Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6685 resultaten - Pagina 26 van 446

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[9] (Ik heb jullie gezonden om te maaien wat je niet gezaaid hebt; de anderen hebben gezaaid en jullie doen nu hun werk verder. Joh. 4:38) 'Ik heb jullie opgenomen en tijdens het opnemen heb Ik je ook al in de geest uitgezonden om te maaien wat jullie niet gezaaid hebt; want anderen hebben gezaaid, en jullie maken hun werk af, en daarover mag je je wel uitermate gelukkig prijzen! -Want degene, die zaait, is nog ver van de oogst, wie echter maait, die oogst tevens en heeft reeds het nieuwe brood des levens voor zich! Weest daarom ijverige maaiers; want jullie moeite is gelukzaliger dan die van de zaaier!
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Dat is ook helemaal niet nodig, het is voldoende dat je gelooft en Mij liefhebt, het diepere begrip van dit alles zal wel komen als de Geest der waarheid over je uitgestort zal worden. Voordat dat echter zal gebeuren, zullen er zich van jullie, ondanks al deze tekens, nog velen aan Mijn naam stoten!
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Want het rijk van de Messias zal geen rijk van deze wereld zijn, maar een rijk van de geest en de waarheid in het eeuwige rijk van Mijn Vader, en daar zal nooit of te nimmer een eind aan komen! Wie in dit rijk opgenomen wordt, die heeft het eeuwige leven en dit leven zal een zaligheid zijn, die nog nooit iemand heeft gezien, waar nog nooit iemand van gehoord heeft en die nog nooit door iemand in zijn hart is gevoeld!'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En jij, Mijn beste Joram, zult van nu af aan een echte dokter zijn! Als je iemand de handen op zult leggen in Mijn naam, dan zal het met diegene meteen beter gaan, hoe ziek hij ook zijn mag. Tevens moeten jullie samen een echt en onverbrekelijk huwelijk aangaan, want anders zou jullie samenwonen een ergernis zijn voor de blinden, die alleen op het uiterlijke letten en geen weet hebben van het innerlijke.
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Jezus zegt tot hen: 'Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem, die Mij heeft gezonden, en Zijn werk volbreng.' Joh. 4:34) Ik zeg tegen hen: 'O maak toch niet zulke dwaze veronderstellingen over wat Ik wel of niet gegeten heb! Je hebt toch meermalen gezien. dat Ik Mij bij jullie nooit iets extra 's heb laten geven. Ik heb het tegen jullie niet over lichamelijk voedsel, maar over veel hoger en waardiger geestelijk voedsel, en dat bestaat daaruit, dat Ik de wil van Diegene doe. Die Mij gezonden heeft, en dat Ik Zijn grote werk afmaak! Degene, Die Mij daarvoor gezonden heeft is de Vader, waarvan jullie zeggen, dat Hij je God is, hoewel je Hem nog nooit herkend hebt. Ik ken Hem echter en daarom doe Ik, wat Hij gezegd heeft en dat is Mijn echte voedsel. dat jullie niet kennen. Ik zeg het je: Niet alleen het brood, maar iedere goede daad of ieder goed werk, is ook voedsel, wel niet voor het lichaam, maar des te meer voor de geest!.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Joram, jij behoeft niet meer bang te zijn voor Irhaël, want ze is nu volkomen gezond naar lichaam en ziel. En Irhaël, jij hebt aan Joram een hemelse man en je zult geheel en al gelukkig met hem zijn, want hij is geen aardse geest, maar een geest, die van boven gekomen is.'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als in jullie echter de geest opnieuw wordt geboren, zoals Ik dat in Jeruzalem aan Nicodémus heb uitgelegd toen hij 's nachts bij Mij kwam, dan zal je alles in je opnemen en begrijpen en geheel en al doorleven. Hiermee zijn ze allen tevreden en klaar met hun vragen.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'U bent toch een opperpriester en u bent blinder dan een mol onder de grond; wat moet Ik dan van de anderen denken en verwachten?! Ik gaf u hier beelden, en u neemt alleen de bijbehorende materie in u op en die dreigt u te verstikken, maar de geest die Ik In deze beelden gelegd heb, beseft u niet.
