenis missen, en, ingeval wij die niet aan ons lieten voltrekken, over een grote ontheffingssom volgens de wetten van de tempel. En daarom zijn wij tot op dit moment nog Grieken gebleven, en des te meer omdat wij van jullie priesters werkelijk nog nooit enig bijzonder opbouwend en aanlokkelijk getuigenis gehoord .hebben:
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De oude priester heeft er goed aan gedaan om de afgodendienst met veel ijver af te schaffen en de mensen getrouwen waarachtig te leren in slechts één ware God te geloven; daarvoor zal hij het grote loon in de hemel ontvangen. Maar zoals jullie Mij nu lichamelijk zien en spreken, zo ziet en spreekt de oude priester Mij nu ook in de geest, en hij schrijft de woorden op in een boek. Als jullie weer op Patmos komen, zullen jullie het uit zijn mond horen, en dan kunnen jullie hem bekend maken dat Ik dit hier tegen jullie gezegd heb. Wie in Mij gelooft en volgens Mijn leer handelt, zal het eeuwige leven oogsten.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Alles zou derhalve door de kracht van de aarde, de zon, de elementen en de planeten en alle andere hemellichamen ontstaan zijn. Deze zijn volgens hen in zichzelf nog heel grof en ruwen nemen pas in hun voortbrengselen een soort verzachting en ontwikkeling aan; maar zelfs de meest voegzame voortbrengselen zouden uiteindelijk nog veel te zwak zijn om zich tegenover de grote grofheid en ruwheid van de eerder genoemde oerkrachten te handhaven, en ze zouden zich tenslotte moeten laten welgevallen om door die krachten vernietigd te worden. Alleen die mens zou gelukkig en wijs genoemd kunnen worden, die de tijd dat hij leeft voor zichzelf zo aangenaam mogelijk weet te maken en als een wereldwijs mens zijn grootste geluk in het eeuwige niet-bestaan te zoeken. En dat is dan ook de achtergrond van waaruit één van jullie filosofen zei: 'Ga heen, eet, drink en doe maar raak; want na de dood bestaat er geen genoegen meer!'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Werkelijk! De dood kan aan de dood geen leven geven; dat kan alleen de levende daad volgens Mijn leer, omdat Ik Zelf voortdurend liefde, daad en leven ben! Want alles wat er in de oneindigheid is, is immers een werk van Mijn liefde en Mijn leven. -Geloven jullie dat?'
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Op deze heuvel werd ook al het goud en zilver en alle edelstenen, die de Israëlieten uit de verwoeste stad haalden, ter ere van God voor de ark des verbonds neergelegd, en ook deelde Jozua op deze heuvel alle Israëlieten het gebod mee volgens de wil van God, dat de verwoeste stad nooit meer opgebouwd moest worden, en dat degene die dat toch zou doen en het werk zou beginnen aan te pakken, door God daarvoor gestraft zou worden. - En zo weten jullie nu wat deze heuvel te betekenen heeft.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar Ik zei tegen hen: 'Hoe kunnen jullie zoiets van Mij denken, aangezien jullie Mij nu toch kennen? Ik ben niet zoals een zwak, met allerlei hartstochten behept mens, maar Ik ben in deze wereld gekomen om alle mensen te helpen die in Mij zullen geloven en volgens Mijn leer zullen leven en handelen; en zo ben Ik nu, zoals Ik was, nog voordat deze aarde geschapen was. Ik heb ook die mensen lief die Mij nog niet kennen en ook nog nooit gekend hebben, en ook aan hen zal op het juiste moment het evangelie verkondigd worden. Wie dat ter harte zal nemen, zal het eeuwige leven ontvangen; maar wie het evangelie niet zal aannemen, zal in het aloude gericht en de aloude dood blijven.
Hoofdstuk 193: Over de ernst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Jij hebt nu heel verstandig gesproken en morgen zal er aan jouw verlangen ook tegemoet gekomen worden! Maar jouw bewering dat God Zich 'tot op heden nog nooit aan jullie geopenbaard, is niet juist! God heeft Zich ook aan jullie voorouders net zo waar, trouwen openlijk geopenbaard en hun Zijn wil bekend gemaakt; maar de steeds toenemende liefde voor de wereld en eigenliefde van hun nakomelingen deed de kennis van de slechts ene ware God heel snel wegzakken, zwakker en zwakker worden, en tegelijk daarmee verdween het handelen volgens Gods geopenbaarde wil, omdat de mensen, die zich steeds naar buiten naar de wereld keerden, dat te ongemakkelijk en te zuur vonden.