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Geloof Mij: Zo wijs als u denkt dat u bent, zo wijs zijn wij ook, en wij weten het zeer goed of een mens zich verminken kan en wil om het eeuwige leven te verkrijgen! Maar wij weten ook, dat u de geest van deze leer niet begrijpt en nog lang niet zult begrijpen! Ondanks dat, nemen wij onze woorden niet terug. U heeft wel oren, maar die horen niet het juiste, ook heeft u ogen, die echter evenzo geestelijk blind zijn, en, hoewel uw oren en ogen open zijn, hoort en ziet u toch nog niets!'
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De opperpriester zegt: ' Ja, ja, U kunt daarmee wel gelijk hebben, en ik wil en kan bij voorbaat ook niet bestrijden of, hoe en wat voor geestelijke zaken er zich in Uw gebruikte beeldspraak bevinden; maar dáárin moet U me dan toch gelijk geven, dat, als ik bijvoorbeeld iemand een les geef, waarvan ik wens dat die door hem als mijn leerling begrepen en uitgevoerd zou moeten worden, ik die les toch noodzakelijkerwijs zo brengen moet, dat mijn leerling de juiste bedoeling daarvan begrijpt. Als ik nu weet dat mijn leerling mijn les naar de geest van de daarin besloten waarheid geheel begrepen heeft, dan kan ik ook geheel terecht van mijn leerling verlangen, dat hij mijn les uitvoert.
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als ik iemand echter in zulke beelden een les geef, dat deze niet herkenbaar zijn, en vroeg de leerling dan aan mij: Wat betekent dat? Hoe moet ik mij om het leven brengen, om het leven te winnen? Hoe zal ik mij doden en dan dood zijnde uit de dood een nieuw, Ja zelfs een eeuwig leven verkrijgen?' - dan zal ik tegen hem zeggen: 'Kijk vriend, dat moet je zo en zo begrijpen en verkrijgen! Want Iet op, tussen het jou gegeven leerbeeld en de daaruit gepuurde waarheid bestaat deze en die geestelijke overeenkomst, en je moet je leven niet inrichten volgens het uiterlijke beeld, maar volgens het overeenkomstige innerlijke beeld!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk Meester, dan zal de leerling het begrijpen en dan kan ik, zoals reeds eerder opgemerkt, geheel terecht van hem verlangen, dat hij naar de geest der waarheid van mijn leer zal handelen! Kan ik echter, zonder een dwaas te zijn, ook verlangen dat hij handelt volgens mijn harde symbolische beeld? Als ik dat in volle ernst aan mijn leerling zou vragen, dan zou ik mij voor alle denkende mensen toch wel gedragen als iemand, die water in een goed gesloten kruik droeg, terwijl een dorstige naar hem toe komt en hem smeekt, dat hij hem te drinken zou geven. De waterdrager zou hem meteen de gesloten kruik aanreiken en zeggen: 'Hier heb je de kruik, -drink!' Hij zou nu proberen te drinken, maar geen opening vinden en de drager vragen: 'Hoe kan ik daaruit drinken? De kruik is toch aan alle kanten dicht!' De drager zou tegen hem zeggen: 'Als je blind bent en de opening niet kunt vinden, slok dan de hele kruik op en dan zul je op die manier ook wel het water mee opslokken!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Ik ben echter van mening, dat het de wetgever vrij staat de wet te handhaven en deze zelf naar geest en waarheid uit te voeren, of deze ook wel onder bepaalde voorwaarden geheel op te heffen!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als de Heer ons nu iets zuiver geestelijks vertelt, terwijl wij toch met z'n allen in het starre keurslijf van de natuurlijke orde zitten, dan kan Hij dat alleen maar doen door middel van de overeenkomstige beelden in gelijkenissen. Om deze echter goed te kunnen begrijpen, moeten wij proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Let nu goed op! Wat bij de natuurlijke mens het oog is, dat is bij de geest het zien van die goddelijke en hemelse dingen, die voor het wezen van de geest een belofte inhouden voor zijn zalige eeuwige bestaan.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...