Hoofdstuk 195: Het verlangen van de Arabier - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De bode zei: 'Daar heb ik niets mee te maken! Bij jullie kunnen jullie als heren naar eigen believen en wetten je gang gaan, hier beschikken wij volgens onze wetten en wij erkennen niemand als heer dan God en ook degene die ons door God Zelf tot overste is gegeven en gesteld! Daarom doet God hier ook grote tekenen, en de Farizeeën zelf moeten hier hulp zoeken, omdat zij die in Jeruzalem niet hebben en niet kunnen vinden. En ik als bode ben nu uitgesproken, en jullie kunnen gaan zoals jullie gekomen zijn, als jullie niet willen of kunnen wachten!'
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen zij het voorportaal binnenkwamen, liep de overste hun direct tegemoet, groette hen volgens de gewoonte van de tempel en zei: 'Jullie zoeken de overste van de Essenen? Die staat in mijn geringe en onaanzienlijke persoon voor jullie! Wat willen jullie van mij? Maar ik zeg jullie van tevoren dat jullie je verzoek openlijk en zonder enig voorbehoud aan mij moeten voorleggen, anders zouden jullie vergeefs naar mij toe gekomen zijn!'
Hoofdstuk 208: Roclus en de twee tempeldienaren (27. 7.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Daarop zei Roclus: 'Zijn vijanden vergeven, ook wanneer zij hun onrecht met willen inzien en goedmaken, is God welgevallig; en zo zijn wij volgens Gods wil des te meer verplicht om dat te doen tegenover die vijanden, die het onrecht dat zij ons aangedaan hebben berouwvol inzien en de vaste wil opvatten om het voorzover mogelijk weer goed te maken. Daarom zij jullie beiden door ons alles vergeven; maar kijk ook op andere plaatsen om jullie heen, en maak ieder onrecht goed dat jullie wie dan ook aangedaan hebben, dan zal God de Heer jullie ook barmhartigheid betonen wanneer jullie je grote zonden, die je aan de mensen hebben begaan, niet meer kunnen goedmaken, omdat zij zich niet meer onder de levenden aan deze zijde bevinden!'
Hoofdstuk 210: Roclus geneest de zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Luister eens: jij hebt wel een goede mening over Mijn voeten, maar mijn voeten zullen voor jouw huis geen zegen achterlaten; als jij echter met je gezin volgens Mijn wil leeft en handelt, zal dat jouw hele huis tot een ware, blijvende zegen worden! In dergelijke dingen geloofden en geloven nog altijd diegenen die gevangen worden gehouden door allerlei duister bijgeloof, dat op zichzelf dood is en geen levensmacht heeft. Wat voor nut kunnen bepaalde tekens of relikwieën, bepaalde stenen, getallen en de nieuwe maan en sterrenbeelden voor iemand hebben? Die hebben niet alleen geen nut, maar schaden de ziel alleen maar en zodoende ook het lichaam! En zo kan ook het lopen met de voeten van Mijn lichaam noch deze plaats, die Ik nu ook betreedt, noch een huis voordeel brengen; maar het is van nut voor jullie allemaal dat Ik naar jullie toe ben gekomen en jullie Mijn wil te kennen heb gegeven, en jullie de wegen heb getoond die jullie moeten bewandelen om tot het eeuwige leven te komen. .
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'De kreupelen en ziekelijken zijn puur heidenen en hangen nog hun oude goden aan. Maak hen tot belijders van de ene, ware God, en toon hun de kracht van Gods geest in de mens, wek het geloof en de liefde volgens Mijn leer in hen op en genees hen daarna, dan zullen jullie niets meer van hen te vrezen hebben; zij zullen jullie dan nog heel veel goede diensten bewijzen. En aangezien zij nu eenmaal reeds bij jullie horen, moeten zij ook bij jullie blijven! Jullie willen hier immers toch veel veranderen, zodat er van de oude, valse dingen niets meer aanwezig zal zijn; daarbij zullen jullie veel arbeiders nodig hebben en allen, die binnen deze muren leven, heel goed kunnen gebruiken. Bovendien hebben jullie een zodanige overvloed aan aardse goederen, dat jullie daarmee gemakkelijk tienduizend mensen gedurende duizend jaar kunnen onderhouden en voeden, en daarom kunnen jullie ook iedereen die hier binnen deze muren woont, wel voor een korte tijd goed onderhouden en voeden. -Ben jij het daar ook niet volkomen mee eens?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Mensen die heel vroom zijn en de Vader boven alles liefhebben en volgens Zijn geboden leven, krijgen reeds in deze wereld de stem van de Vader te horen en ook Zijn aangezicht te zien. Mijn lieve kinderen, wees daarom maar heel vroom, dan zullen jullie ook op deze wereld al dat heel grote geluk smaken! ,
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik, die nu met jullie spreek, ben Zelf degene die de profeten aan de mensen verkondigd hebben! Volgens Mijn eeuwige raadsbesluit heeft het Mij behaagd om Zelf als mens van vlees en bloed als een helder en leven brengend licht onder de mensen te komen, die in de oude nacht van de zonde dwalen en verkommeren, en hen te verlossen van het harde juk van het gericht en de eeuwige dood.
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...